Organisatie | Zwolle |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening handhaving inkomensvoorzieningen |
Citeertitel | Verordening handhaving inkomensvoorzieningen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Deze verordening beschrijft hoe de gemeente misbruik voorkomt en/of opspoort
Artikel 8a Wet Werk en Bijstand
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-02-2010 | 01-10-2009 | nieuwe regeling | 08-02-2010 de Peperbus, 17-02-2010 | gb 1-2010.40 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
a.college:het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zwolle
Artikel 2 Reikwijdte verordening
Deze Verordening heeft betrekking op de uitvoering van de:
Artikel 4 Onderwerpen actieplan
Het actieplan als genoemd in artikel 3, lid 1, besteedt in ieder geval aandacht aan:
In het oorspronkelijke wetsvoorstel van de Wet werk en bijstand (WWB) was geen bepaling opgenomen over de plicht tot het vaststellen van een verordening gericht op fraudebestrijding. Via een amendement is hierover een bepaling opgenomen in artikel 8a WWB. In dit artikel is de verplichting opgenomen om in het kader van het financiële beheer bij verordening regels op te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet werk en bijstand. In navolging van hetgeen in de Wet werk en bijstand is bepaald zijn soortgelijke bepalingen opgenomen in andere sociale voorzieningen, die door de gemeente worden uitgevoerd. In artikel 2 wordt aangegeven op welke wetten deze verordening betrekking heeft.
Afgezien van de korte bepaling in artikel 8a van de Wet werk en bijstand, zijn er geen nadere aanduidingen over wat nu precies in de verordening moet worden geregeld. In de Algemene bijstandswet was bepaald dat er in het jaarlijks verplicht gestelde beleidsplan aandacht besteed moest worden aan de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. De WWB kent geen verplichting meer om jaarlijks een beleidsplan vast te stellen. Op grond van deze verordening stelt het college van burgemeester en wethouders een actieplan vast en bepaalt zij de werkingsduur van dit plan. Het college stelt via de gebruikelijke cyclus (begroting, beleidsverslag, jaarverslag) de gemeenteraad in kennis van de beleidsvoornemens voor het komende jaar en de resultaten van het beleid in het voorafgaande jaar.
Er is bewust voor gekozen deze verordening niet de naam fraudeverordening te geven maar om te spreken van handhaving. Door deze naamgeving wordt benadrukt dat het niet alleen gaat om de opsporing van fraude maar dat het voorkomen van fraude een aspect is dat minstens zo belangrijk is. Handhaving is namelijk niet alleen gericht op de opsporing van gepleegde fraude maar wil ook de spontane naleving van de wet- en regelgeving bevorderen.
Dit artikel behoeft geen toelichting. .
Artikel 2 Reikwijdte verordening
Dit artikel behoeft geen toelichting
In dit artikel wordt bepaald dat de wijze waarop ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede het misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet wordt bestreden aandacht krijgt in een actieplan. Dit actieplan wordt vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders. Via dit artikel draagt de raad het college op om tenminste eenmaal per 4 kalenderjaren een actieplan op te stellen. Deze bepaling laat aan het college ruimte om als daartoe een noodzaak is, binnen de genoemde termijn van 4 jaar het actieplan te herzien. Voordat het college het actieplan opnieuw vaststelt, informeert zij de raad over het gevoerde beleid, de effecten van dit beleid en de voorgenomen wijzigingen van beleid. Op deze wijze kan de raad, indien zij daar aanleiding toeziet, invloed uitoefenen.
Artikel 4 Onderwerpen actieplan
Dit artikel bepaalt de onderdelen die in ieder geval aan de orde moeten komen in het actieplan. De onder a genoemde gemeentelijke visie op handhaving vormt de basis voor de verdere uitwerking van het handhavingsbeleid.
Onder b en c is opgenomen dat zowel de preventieve kant als de repressieve kant van het handhavingsbeleid aan de orde moeten komen in het beleidsplan. De preventieve kant van het handhavingsbeleid is gericht op het bevorderen van de spontane naleving van wet- en regelgeving. De repressieve kant richt zich op de opsporing van het niet naleven van de wet- en regelgeving. Hierbij zal ook aandacht besteed moeten worden aan de maatregelen die genomen worden als misbruik of oneigenlijk gebruik wordt vastgesteld. In het actieplan worden ook te meten doelstellingen opgenomen.
Voor de juiste uitvoering van de verordening kan het noodzakelijk zijn dat nadere uitvoeringsregels worden vastgesteld. Dit artikel geeft het college de bevoegdheid om dergelijke regels vast te stellen.
Deze verordening treedt na publicatie in werking en werkt terug tot 1 oktober 2009. Op 1 oktober 2009 is de Wet investeren in jongeren (WIJ) in werking getreden. Ook in deze WIJ wordt voorgeschreven dat de gemeenteraad een verordening vaststelt met betrekking tot het bestrijden van misbruik.