Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Beuningen

Beleidsregels zendmasten, GSM-masten, antennebeleid

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBeuningen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels zendmasten, GSM-masten, antennebeleid
CiteertitelBeleidsregels zendmasten, GSM-masten, antennebeleid
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

In dit document zijn de beleidsregels weergegeven die zijn afgeleid uit de ‘Nota GSM-Beleid’. Kaarten en schema’s zijn in dit document niet opgenomen. U kunt het originele document inzien op het gemeentehuis.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Woningwet, Wet ruimtelijke ordening
  2. Woningwet, artikel 12
  3. Wet ruimtelijke ordening, artikel 3.6 en 3.8

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-04-201410-03-2009Nieuwe regeling

10-03-2009

Germeenteblad, 6 juni 2014

BW09.00267

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels zendmasten, GSM-masten, antennebeleid

Het college van burgemeester en wethouders heeft op 10 maart 2009 opnieuw vastgeslted de beleidsregels van 23 oktober 2001 (BW09.00267). Deze vormen beleidsregels in de zin van artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht vastgesteld in de ‘Nota GSM-Beleid’.

 

 

Uit de “Nota GSM-beleid” :

 

1 Van plaatsing uitgesloten gebieden

Op basis van de huidige wetgeving zijn er locaties en gebieden voor plaatsing van een nieuwe antennemast uitgesloten:

  • 1.

    in of nabij natuurgebieden. Uit visueel oogpunt en de sfeer van de plek is het niet wenselijk een zendmast te plaatsen, met name vanwege de onnatuurlijke associatie die een mast in een natuurgebied oproept. Ook kunnen nadelige ecologische effecten optreden;

  • 2.

    in straalpaden waarbij de masten hoger zijn dan de maximaal toegestane hoogte. Hier mogen geen

  • 3.

    objecten gerealiseerd worden die de verzending en ontvangst binnen het straalpad belemmeren. Aangezien de straalverbindingen en de telefoonverbindingen op verschillende frequenties plaatsvinden, zal geen onderlinge beïnvloeding optreden bij plaatsing onder of nabij straalpaden

  • 4.

    in gebieden die zijn aangemerkt als laagvliegzone. De plaatsing van antenne-installaties mag de veiligheid van het vliegverkeer niet in gevaar mogen brengen. Het plaatsen van GSM-masten is hier in principe uitgesloten. Ook in de nabijheid van laagvliegroutes wordt plaatsing afgeraden;

  • 5.

    in woongebieden, wanneer niet de als veilig geldende afstand in acht genomen kan worden. Deze afstand bedraagt 3 meter horizontaal in de bundel en een halve meter in de overige richtingen (zie paragraaf 3.1).

2 Locaties, waar plaatsing minder gewenst is

Er zijn locaties of gebieden waar plaatsing van een mast de visuele kwaliteit van het landschap of een verstedelijkt gebied onevenredig veel verstoord. Dit is met name het geval op plaatsen waar het landschap een uitgesproken landelijk en/of cultuurhistorisch waardevol karakter heeft. Dit

betreft;

  • 1.

    de landschappelijk open gebieden; de reikwijdte van de ruimtelijke effecten van een mast is hier te groot,

  • 2.

    in of nabij cultuurhistorisch waardevolle landschappen of elementen, waardevolle dorps- en stadskernen of randen, stadsparken en begraafplaatsen. Masten zijn door de omvang, constructie en het materiaal veelal visueel en qua sfeer te sterk contrasterend met de omgeving.

3 Voor plaatsing in aanmerking komende locaties

Primair dienen bestaande hoge objecten benut te worden. Indien in de nabijheid van een gewenst opstelpunt geen mogelijkheden zijn, zoals bijvoorbeeld in een kerktoren of bestaande masten, dan geniet het de voorkeur een locatie te zoeken met een randstedelijk karakter. Als een nieuwevrijstaande mast opgericht dient te worden, is site-sharing een vereiste.

4 Plaatsingsmogelijkheden

Plaatsingsmogelijkheden zijn in volgorde van voorkeur:

  • 1.

    Plaatsing van een antenne op een bestaande toren of mast, waaronder hoogspanningsmasten; er hoeft daarmee geen nieuwe mast gebouwd te worden. Dit heeft een minimale invloed op het ruimtelijk beeld. Er kunnen overigens beperkingen zijn bij de plaatsing van antenne-installaties op hoogspanningsmasten vanuit de eerder gestelde bereikbaarheidseis ten behoeve van onderhoud.

  • 2.

    Plaatsing van een antenne op bestaande hoge gebouwen; ook hierdoor ontstaat een minimale visuele impact. Een voorwaarde is hierbij wel dat geen andere hoge gebouwen of beplanting in de omgeving staan, die het zendbereik negatief beïnvloeden.

  • 3.

    Plaatsing van een mast op markante infrastructurele (kruis)punten zoals bij snelwegen, op- en afritten van een snelweg, bij benzinestations, parkeerplaatsen of viaducten of langs een kanaal of spoorlijn. De masten passen qua vormgeving en maat bij deze grootschalige infrastructurele voorzieningen en hebben daardoor ter plaatse een relatief geringe storende werking op het ruimtelijke beeld. Overleg met de beheerder van de infrastructuur is noodzakelijk.

  • 4.

    Plaatsing van een mast op sport- en recreatieterreinen, kantoor- en industrieterreinen e.d. Op dergelijke grotere terreinen is het veelal mogelijk de mast op een goede manier in te passen tussen de andere elementen. Bij sportcomplexen kan in dat geval getracht worden om antennemasten en terreinverlichting te combineren.

5 In landschappelijk opzicht kunnen de volgende conclusies worden geformuleerd:

  • 1.

    in de uiterwaarden is de plaatsing van GSM-masten niet toegestaan;

  • 2.

    in de komgronden is de plaatsing van GSM-installaties alleen in combinatie met de hoogspanningsluchtleiding en de wegportalen toegestaan;

  • 3.

    op de stroomruggen is een nadere plaatsbepaling noodzakelijk ten aanzien van de plaatsing van zelfstandige GSM-masten.

6 Antennemasten op nieuwe locaties

Naast het aanbrengen van nieuwe antenne-installaties in bestaande hoge objecten, worden mogelijkheden geboden voor het projecteren van nieuwe antennemasten op daarvoor gewenste locaties. De volgende locaties komen in principe in aanmerking voor realisatie van een nieuwe GSM-mast.

  • de hoogspanningsluchtleiding langs de A73 en dewegportalen langs de Al 3 en A50;

  • Van Heemstraweg, bij voorkeur in combinatie met wegportalen en/of geplaatst op de rand van de bebouwde kom, mits de hoogte beperkt blijft tot 10 ä 12 meter. De masten passen qua vormgeving en maat bij deze infrastructuur en hebben een relatief geringe storende werking op het ruimtelijke beeld. Wel dient nagegaan te worden of de plaatsing zal leiden tot verstoring van het landschap, dat doorsneden wordt. Bij voorkeur wordt een locatie gezocht, waar deze invloed op de omgeving relatief beperkt is. Alvorens tot plaatsing langs infrastructuur wordt besloten, is overleg met de beheerder(s) noodzakelijk.

7 Overige plaatsingsmogelijkheden

  • Kern Beuningen: bedrijventerreinen Schoenaker en

  • Aalsterveld, sportcomplexen De Hutgraaf, De Linden en Den Alst;

  • Kern Ewijk: sportcomplex De Blatenplak;

  • Kern Weurt: bedrijventerreinen De Sluis en het terrein van de A.R.N., sportcomplexen De Kamp en De Biezen;

  • Kern Winssen: sportcomplex De Boshof.

Op dergelijke grotere terreinen is het veelal mogelijk de mast op een goede manier in te passen tussen andere elementen. Bij sportcomplexen kan in dat geval getracht worden om antennemasten te combineren met voorzieningen ten behoeve van terreinverlichting.

8 Volgorde van voorkeur voor plaatsing

Concluderend dient bij de plaatsing c.q. aanvraag van een nieuwe antenne-mast, in volgorde van voorkeur, de volgende lijst te worden gehanteerd:

  • 1.

    In, op of aan bestaande hoge gebouwen of masten;

  • 2.

    Op de bedrijventerreinen in de vorm van uniforme kunstzinnig vormgegeven masten, bijvoorbeeld als op "de Groene Heuvels";

  • 3.

    Op sportcomplexen; in combinatie met lichtmasten of als zelfstandige mast;

  • 4.

    Langs lijnelementen; een reeks van uniforme kunstzinnig vormgegeven masten van 10 a 12 meter hoogte, langs de Van Heemstraweg.