Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Assen

Verordening bestuurscommissie Plateau

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAssen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening bestuurscommissie Plateau
CiteertitelVerordening bestuurscommissie Plateau
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Nieuwe regeling

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet
  2. 1.0:v:BWBR0005416&artikel=83

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-11-2014Technische wijziging

23-10-2014

Gemeenteblad, 10 november 2014

R00582
01-03-201411-11-2014Nieuwe regeling

13-02-2014

Gemeenteblad, 14 maart 2014

BB 00007

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening bestuurscommissie Plateau

De raad van de gemeente Assen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 januari 2014 ;

b e s l u i t :

  • 1.

    De huidige verordening Verordening bestuurscommissie openbaar primair (speciaal) onderwijs Assen in te trekken.

  • 2.

    Het Financieel Statuut bestuurscommissie openbaar primair onderwijs ex. artikel 82 Gemeentewet in te trekken.

  • 3.

    De gewijzigde Verordening bestuurscommissie met artikelsgewijze toelichting vast te stellen:

Artikel 1.  

In deze verordening wordt verstaan onder:

de raad : de gemeenteraad van Assen;

het college : het college van burgemeester en wethouders van Assen;

WPO : de Wet op het Primair Onderwijs;

WEC : De Wet op de Expertise Centra;

de commissie : de bestuurscommissie vanuit de raad conform artikel 83 Gemeentewet

voor het openbaar primair (speciaal) onderwijs in Assen

de school/scholen : de school/scholen als bedoeld in artikel 1 WPO en artikel 1 WEC

 

Artikel 2 Doelstelling, belangen en grondslag

De commissie heeft als doelstelling het behartigen van onderwijs aan de scholen onder haar bestuur op een dusdanige wijze dat de openbare grondslag en voldoende kwaliteit wordt gewaarborgd. De realisatie van deze doelstelling geschiedt met inachtneming van artikel 46 WPO: het karakter van het openbaar onderwijs.

 

Artikel 3 Middelen

De commissie voorziet in de materiële en personele behoeften van de scholen binnen de daartoe door de raad vastgestelde begroting, gelden die door de raad in het kader van het lokaal onderwijsbeleid beschikbaar zijn gesteld, schenkingen en legaten door derden, alsmede alle andere wettelijke baten.

 

Artikel 4 Taken en bevoegdheden

De commissie heeft tot taak:

  • 1.

    het vervullen van alle taken die samenhangen met de verzorging van onderwijs aan de scholen die onder haar bestuur vallen;

  • 2.

    er zorg voor te dragen dat op alle scholen onder haar bestuur het onderwijs van goede kwaliteit is;

  • 3.

    het samenwerken met de gemeente Assen op het terrein van het lokale onderwijsbeleid en alle overige daarvoor in aanmerking komende beleidsterreinen;

  • 4.

    het samenwerken met andere publiekrechtelijke lichamen en privaatrechtelijke rechtspersonen, die een soortgelijk doel nastreven;

  • 5.

    het uitvoeren van deze verordening.

Artikel 5.

De commissie beschikt over de volgende bevoegdheden:

  • 1.

    alle, die de WPO en WEC aan het bevoegd gezag van de scholen toekent, tenzij daar in deze verordening van wordt afgeweken;

  • 2.

    het zich door deskundigen met een adviserende stem laten bijstaan of het instellen van commissies, met het oog op de behartiging van bepaalde belangen van de onder haar gezag vallende scholen. De commissie regelt de bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van deze commissies;

  • 3.

    het afsluiten van contracten en laten uitvoeren van contractactiviteiten binnen de door de raad vastgestelde begroting;

  • 4.

    het deelnemen in samenwerkingsverbanden of privaatrechtelijke rechtspersonen met het uitdrukkelijke voorbehoud dat de bestuurscommissie deelnemer is en hieruit geen verantwoordelijkheid voor de gemeente voortvloeit. Besluiten tot deelnames met financiële risico’s, tenzij wettelijk verplicht zoals het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs, dienen te worden gemeld aan de gemeenteraad.

  • 5.

    het aangaan van samenwerkingen met andere partijen ter versterking van de doelstelling van de bestuurscommissie met het uitdrukkelijke voorbehoud dat de bestuurscommissie de samenwerking aangaat en hieruit geen verantwoordelijkheid voor de gemeente voortvloeit. Besluiten tot samenwerking met financiële risico’s dienen te worden gemeld aan de gemeenteraad.

  • 6.

    het doen van aanvragen tot verandering van de grondslag, splitsing, verplaatsing of opheffing van een school, dit uitsluitend na toestemming van de raad;

  • 7.

    het gevraagd of ongevraagd adviseren van het college of de raad met betrekking tot haar taken.

 

Artikel 6 Benoeming en samenstelling

  • 1.

    De commissie bestaat uit zeven leden.

  • 2.

    Er wordt zo spoedig mogelijk voorzien in de vervulling van een vacature, in overeenstemming met het in deze verordening bepaalde met betrekking tot de benoeming van leden.

  • 3.

    De raad benoemt de leden van de commissie op voordracht van een benoemingsadviescommissie. De commissie stelt daartoe bij reglement een procedure vast voor de voordracht bij herbenoeming en invulling van vacatures. Dit reglement zendt de commissie ter kennisgeving aan de raad.

  • 4.

    Bij de voordracht en benoeming van de in lid 2 bedoelde leden wordt gestreefd naar een spreiding van onderwijskundige, financiële en overige relevante deskundigheden op het terrein van de commissie.

  • 5.

    De commissie kiest uit haar midden een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter, een secretaris en een penningmeester.

  • 6.

    Het lidmaatschap van de commissie is onverenigbaar met:

    • a.

      een betrekking of bestuursfunctie bij het openbaar en/of bijzonder onderwijs in de gemeente Assen;

    • b.

      lidmaatschap van de medezeggenschapsraad;

    • c.

      lidmaatschap van de raad of het college.

  • 7.

    De leden van de commissie onderschrijven de doelstellingen van het openbaar onderwijs.

  • 8.

    De leden van de commissie leggen bij beëdiging door de raad een ambtseed af.

  • 9.

    Op de leden van de commissie is artikel 89 van de Gemeentewet over verboden handelingen van toepassing.

 

Artikel 7 Zittingsperiode

De leden van de bestuurscommissie worden voor een periode van vier jaar benoemd.

 

Artikel 8 Lidmaatschap

  • 1.

    Het lidmaatschap van de commissie eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      door ontslag door de raad;

    • c.

      het vervallen verklaren van het lidmaatschap op grond van artikel 6, lid 9, van deze verordening in relatie tot artikel 89 van de Gemeentewet.

  • 2.

    Het herbenoemen van leden voor een aaneengesloten zittingsperiode is tweemaal mogelijk.

  • 3.

    Behoudens het geval dat toepassing is gegeven aan artikel 8 lid 1 sub c of artikel 9 lid 3 van deze verordening, blijven de leden hun functie vervullen totdat hun opvolgers zijn benoemd.

Artikel 9 Schorsing en ontslag

  • 1.

    Het college is bevoegd om een lid van de commissie, dat naar haar oordeel in ernstige mate door handelen of het nalaten daarvan afbreuk doet aan het functioneren van de commissie, te schorsen.

  • 2.

    Dit besluit wordt aan de raad voorgelegd. De raad wijst uit zijn midden een delegatie aan, die het geschorste lid en de overige leden van de commissie hoort. Op grond van de bevindingen van de delegatie neemt de raad een besluit en regelt de gevolgen van zijn beslissing.

  • 3.

    De raad kan een lid van de commissie ontslaan, als dit naar het oordeel van de raad door handelen of nalaten daarvan ernstig afbreuk doet aan het functioneren van de commissie.

  • 4.

    Bij een voorgenomen ontslag wijst de raad uit zijn midden een delegatie aan die het betreffende lid en de overige leden van de commissie hoort. Op grond van de bevindingen van de delegatie neemt de raad een besluit over het ontslag en regelt de gevolgen van zijn beslissing.

 

Artikel 10 Werkwijze

  • 1.

    De commissie vergadert tenminste zes maal per jaar en voorts zo vaak als de voorzitter of tenminste twee leden dit nodig vinden.

  • 2.

    De voorzitter zorgt ervoor dat de leden – spoedeisende uitzonderingen daargelaten – tenminste tien dagen voor de vergadering worden opgeroepen en dat alle vergaderstukken worden verzonden.

  • 3.

    De commissievergaderingen zijn in beginsel openbaar. Op basis van artikel 23 Gemeentewet, tweede lid, kan een vergadering achter gesloten deuren worden gehouden of worden voortgezet, indien een vijfde van de leden of de voorzitter dat nodig acht. De commissie kan besluiten na afloop van de vergadering in besloten kring verder te vergaderen. Hiervan wordt op de agenda melding gemaakt. Artikel 24 Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.

  • 4.

    Elk lid van de commissie is bevoegd om tijdens de vergadering voor te stellen een naar zijn/haar mening spoedeisend onderwerp aan de agenda toe te voegen. De commissie beslist of en in hoeverre aan dat voorstel gevolg zal worden gegeven.

  • 5.

    De commissie stelt haar eigen huishoudelijk reglement op.

 

Artikel 11 Quorum

  • 1.

    De vergadering wordt niet geopend als niet tenminste vier leden van de commissie aanwezig zijn.

  • 2.

    Indien op grond van het vorige lid een vergadering niet kan worden geopend, belegt de voorzitter opnieuw een vergadering op een tijdstip, dat tenminste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproep is gelegen. Op deze vergadering is lid 1 niet van toepassing.

Artikel 12 Stemmen

  • 1.

    Leden stemmen zonder last.

  • 2.

    Alle besluiten worden genomen bij volstrekte meerderheid.

  • 3.

    Over personen wordt schriftelijk gestemd, over zaken mondeling.

  • 4.

    Bij het staken van stemmen over zaken wordt het nemen van een besluit tot een volgende vergadering uitgesteld, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend. Indien bij herstemming de stemmen wederom staken, wordt het voorstel geacht niet te zijn aangenomen.

  • 5.

    Bij staking van stemmen over personen beslist het lot, nadat onmiddellijk een herstemming heeft plaatsgevonden en de stemmen opnieuw staakten. Loting dient onmiddellijk na deze herstemming plaats te vinden.

  • 6.

    De leden van de commissie onthouden zich van stemmen over zaken – benoeming en ontslag inbegrepen – die hen, hun echtgenoten of hun bloed- of aanverwanten persoonlijk aangaan of waarbij zij als gemachtigde(n) zijn betrokken.

 

Artikel 13 Openbaarheid van vergaderingen

Op de vergaderingen van de commissie zijn de artikelen 19, tweede lid, 22 en 23, eerste tot en met het vierde lid, van de Gemeentewet van toepassing. Deze artikelen regelen respectievelijk de wijze waarop de voorzitter de leden ter vergadering oproept, de immuniteit van leden die deelnemen aan de beraadslaging, de openbaarheid van vergaderingen en het vergaderen achter gesloten deuren.

 

Artikel 14 Geheimhouding van stukken

De commissie kan op grond van artikel 86 van de Gemeentewet en artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur besluiten om geheimhouding op te leggen ten aanzien van hetgeen dat achter gesloten deuren is behandeld en de (inhoud van de) stukken aan de commissie zijn overlegd.

 

Artikel 15 Informatieverschaffing aan de commissie en de raad

  • 1.

    De commissie verschaft alle inlichtingen waar de raad en het college om vragen.

  • 2.

    Het college verschaft de commissie alle inlichtingen, die nodig zijn voor een goed functioneren van de commissie.

Artikel 16 Verhouding raad, college en bestuurscommissie

  • 1.

    Het bevoegd gezag over de openbare primaire en speciale scholen cluster 3 ligt bij de commissie. In die hoedanigheid is zij eerste aanspreekpunt en eerst verantwoordelijke voor de kwaliteit, het personeel en de financiën.

  • 2.

    De commissie is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs, de Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de onderwijskwaliteit.

  • 3.

    De bestuurscommissie is eerst verantwoordelijk voor de financiën en bedrijfsvoering breed, de gemeente houdt hier toezicht op.

  • 4.

    Het toezicht op Plateau kenmerkt zich door intensieve en frequente ambtelijke en bestuurlijke contacten ondersteunt met (formele) stukken.

  • 5.

    De gemeenteraad is toezichthoudend orgaan op de bestuurscommissie, de feitelijke uitvoering van het toezicht is gemandateerd aan het college. De gemeenteraad neemt de formele besluiten.

 

Artikel 17 Toezicht door het college en de raad

  • 1.

    De commissie informeert de raad actief over het door haar gevoerde beleid en genomen beslissingen.

  • 2.

    De commissie zendt de vastgestelde verslagen van haar vergaderingen en afschriften van haar besluitenlijst binnen een week na de vergadering ter kennisgeving aan het college. Het college laat de stukken op de Digitale Raadkamer plaatsen.

  • 3.

    Het college kan aan de hand van de besluitenlijst genoemd in lid 2 de commissie verzoeken een besluit alsnog in zijn geheel op te sturen.

  • 4.

    De voorzitter draagt er zorg voor dat de besluiten, die van invloed (kunnen) zijn op gemeentelijk onderwijsbeleid of politiek-bestuurlijk (kunnen) zijn, binnen veertien dagen aan het college worden verzonden.

  • 5.

    Het college schorst een besluit van de commissie, als dat naar zijn mening in strijd is met het recht of het algemeen belang. Een besluit tot schorsing wordt binnen veertien dagen na ontvangst van het besluit van de commissie genomen. Van een besluit tot schorsing wordt terstond mededeling gedaan aan de commissie.

  • 6.

    Het college brengt de raad terstond schriftelijk op de hoogte van het omstreden besluit van de commissie.

  • 7.

    De raad is bevoegd een besluit van de commissie te vernietigen als dat naar zijn mening in strijd is met het recht of het algemeen belang. Indien het college een besluit van de commissie heeft geschorst adviseert zij de raad over een eventuele vernietiging van het besluit.

Artikel 18 Financiën

  • 1.

    De commissie kan beschikken over de door het Rijk beschikbaar gestelde vergoeding, met inachtneming van de geldende wetgeving en de door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen opgestelde regels.

  • 2.

    De commissie is bevoegd om uitgaven te doen binnen de door de raad vastgestelde begroting.

  • 3.

    De commissie stelt regels vast met betrekking tot de organisatie van de financiële administratie en van het beheer van de betaalmiddelen. Daarnaast stelt de commissie regels op met betrekking tot de treasury van het geldverkeer en vermogensbeheer. Deze regels sluiten aan bij en zijn overeenkomstig met de uitvoering van het treasurystatuut van de gemeente Assen.

  • 4.

    De commissie biedt jaarlijks vóór 1 april een cijfermatige begroting aan het college aan. Vóór 1 oktober biedt de commissie de definitieve beleidsrijke begroting en meerjarenraming met toelichting aan het college aan. Het college biedt de begroting aan der raad aan ter vaststelling. De raad stelt voor 1 januari van het begrotingsjaar de begroting vast.

  • 5.

    De commissie verstrekt jaarlijks vóór 1 februari de gegevens ten behoeve van de gemeentelijke jaarrekening.

  • 6.

    De commissie biedt jaarlijks vóór 1 juli de jaarrekening met toelichting, voorzien van een accountantsverklaring, aan het college aan. In de toelichting wordt naast een toelichting op de cijfers ook een toelichting gegeven op de naleving van de code voor goed bestuur. Het college biedt uiterlijk 1 september de jaarrekening aan de raad aan ter instemming/goedkeuring.

  • 7.

    De commissie levert binnen één week na afloop van het kwartaal de CBS-gegevens aan het college aan voor verwerking in de IV3-rapportage van de gemeente.

  • 8.

    Indien het college zich niet kan verenigen met de in lid 4 en lid 6 bedoelde stukken, treedt zij in overleg met de commissie om te komen tot overeenstemming. Bij het aanbieden van de financiële stukken aan de raad doet het college verslag van de gang van zaken.

  • 9.

    De commissie biedt drie keer per jaar een voortgangsrapportage aan.

Artikel 19 Geschillen

  • 1.

    Geschillen tussen de commissie en de raad over de uitvoering en toepassing van deze verordening zullen worden voorgelegd aan de Algemene Commissie Bezwaarschriften (ACB) van de gemeente.

  • 2.

    Partijen verklaren van tevoren zich te binden aan de Algemene Commissie Bezwaarschriften (ACB).

 

Artikel 20 Bezwaar

  • 1.

    Tegen besluiten van de commissie in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht kan bezwaar worden aangetekend.

  • 2.

    Over deze bezwaren adviseert de Algemene Commissie Bezwaarschriften (ACB) van de gemeente.

  • 3.

    Over bezwaren met betrekking tot personele aangelegenheden en de rechtspositie van het personeel in dienst van de commissie, adviseert de Commissie Rechtspositionele Aangelegenheden van de gemeente.

 

Artikel 21 Slotbepalingen

  • 1.

    In alle zaken betreffende de commissie, waarin deze verordening niet voorziet, neemt het college een beslissing, nadat hij de commissie heeft gehoord.

  • 2.

    De verordening treedt in werking op 1 maart 2014.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening bestuurscommissie Plateau’.

Artikelsgewijze toelichting

Begripsbepaling

Artikel 1.

In dit artikel worden de meest voorkomende afkortingen toegelicht.

Doelstelling, belangen en grondslag

Artikel 2.

Artikel 46 WPO bepaalt het volgende:

  • 1.

    ‘Het openbaar onderwijs draagt bij aan de ontwikkeling van de leerlingen met aandacht voor de godsdienstige, levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden zoals die leven in de Nederlandse samenleving en met onderkenning van de betekenis van de verscheidenheid van die waarden.

  • 2.

    Openbare scholen zijn toegankelijk voor alle kinderen zonder onderscheid van godsdienst of levensbeschouwing.

3.Openbaar onderwijs wordt gegeven met eerbiediging van ieders godsdienst of levensbeschouwing.’

Middelen

Artikel 3.

Dit artikel bepaalt welke middelen de bestuurscommissie tot haar beschikking heeft bij de uitvoering van haar taken en bevoegdheden uit artikel 4 en 5 van de verordening.

Taken en bevoegdheden

Artikel 4.

De bestuurscommissie is het bevoegd gezag en in die hoedanigheid eerst verantwoordelijke voor de kwaliteit van het onderwijs, rechtmatige besteding van de middelen, goed personeelsbeleid etc. De bestuurscommissie ontvangt de expliciete opdracht om zorg te dragen voor kwalitatief goed onderwijs op al haar scholen. Als indicator voor deze opdracht wordt gehanteerd het aantal scholen dat onder het ‘basisarrangement toezicht’ van de Inspectie van het Onderwijs valt. De opdracht aan bestuurscommissie wordt daarmee al haar scholen aan de minimale vereisten van het basisarrangement van de Inspectie van het Onderwijs te laten voldoen.

Artikel 5.

De bestuurscommissie heeft alle bevoegdheden die de WPO en WEC aan het bevoegd gezag toekent, tenzij daar in de verordening van wordt afgeweken. In deze verordening zijn geen uitzonderingen gemaakt.

In de huidige tijd wordt samenwerking tussen verschillende instellingen van steeds groter belang om de kinderen de beste ontwikkelingsstart mee te geven richting de toekomst. Daarom is sinds 2014 lid 4 en 5 opgenomen in dit artikel. Plateau krijgt hiermee de bevoegdheid om zelfstandig deel te nemen in samenwerkingsverbanden of privaatrechtelijke rechtspersonen of een samenwerking met andere partijen aan te gaan. Hierbij gelden twee voorbehouden: a) de bestuurscommissie is deelnemer/samenwerkingspartner, de gemeente is op geen enkele wijze verantwoordelijk danwel aansprakelijk en b) besluiten tot deelnames/samenwerkingen met financiële risico’s dienen te worden gemeld aan de gemeenteraad. De bestuurscommissie blijft een commissie van de gemeenteraad en in die hoedanigheid kan de gemeenteraad in het uiterste geval opdraaien voor de financiële risico’s indien de bestuurscommissie hier niet (meer) aan kan voldoen.

De deelname aan het Samenwerkingsverband is uitgesloten van melding aan de gemeenteraad omdat dit een wettelijke verplichting betreft.

Benoeming en samenstelling

Artikel 6.

De leden van de bestuurscommissie worden geworven door de commissie zelf en voorgedragen aan de gemeenteraad. De gemeenteraad benoemt de leden van de commissie. Aanvullend op de verordening uit 2011 is in dit artikel toegevoegd dat de commissie streeft naar een spreiding van onderwijskundige, financiële en overige relevante deskundigheden op het terrein van de commissie. De bestuurscommissie bestuurt op hoofdlijnen, zie de toelichting onder artikel 16. Als eindverantwoordelijke wordt het van belang geacht dat de commissie affiniteit heeft met het onderwijs en dat er verschillende deskundigheden in de commissie aanwezig zijn om het openbaar onderwijs zo goed mogelijk vorm te kunnen geven.

Zittingsperiode

Artikel 7.

De periode van vier jaar is in 2002 zo vastgesteld en blijkt goed te werken.

Lidmaatschap

Artikel 8.

De leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat hun opvolgers zijn benoemd, hierdoor blijft de continuïteit van de commissie gewaarborgt. Dit lid is niet van toepassing wanneer het lidmaatschap is vervallen of het lid is ontslagen op grond van artikel 9 lid 3 van de verordening.

Schorsing en ontslag

Artikel 9.

Het college is bevoegd om een lid van de commissie te schorsen indien er naar haar oordeel in ernstige mate door handelen of nalaten daarvan afbreuk dot aan het functioneren van de commissie. Dit besluit wordt aan de raad voorgelegd ter toetsing en de raad besluit of de schorsing standhoud en zo ja welke gevolgen dit heeft. De gemeenteraad is bevoegd om een lid van de commissie te ontslaan.

Werkwijze

Artikel 10.

Dit artikel geeft de basisvereisten voor de werkwijze van de commissie. In haar eigen huishoudelijk reglement bepaalt de commissie de gang van zaken tijdens commissievergaderingen.

Quorum

Artikel 11.

Het quorum is niet van toepassing wanneer het een vergadering betreft die is belegd omdat de vorige vergadering wegens onvoldoende quorum niet is geopend.

Stemmen

Artikel 12.

De leden van de commissie zijn onafhankelijk en stemmen zonder last. Besluiten dienen met volstrekte meerderheid van stemmen te worden genomen en volgens algemeen gebruik wordt over personen schriftelijk gestemd.

Openbaarheid van vergaderingen

Artikel 13.

Conform artikel 83 lid 4 van de Gemeentewet, die gaat over de instelling van bestuurscommissies, zijn de artikelen over het oproepen van leden, de immuniteit van de leden die deelnemen aan de beraadslagingen, de openbaarheid van de vergaderingen en het vergaderen achter gesloten deuren van overeenkomstige toepassing op de vergaderingen van de commissie.

Geheimhouding van stukken

Artikel 14.

De commissie kan op grond van artikel 86 van de Gemeentewet en artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur besluiten om geheimhouding op te leggen omtrent de inhoud van de stukken die aan de commissie worden overlegd.

Informatieverschaffing aan de commissie en de raad

Artikel 15.

Dit artikel bepaalt de informatieverschaffing aan de bestuurscommissie, college en raad. De commissie is verplicht alle informatie te verschaffen waar het college en de raad om vragen. In artikel 17 van der verordening is de ongevraagde informatieverschaffing van de commissie aan de raad geregeld.

De informatieplicht is geen eenrichtingsverkeer, ook het college is verplicht de commissie alle informatie te verschaffen die nodig zijn voor een goed functioneren.

Verhouding raad, college en bestuurscommissie

Artikel 16.

Bij aanvang van het herijken van de verordening zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd:

  • 1.

    Het bevoegd gezag over de openbare primaire en speciale scholen cluster 3 ligt bij de bestuurscommissie. In die hoedanigheid is zij eerste aanspreekpunt en eerst verantwoordelijke voor kwaliteit en financiën.

  • 2.

    De bestuurscommissie is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs, de Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de onderwijskwaliteit.

  • 3.

    De bestuurscommissie is eerst verantwoordelijke voor de financiën en bedrijfsvoering breed, de gemeente houdt hier toezicht op.

  • 4.

    De gemeenteraad is toezichthoudend orgaan op de bestuurscommissie, de feitelijke uitvoering van het toezicht is gemandateerd aan het college. De gemeenteraad neemt de formele besluiten.

  • 5.

    Gezien ook de aanleiding tot het uitvoeren van een quickscan en opstellen van een verbeterplan wil de gemeente nauw contact hebben met Plateau en inzicht hebben/houden in de bedrijfsvoering en financiële organisatie.

De eerste vier uitgangspunten zijn ongewijzigd overgenomen in de verordening omdat zij kort en helder de verhoudingen tussen raad, college en bestuurscommissie weergeven. Het vijfde uitgangspunt is in artikel 18 van de verordening verwerkt.

Uitgaande van bovenstaande uitgangspunten worden de posities van bestuurscommissie, raad, griffier, college en ambtelijke organisatie als volgt geëxpliciteerd:

Bestuurscommissie

De bestuurscommissie is het bevoegd gezag en in die hoedanigheid eerst verantwoordelijke voor de kwaliteit van het onderwijs, rechtmatige besteding van de middelen, goed personeelsbeleid etc. Door de bestuurscommissie is reeds gekozen voor vergaande mandatering naar de algemeen directeur waardoor een verhouding dagelijks bestuurder – algemeen bestuur ontstaat. Het algemeen bestuur bestuurt op hoofdlijnen en neemt de formele besluiten. De algemeen directeur is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding aan de organisatie en legt verantwoording over zijn handelen af aan de bestuurscommissie. Deze verdeling is een interne aangelegenheid van Plateau.

Gemeenteraad

De gemeenteraad is intern toezichthouder conform de Wet Goed Onderwijs, Goed Bestuur. Hiermee wordt voldaan aan de scheiding van toezicht en bestuur. De gemeenteraad houdt toezicht op hoofdlijnen en neemt de formele besluiten: vaststellen van begroting/jaarrekening, benoeming/ontslag leden bestuurscommissie en vernietigen van besluiten. Het college heeft in deze zaken in de regel een adviserende rol, maar het staat de gemeenteraad vrij om de bestuurscommissie rechtstreeks te benaderen of stukken op te vragen.

Griffier

Gelet op de huidige ondersteuning van de bestuurscommissie door het stafbureau wordt voorgesteld de griffier geen andere positie te geven dan nu het geval is. De griffier functioneert als contactpersoon voor de gemeenteraad.

College

Het college heeft in Assen de positie van ‘uitvoerend toezichthouder’. De gemeenteraad heeft in de verordening de uitvoerende taken op het gebied van toezicht doorgemandateerd aan het college. Het college functioneert daardoor als eerste aanspreekpunt voor de bestuurscommissie en spreekt de bestuurscommissie als eerste aan. Daarnaast voorziet het college de raad van advies bij het nemen van formele besluiten en informeert het college de raad in geval van belangrijke ontwikkelingen.

Ambtelijk organisatie

Tenslotte even kort de aandacht voor de positie van het ambtelijk apparaat. Er is regelmatig ambtelijk contact tussen het stafbureau en de ambtelijke organisatie over uiteenlopende onderwerpen. Op ambtelijk niveau worden de adviezen aan en van het college voorbereid. Binnen de ambtelijke organisatie is één accounthouder openbaar onderwijs die ziet op de relatie tussen het openbaar onderwijs en de gemeente en in die hoedanigheid ook de formele stukken ontvangt.

Toezicht door het college en de raad

Artikel 17.

In artikel 16 lid 5 van de verordening is bepaald dat de gemeenteraad het toezichthoudend orgaan is en dat de feitelijke uitvoering van het toezicht is gemandateerd aan het college. In artikel 17 van de verordening worden de formele toezichtsbevoegdheden besproken. Het informele toezicht wordt als volgt ingevuld:

Toezichtsregime algemeen

Voordat wordt ingegaan op de verschillende onderwerpen zoals benoemd in de quickscan zal eerst het ‘algemene toezichtsregime’ op Plateau worden omschreven.

Het toezicht op Plateau kenmerkt zich door intensieve en frequente ambtelijke en bestuurlijke contacten ondersteunt met (formele) stukken. Tijdens deze contacten wordt in het algemeen de stand van de organisatie besproken en alle onderwerpen die daar onder vallen. De contacten worden ondersteund door de (formele) stukken die Plateau aanlevert: begroting, jaarrekening incl. accountantsverslag en kwartaalrapportages. Gezamenlijk moeten deze zaken een beeld geven van Plateau als organisatie. In de verordening is een aantal bevoegdheden aan de gemeenteraad toegekend om in te grijpen indien nodig. Deze bevoegdheden worden echter als ultimum remedium gebruikt: alleen als de gemeente en Plateau er in onderling overleg niet uitkomen.

Toezicht op kwaliteit

Zoals reeds onder 6. is aangegeven, is de bestuurscommissie verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs en houdt de Inspectie van het Onderwijs toezicht op de onderwijskwaliteit. Voorgesteld wordt om in de verordening de expliciete opdracht aan de bestuurscommissie mee te geven om zorg te dragen voor kwalitatief goed onderwijs op al haar scholen. Als indicator voor deze opdracht wordt gehanteerd het aantal scholen dat onder het ‘basisarrangement toezicht’ van de inspectie van het onderwijs valt. De opdracht aan de bestuurscommissie is om al haar scholen aan de minimale vereisten van het basisarrangement van de Inspectie van het Onderwijs te laten voldoen. Deze opdracht is opgenomen in artikel 4 van de verordening.

Toezicht op financiën en bedrijfsvoering

Eén van de basisvoorwaarde voor het kunnen leveren van kwalitatief goed onderwijs is een gezonde financiële positie van de organisatie. Een gezonde financiële positie is tweeledig: enerzijds moet de organisatie ruimte hebben om tegenvallers te kunnen opvangen anderzijds moet de organisatie niet onnodig extra geld oppotten. Dit betreft echter een grijs gebied: wanneer is iets te weinig, voldoende of teveel? Hiervoor is inzicht nodig in de financiën van de organisatie en in de (gevolgen van) ontwikkelingen die op het onderwijs afkomen. Op basis daarvan moeten maatregelen worden genomen om een gezonde financiële organisatie te kunnen zijn/blijven.

De bestuurscommissie is verantwoordelijk voor het financiële beleid van Plateau. Echter mede gelet op de aanbevelingen uit de quickscan wil de gemeente graag inzicht hebben/houden in de financiën en bedrijfsvoering. Dit vraag transparantie op: inkomsten, uitgaven, te verwachten ontwikkelingen, risicoanalyses, te nemen maatregelen en het meerjarenperspectief. De opdracht aan Plateau is om sluitend te begroten en binnen de vastgestelde begroting te werken. De volgende indicatoren worden voor deze opdracht gehanteerd:

  • a)

    De begroting is sluitend.

  • b)

    De kengetallen van Plateau sluiten aan op het vastgestelde risicoprofiel van Plateau maar bevinden zich minimaal op de landelijk vastgestelde ondergrenzen voor deze normen.

Uit de begroting, kwartaalrapportages en jaarstukken moet het verloop van het jaar helder blijken: stand van zaken, meevallers/tegenvallers, geprognotiseerd resultaat, te nemen maatregelen etc. Daarnaast is er sprake van een actieve informatieplicht vanuit beide partijen.

Toezicht op rechtmatigheid

De accountant controleert aan de hand van het controleprotocol van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen of Plateau de haar toegekende middelen rechtmatig heeft besteed. Bij rechtmatige besteding van de middelen volgt een goedkeurende verklaring. De gemeente volgt het oordeel van de accountant inzake de rechtmatigheid.

Toezicht op integer bestuur en naleving code goed bestuur

Het toezicht op integer bestuur en naleving van de code goed bestuur vindt plaats in contacten en gesprekken tussen Plateau en de gemeente. Plateau legt tevens in het jaarverslag verantwoording af over de naleving code goed bestuur en good governance.

Financiën

Artikel 18.

De commissie kan beschikken over alle middelen van het Rijk die aan de commissie worden toegekend en is bevoegd uitgaven te doen binnen de vastgestelde begroting. De regels met betrekking tot de financiële administratie betreffen in ieder geval bepalingen over:

  • a)

    Comptabiliteitsvoorschriften;

  • b)

    De wijze waarop de invoering van alle inkomsten en ontvangsten plaatsheeft en de wijze waarop alle betalingen geschieden, voor zover één en ander niet in of krachtens deze verordening is of wordt vastgelegd;

  • c)

    De controle op het geldelijk beheer en de boekhouding;

  • d)

    de wijze van fraude-, aansprakelijkheids- en andere verzekeringen.

In verband met de begrotingscyclus van de gemeente is met de commissie afgesproken dat zij voor 1 april een cijfermatige begroting voor het opvolgende jaar aan het college aanbiedt. Deze wordt verwerkt in de begroting van de gemeente. Omdat de 1 oktobertelling voor het onderwijs van groot belang is in verband met de middelen die de onderwijsinstelling het jaar daarna ontvangt, maakt de commissie na de zomervakantie een beleidsrijke begroting. Om ervoor te zorgen dat de begroting tijdig door de gemeenteraad wordt vastgesteld dient deze begroting voor 1 oktober aan het college te zijn aangeboden (de 1 oktobertelling is dus niet verwerkt). Deze beleidsrijke begroting wordt via de voorjaarsnota verwerkt in de gemeentelijke planning & controlcyclus. Omdat de commissie geen uitgaven kan doen zonder vastgestelde begroting dient de beleidsrijke begroting van de commissie voor 1 januari te zijn vastgesteld door de raad.

Via de jaarrekening en het jaarverslag legt de bestuurscommissie af over het gevoerde beleid en de daarvoor in het verslagjaar ingezette middelen. Uit de jaarrekening blijkende positieve resultaten blijven beschikbaar voor de bestuurscommissie via de ingestelde algemene- en/of bestemmingsreserve. Eventuele tekorten worden gedekt uit deze reserve.

Wanneer het college zich niet kan verenigen met de begroting of jaarrekening treedt zij in overleg met de commissie, hiervan wordt verslag gedaan aan de raad tijdens het aanbieden van de stukken.

Geschillen

Artikel 19.

Beide partijen binden zich aan de uitspraak van de Algemene Commissie Bezwaarschriften (ACB) van de gemeente Assen in het geval van een geschil in de toepassing van deze verordening.

Bezwaar

Artikel 20.

Tegen besluiten van de commissie kan bezwaar worden aangetekend, de Algemene Commissie Bezwaarschriften van de gemeente Assen adviseert over deze bezwaren.

Voor personele aangelegenheden heeft de gemeente Assen een aparte commissie: de Commissie Rechtspositinele Aangelegenheden. Deze commissie adviseert ook over bezwaren inzake personele aangelegenheden die onder de commissie vallen.

Slotbepalingen

Artikel 21.

De commissie is algemeen bekend onder de naam Plateau. Derhalve wordt de verordening ook aangehaald als ‘Verordening bestuurscommissie Plateau’.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 23 oktober 2014

De raad voornoemd

mw. C. Abbenhues, voorzitter

mw. I. Rozema, griffier