Organisatie | Hellevoetsluis |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene subsidieverordening Hellevoetsluis 2014 |
Citeertitel | Algemene subsidieverordening Hellevoetsluis 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 149 van de Gemeentewet en afdeling 4.2. van de Algemene wet bestuursrecht
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-03-2014 | 27-03-2014 | 11-07-2019 | Nieuwe regeling | 13-03-2014 Groot-Hellevoet, 26 maart 2014 | 13-03-14/08 |
De raad der gemeente Hellevoetsluis;
gehoord de commissies zorg, welzijn en onderwijs en algemene zaken en middelen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 januari 2014, nummer: 13-03-14/08;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en afdeling 4.2. van de Algemene wet bestuursrecht;
vast te stellen de Algemene subsidieverordening Hellevoetsluis 2014
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
algemene groepsvrijstellingsverordening:
Verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 6 augustus 2008 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard („de algemene groepsvrijstellingsverordening”) (PbEU L 214/3) , dan wel later daarvoor in de plaats tredende Europese regelgeving;
Verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van Europese
Gemeenschappen van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L379/5), verordening (EG) nr. 1535/2007 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 20 december 2007 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun in de landbouwproductiesector (PbEU L 337/35) en verordening (EG) nr. 875/2007 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 24 juli 2007 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun in de visserijsector en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1860/2004 (PbEU L 193/6) , dan wel later daarvoor in de plaats tredende Europese regelgeving;
Artikel 2. Reikwijdte verordening
Deze verordening is van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders, met uitzondering van subsidies waarvoor bij afzonderlijke verordening een uitputtende regeling is getroffen en subsidies als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is).
Het college kan nadere regels stellen voor een onderverdeling in beleidsterreinen. De raad kan per beleidsterrein een subsidieplafond bepalen zoals bedoeld in artikel 4, lid 1 van deze verordening. In deze nadere beleidsregels per plafond kan het college een omschrijving geven van de te subsidiëren activiteiten, de doelgroepen en de verdeling van de subsidie.
Burgemeester en wethouders stellen in beleidsregels vast welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie. Voor zover van toepassing, wordt hierin tevens bepaald welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen, hoe de subsidie wordt berekend en hoe de subsidiebedragen worden uitbetaald.
HOOFDSTUK 3. AANVRAAG VAN DE SUBSIDIE
Artikel 5. Bij aanvraag in te dienen gegevens
Bij een aanvraag om subsidie overlegt de aanvrager de volgende gegevens:
een begroting en dekkingsplan van de kosten van de activiteiten, waar de subsidie voor wordt aangevraagd. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij andere bestuursorganen of private organisaties of personen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;
Indien een aanvrager voor de eerste maal een jaarlijkse subsidie aanvraagt, voegt hij een exemplaar van de oprichtingsakte dan wel de statuten, een kopie van het huishoudelijk reglement, een opgave van de samenstelling van het bestuur en een zo recent mogelijk, gewaarmerkt verslag van de financiële positie (bestaande uit de laatst vastgestelde verlies- en winstrekening en balans) als bijlagen toe aan het aanvraagformulier.
Indien de aanvraag tot subsidieverlening niet voldoet aan de vereisten van de Awb en deze verordening dan zal de gemeente de aanvrager verzoeken de ontbrekende gegevens op te sturen. De aanvrager heeft vier weken de tijd om de ontbrekende gegevens na te zenden, gerekend vanaf de verzenddatum van het verzoek om de aanvraag aan te vullen.
HOOFDSTUK 4. WEIGERING VAN DE SUBSIDIE
Het college kan voor subsidies binnen door de raad vast te stellen beleidsterreinen of onderdelen daarvan bepalen dat de gevraagde subsidie kan worden geweigerd of de verleende subsidie kan worden ingetrokken in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur.
HOOFDSTUK 5. VERLENING VAN DE SUBSIDIE
Artikel 11. Betaling en bevoorschotting
Indien besloten wordt tot bevoorschotting van de subsidie, wordt in het besluit tot subsidieverlening, de hoogte en de termijnen van de voorschotten bepaald. Bij een bedrag hoger dan 10.000 euro wordt 80% bevoorschot in nader aan te geven termijnen. De overige 20% wordt achteraf uitbetaald als de ingediende verantwoording van de subsidie voldoet aan alle eisen en de subsidie is vastgesteld.
HOOFDSTUK 6. VERPLICHTINGEN VAN DE SUBSIDIEONTVANGER
Artikel 12. Tussentijdse rapportage
Bij subsidies welke verleend worden voor activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan het college de verplichting opleggen tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. Een dergelijke tussentijdse verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar gevraagd.
De subsidieontvanger doet onverwijld melding aan het college, zodra aannemelijk is dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, gedeeltelijk of geheel niet zullen worden verricht of dat gedeeltelijk of geheel niet aan de aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden verplichtingen zal worden voldaan.
Verder is de subsidieontvanger overeenkomstig artikel 4:70 Awb verplicht om gedurende het boekjaar onverwijld melding te doen aan het college als er aanmerkelijke verschillen ontstaan of dreigen te ontstaan tussen de begrote uitgaven en inkomsten en de werkelijke uitgaven en inkomsten.
Artikel 14. Verzekeringsplicht
Een ontvanger van een subsidie is zelf verantwoordelijk voor een adequate verzekering voor wettelijke aansprakelijkheid en roerende of onroerende zaken. Het college legt hier geen nadere regels voor op. Het is de verantwoordelijkheid van organisaties om te onderzoeken of er buiten de dekking van de gemeentelijke vrijwilligersverzekering een aanvullende verzekering gewenst is. Schadeposten die buiten de dekking van de gemeentelijke vrijwilligersverzekering vallen worden niet door de gemeente vergoed.
HOOFDSTUK 7. VERANTWOORDING EN VASTSTELLING VAN DE SUBSIDIE
Artikel 16. Verantwoording subsidies tot 5.000 euro
Bij een ambtshalve vaststelling als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, kan het college de aanvrager verplichten om op de door haar aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten, waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.
Artikel 18. Verantwoording subsidies vanaf 50.000 euro
Het financiële verslag zoals benoemd in lid 2 wordt door een erkend accountant uitgebracht naar aanleiding van diens onderzoek van de jaarstukken en van de administratie van de subsidieontvanger. In het financiële verslag is expliciet vermeld of de verstrekte voorschotten zijn besteed overeenkomstig het bepaalde in of krachtens deze verordening en wordt aandacht besteed aan de rechtmatigheid en doelmatigheid van de besteding van de middelen in relatie tot de uitgevoerde activiteiten en geleverde producten.
Artikel 19. Vaststelling subsidie
Indien uit de aard van de subsidie, dan wel de verantwoording daarvan, volgt dat voor de beslissing op de vaststelling van de subsidie een langere termijn nodig is dan de in het eerste lid genoemde termijn, dan bericht het college de subsidieontvanger daarvan zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling.
Artikel 20. Verrekening, intrekking of wijziging van de subsidie
Als de subsidie lager wordt vastgesteld, vindt verrekening zo mogelijk plaats door inhouding op de voorschotbetalingen in het jaar waarin het besluit tot subsidievaststelling wordt genomen. Indien dit niet mogelijk is gezien het tijdstip van het jaar waarin laatstgenoemd besluit wordt genomen, geschiedt verrekening zo mogelijk door inhouding van het verschuldigde bedrag op de voorschotbetalingen in het eerstvolgende subsidiejaar dan wel wordt een besluit genomen tot terugvordering van onverschuldigde betalingen.
HOOFDSTUK 8. OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 21. Periodiek onderzoek naar effecten van de verleende subsidies
Het college publiceert in het laatste subsidieprogramma van een collegeperiode een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de subsidies van de afgelopen vier jaar, zoals bedoeld in artikel 4:24 Awb. Daarbij worden enkel de subsidies boven de 5.000 euro in ogenschouw genomen.
Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 1, 2, 3 en 8 voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt periodiek verslag gedaan aan de raad.