Organisatie | Krimpen aan den IJssel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Bezoldigingsregeling 2014 |
Citeertitel | Bezoldigingsregeling 2014 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2014 | 11-04-2014 | Onbekend | 25-03-2014 Onbekend | Onbekend |
Hoofdstuk II SalarisArtikel 2 Recht op salaris
Lid 1Het recht op salaris vangt aan met de dag waarop de aanstelling van de medewerker of de arbeidsovereenkomst ingaat. Indien in het aanstellingsbesluit of de arbeidsovereenkomst geen datum van ingang is vermeld, vangt het recht op salaris aan met de dag waarop de medewerker feitelijk in dienst is getreden. Hetgeen hierna onder aanstelling wordt vermeld geldt ook voor de arbeidsovereenkomst, tenzij anders vermeld.
Lid 2Het salaris wordt berekend op basis van de arbeidsduur per week en uitbetaald per maand.
Wanneer het salaris of een toelage wordt berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.
Het recht op salaris eindigt in geval van ontslag met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat, tenzij de werkgever anders bepaalt.
Artikel 3 Salaris bij deeltijd
Het salaris van de medewerker die in deeltijd werkt, wordt vastgesteld naar evenredigheid van het salaris bij een volledige betrekking.
De salarissen van de medewerkers van wie het salaris bij of krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen, zoals opgenomen in bijlage II of bijlage IIa CAR-UWO.
De toepassing van bijlage II of bijlage IIa vindt plaats conform het gestelde in artikel 3:1, derde tot en met vijfde lid CAR-UWO.
Artikel 5 Bepalen functieschaal
De werkgever bepaalt de functieschaal. Dit vindt plaats aan de hand van functiebeschrijving, functiewaarderingsonderzoek en de vastgestelde conversietabel.
Lid 2 De werkgever kan nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van een functiewaarderingsonderzoek en de daarbij te hanteren methode.
Artikel 6 Inpassing in de aanloop- of functieschaalLid 1
De medewerker, die voldoet aan de functie-eisen wordt ingepast in de functieschaal. Lid 2De medewerker, die niet voldoet aan de functie-eisen wordt ingepast in de eerste of tweede aanloopschaal.
Artikel 7 Periodieke salarisverhoging (normale periodiek) en vervroegen periodiekdatumLid 1
Aan een medewerker wordt een salarisverhoging naar de volgende periodiek toegekend als is voldaan aan elk van de volgende voorwaarden:
Lid 2De periodieke verhoging wordt voor de eerste maal toegekend, nadat het recht op salaris als bedoeld in artikel 2, lid 1 een jaar is verstreken en nadien telkens na een jaar. De periodiekdatum is de datum van de periodieke verhoging.
De periodiekdatum kan incidenteel of structureel worden vervroegd indien daartoe naar het oordeel van het afdelingshoofd aanleiding bestaat.
Artikel 8 Geen periodieke verhoging
Geen periodieke verhoging wordt toegekend:
De medewerker ontvangt van het onder lid 1 genoemde besluit zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk voor de datum waarop anders de salarisverhoging zou ingaan, schriftelijk bericht onder vermelding van de redenen welke tot de beslissing hebben geleid.
Lid 3Nadien kan worden bepaald dat de periodieke salarisverhoging, genoemd onder lid 1, al dan niet met terugwerkende kracht alsnog wordt toegekend.
Artikel 9 Extra periodieke salarisverhogingLid 1
Aan de medewerker die het maximum van de voor hem geldende functieschaal nog niet heeft bereikt, kan een extra periodieke salarisverhoging of maximaal twee extra periodieke salarisverhogingen worden toegekend tot het maximum van de salarisschaal.
Bij de toepassing van het vorige lid blijft de periodiekdatum ongewijzigd, tenzij de werkgever anders bepaalt.
Artikel 11 Salaris bij bevordering naar hogere schaal
Het verschil tussen het nieuwe salaris en het oude salaris van de ambtenaar bedraagt tenminste 75% van het verschil tussen het bedrag dat de ambtenaar laatstelijk genoot en het naasthogere bedrag in die oude schaal, dan wel het naastlagere bedrag in die oude schaal, indien het salaris in de oude schaal reeds overeenkwam met het hoogste bedrag uit die schaal.
Als de datum van bevordering samenvalt met de periodieke salarisverhoging, wordt eerst de bevordering vastgesteld en vervolgens de periodieke salarisverhoging toegepast.
De periodiekdatum wordt na bevordering naar een hogere schaal 1 januari, tenzij de werkgever anders beslist.
Artikel 12 Inpassing bij (her)waardering functie in een hogere salarisschaal Lid 1
Ingeval de (her)waardering van de functie leidt tot waardering in een hogere functieschaal, wordt het bedrag van het salaris vastgesteld op het naasthogere bedrag in de hogere salarisschaal met ingang van de datum van herwaardering.
Onder toelagen worden in ieder geval verstaan de persoonlijke of functioneringstoelage als bedoeld in artikel 16, de arbeidsmarkttoelage of bindingspremie als bedoeld in artikel 17, de afbouwtoelage als bedoeld in artikel 24 en de toelage op grond van overgangsrecht als bedoeld in artikel 29, lid 1.
Hoofdstuk III Instrumenten van flexibele beloning
Indien een ambtenaar een uitstekende individuele prestatie heeft geleverd, kan extra verlof worden toegekend, als bedoeld in artikel 15:1:28 van de CAR-UWO. Artikel 15 Functioneringsgratificatie en schouderklopLid 1
Indien een ambtenaar een uitstekende prestatie heeft geleverd, kan een functioneringsgratificatie of een schouderklop worden toegekend als bedoeld in artikel 15:1:28 van de CAR-UWO. Lid 2
Indien een groep ambtenaren een uitstekende collectieve prestatie hebben geleverd, kan een groepsgratificatie of schouderklop worden toegekend. Lid 3
Een (groeps)gratificatie of schouderklop is alleen bedoeld voor eenmalige uitstekende prestaties.
Artikel 16 Persoonlijke of functioneringstoelage
Aan een medewerker die het maximum van zijn functieschaal heeft bereikt en meerdere jaren uitstekend heeft gefunctioneerd kan een maandelijkse functioneringstoelage worden toegekend voor ten hoogste drie jaren. Deze toelage is gebaseerd op artikel 3:7:8 van de CAR-UWO.
Om voor de toelage in aanmerking te komen, moet bovendien aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
Lid 3 De toelage bedraagt één of meer periodieke verhogingen in de eerstvolgende salarisschaal met als bovengrens het maximumsalaris behorende bij de naasthogere functieschaal.
Een in het eerste lid verleende toelage vervalt met ingang van de datum waarop voor de medewerker een hogere functieschaal gaat gelden.
Artikel 17 Arbeidsmarkttoelage en bindingspremie
Lid 2 De arbeidsmarkttoelage of bindingspremie wordt toegekend voor een tijdvak van maximaal drie jaar.
De werkgever kan in een individuele situatie aan de toekenning van een bindingspremie voorwaarden verbinden ten aanzien van de bindingstermijn en de hoogte van de bindingspremie, evenals aan de afspraak met de betrokken medewerker om in dienst te blijven bij de werkgever gedurende deze bindingstermijn.
De arbeidsmarkttoelage of bindingspremie kan alleen worden toegekend nadat overleg met de gemeentesecretaris heeft plaatsgevonden.
De arbeidsmarkttoelage of bindingspremie eindigt in ieder geval als het einde van het in het tweede lid genoemde tijdvak is bereikt.
De toelage of premie kan worden ingetrokken:
tenzij de gemeentesecretaris van oordeel is dat er omstandigheden zijn om de toelage geheel of gedeeltelijk te handhaven.
Hoofdstuk IV Overige toelagen en vergoedingen
Een waarnemingstoelage wordt toegekend overeenkomstig hetgeen is geregeld in artikel 3:1:2 van de CAR-UWO.
Naast volledige waarneming kan ook gedeeltelijke waarneming plaatsvinden.
Het dienstbelang kan vereisen dat bepaalde medewerkers moeten werken op een bedrijfssluitingsdag. Een bedrijfssluitingsdag is een dag waarop de gemeentelijke kantoren en gebouwen gesloten zijn, niet zijnde een zon- of feestdag zoals bedoeld in het derde lid van artikel 4:2:1 en artikel 4:2:1:1 van de CAR-UWO.
Werken op een verplicht aangewezen bedrijfssluitingsdag wordt aangemerkt als overwerk. De overwerkvergoeding is gelijk aan de normale voor die dag geldende vergoeding, indien het een normale werkdag zou zijn geweest.
Voor de medewerker die in deeltijd werkt, geldt het aantal uren naar rato van een volledige betrekking.
De gemeentesecretaris kan in bijzondere gevallen in afwijking van dit artikel beslissen.
Artikel 22 Toelage onregelmatige dienst
De toelage als bedoeld in het eerste lid bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de medewerker geldende salaris en wel:
Voor de in het vorige lid onder a genoemde morgen- en avonduren wordt de toelage slechts toegekend, indien de arbeid is aangevangen vóór 7.00 uur, respectievelijk beëindigd na 19.00 uur.
De genoemde percentages worden berekend naar het salaris van de medewerker, doch ten hoogste over het salaris behorende bij salarisnummer 10 van schaal 6 van bijlage II of IIa bij de CAR-UWO.
Artikel 23 Beschikbaarheidstoelage
Voor aanwijzing komen in aanmerking medewerkers belast met de volgende beschikbaarheidsdiensten:
Voor de in lid 2 genoemde beschikbaarheidsdienst stelt het desbetreffende afdelingshoofd een werkinstructie op.
De toelage bedraagt per uur van bereikbaarheid en beschikbaarheid een percentage van het salaris per uur, afgeleid van het maximum van salarisschaal 6, en wel:
Voor de beschikbaarheidsdienst wordt uitgegaan van maximaal 16,8 uur per werkdag en 24 uur per dag voor een zaterdag, zondag, feestdagen genoemd in het derde lid van artikel 4:2:1 UWO.
Bij daadwerkelijk optreden tijdens de beschikbaarheidsdienst gelden voor de medewerker:
In bijzondere gevallen kan de werkgever een regeling treffen die afwijkt van of aanvullend is op het bepaalde in voorgaande leden.
Aan de medewerker van wie de bezoldiging, als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage als bedoeld in de artikelen 22 en 23, een blijvende verlaging ondergaat wordt een afbouwtoelage toegekend indien:
De berekeningsbasis voor de afbouwtoelage is de gemiddeld per maand genoten toelage als bedoeld in artikelen 22 en 23 van deze regeling, berekend over de laatste twaalf volle maanden.
De duur van de toelage is gelijk aan het vierde deel van de tijd gedurende welke de toelage als bedoeld in de artikelen 22 en 23 van deze regeling zonder wezenlijke onderbreking werd genoten. De periode van de afbouwtoelage bedraagt ten hoogste 36 maanden. Bij het berekenen van het aantal maanden waarover recht op de afbouwtoelage bestaat, vindt een afronding naar boven plaats op een hele maand.
De aldus berekende periode wordt in drie gelijke delen gesplitst, waarbij het eerste en eventueel het tweede deel naar boven op een gehele maand worden afgerond, met dien verstande dat het totaal aantal maanden niet meer mag bedragen dan de berekende periode.
De hoogte van de afbouwtoelage bedraagt gedurende de in het vierde lid berekende deelperioden respectievelijk 75%, 50% en 25% van de onder lid 2 genoemde berekeningsgrondslag. Latere verhogingen van de bezoldiging in de zin van deze regeling, algemene salarisverhogingen uitgezonderd, komen in mindering van de toelage. Het minimum bedrag van de afbouwtoelage dat voor uitbetaling in aanmerking komt, bedraagt € 5,- per maand.
Lid 6 Latere verhogingen van de het salaris en de toelagen genoemd in lid 1 onder a, uitgezonderd algemene salarisverhoging, komen in mindering op het bedrag van de afbouwtoelage.
Aan de medewerker van 60 jaar of ouder die voldoet aan de in het eerste lid gestelde voorwaarden wordt een blijvende toelage toegekend, indien hij de toelage als bedoeld in de artikelen 22 en 23 van deze regeling direct voorafgaande van de aanvang van de blijvende toelage ten minste 5 jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.
De in het eerste lid bedoelde aflopende toelage gaat over in een blijvende toelage wanneer de medewerker de leeftijd van 60 jaar of ouder bereikt en hij de toelage als bedoeld in de artikelen 22 en 23 van deze regeling direct voorafgaande aan de aanvang van de aflopende toelage ten minste 5 jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.
Lid 8 De werkgever kan voor de toepassing van dit artikel nadere regels stellen.
Artikel 25 Gratificatie schadevrij rijden
De medewerker met een vaste chauffeurstaak, wordt in de gelegenheid gesteld een jaarlijkse premie voor schadevrij rijden te verdienen van € 100,- netto per jaar. Dit bedrag wordt eenmaal in de vier jaar geïndexeerd te beginnen in 2018.
Ter beoordeling wie over een jaar voor bedoelde premie in aanmerking komt, houdt de leidinggevende van de medewerker over het kalenderjaar bij of de medewerker schade heeft gereden en of deze hieraan al dan niet schuldig is.
Onder schade wordt verstaan de bij de verzekeringsmaatschappij gemelde schade of schade die in eigen beheer wordt hersteld.
Het afdelingshoofd, waaronder de vaste chauffeurs vallen, verstrekt eenmaal per jaar (januari) een overzicht met namen van aangewezen medewerker als bedoeld in het eerste lid, die het voorgaande jaar schadevrij hebben gereden.
Artikel 26 Onderhoudsvergoeding kleding
Een ‘onderhoudsvergoeding kleding’ wordt jaarlijks aan de medewerker verstrekt in verband met extra onderhoud aan de kleding door de aard van de werkzaamheden.
De medewerker ontvangt jaarlijks een netto vergoeding van € 170,00. Dit bedrag wordt gebruteerd. De loonheffing komt voor rekening van de gemeente. Dit bedrag wordt eenmaal in de vier jaar geïndexeerd te beginnen in 2018.
Deze regeling is slechts van toepassing op de door het afdelingshoofd aangewezen medewerker.
Artikel 27 Vergoeding bedrijfshulpverlening (BHV)
De door of namens burgemeester en wethouders aangewezen bedrijfshulpverlener ontvangt jaarlijks een bruto vergoeding van € 270,- per jaar. Uitbetaling vindt plaats in november. Dit bedrag wordt eenmaal in de vier jaar geïndexeerd te beginnen in 2018.
Indien de bedrijfshulpverlener langer dan drie maanden afwezig is, vervalt met ingang van de vierde maand de vergoeding.
Het hoofd Bedrijfshulpverlening beslist over de toekenning van de BHV-vergoeding.
In een aparte regeling worden regels opgenomen over de aanwijzing en de eisen waaraan een bedrijfshulpverlener moet voldoen om voor de vergoeding in aanmerking te komen.
Hoofdstuk V Overige bepalingen
De medewerker die is aangesteld door of namens burgemeester en wethouders als gemeentearts dan wel als plaatsvervangend gemeentearts geniet een bezoldiging overeenkomstig een door het college vast te stellen aantal uren.
De in het vorige lid bedoelde bezoldiging is gebaseerd op schaal 15, periodiek 8.
Artikel 29 Onvoorziene gevallen
Voor gevallen waarin deze regeling niet of niet naar billijkheid voorziet, treffen de werkgever een bijzondere regeling.
Artikel 30 Overgangs- en slotbepalingen
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 11 en 12 wordt het salaris dat de medewerker gaat genieten in een hogere schaal zodanig vastgesteld dat dit uitgaat boven het salaris vermeerderd met de toelage dat de medewerker in de oude schaal genoot, tenzij het maximumsalaris van de nieuwe functieschaal dit niet mogelijk maakt.
Artikel 31 Inwerkingtreding en citeertitel
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2014 en kan worden aangehaald als Bezoldigingsregeling 2014.
Met ingang van de in lid 1 genoemde datum vervallen:
Krimpen aan den IJssel, 22 oktober 2013