Hoofdstuk II Voorzieningen voor raads- en commissieleden
Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden
De vergoeding voor de werkzaamheden voor raadsleden bedoeld in artikel
2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, is
gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties voor gemeenteklasse 7 vastgestelde maximum.
Artikel 3 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen
- 1.
De vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een
commissie en haar subcommissies of een door de raad, gehoord het
presidium, verklaarde buitengewone commissievergadering, bedoeld in
artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is
gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties voor gemeenteklasse 5 vastgestelde maximum.
- 2.
Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degene die
als lid van een commissie een vaste vergoeding voor de werkzaamheden
als bedoeld in artikel 96 van de Gemeentewet ontvangt.
- 3.
De vergoeding wordt slechts één maal per vergaderavond uitgekeerd.
- 4.
Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een commissie
- ·
a.als raadslid of wethouder;
- ·
b.uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van
een ambtelijke of bestuurlijke hoedanigheid dan wel van een
functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege
wordt gesubsidieerd;
- ·
c.als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling,
organisatie of groepering, tenzij zijn lidmaatschap van de
commissie tevens in belangrijke mate het gemeentelijk belang
dient.
- 5.
De raad kan in afwijking van het bepaalde in het eerste lid een
hogere vergoeding vaststellen, zulks tot ten hoogste 180% van het in
het eerste lid bedoelde bedrag van de vergoeding, ten aanzien van
- ·
a.een lid van een commissie die op grond van zijn bijzondere
beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de
commissie voor deelname aan haar werkzaamheden is
aangetrokken, en
- ·
b.een lid van een commissie ten aanzien waarvan de
vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke
verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak en de
omvang van de door hem te verrichten arbeid.
- 6.
In afwijking van het bepaalde in het eerste en het vijfde lid
ontvangen de leden van de volgende commissies een vergoeding van
150% van het in het eerste lid bedoelde bedrag van de
vergoeding:
- ·
a.Commissie voor de Behandeling Bezwaar- en
beroepschriften;
- ·
b.Bezwarencommissie Personele Aangelegenheden;
- ·
c.Bezwaarschriftencommissie Sociale Voorzieningen;
- ·
- 7.
In afwijking van het bepaalde in het eerste en het vijfde lid
ontvangen de voorzitters van de in het zesde lid genoemde commissies
alsmede de voorzitter(s) van de Begeleidingscommissie Werk, Zorg en
Inkomen, de Participatieraad WMO en de Adviescommissie
Toegankelijkheid een vergoeding van 180% van het in het eerste lid
bedoelde bedrag van de vergoeding.
- 8.
In afwijking van hetgeen in het eerste en vijfde lid is bepaald
wordt aan de leden van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit een
uurloon ter hoogte van het architectenhonorarium vastgesteld door de
Bond van Nederlandse Architecten, welk uit te keren bedrag voor
BTW-plichtigen wordt vermeerderd met het hierover verschuldigde
BTW-tarief, uitbetaald.
Artikel 4 Onkostenvergoeding
De vergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap
verbonden kosten is gelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse 7, vermeld
in tabel II van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
Artikel 5 Berekening en betaling vaste vergoedingen
Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is geweest
ontvangt de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 4, naar
evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is
geweest.
De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 4,
geschiedt in maandelijkse termijnen.
Artikel 6 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij
arbeidsongeschiktheid
De vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, kan op
verzoek van een raadslid worden verlaagd in het geval hij een uitkering
ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.
Artikel 7 Compensatie korting werkloosheidsuitkering
- 1.
In het geval een raadslid een uitkering op grond van de
Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die
wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het
uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel
2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid
ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd
tot het bedrag van bedoelde korting.
- 2.
In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit
Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel ontvangt en de na
toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane
korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het
raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde
vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt
deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag
van bedoelde korting.
Artikel 8 Reiskosten
- 1.
Aan het raadslid worden de ten behoeve van de gemeente gemaakte
kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente
ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed.
- 2.
Aan het lid van een commissie dat geen raadslid of wethouder is en
niet in zijn hoedanigheid van ambtenaar tot lid van de commissie is
benoemd worden de reiskosten voor het bijwonen van de vergaderingen
van de commissie vergoed.
- 3.
De vergoeding als bedoeld in het eerste en tweede lid betreft:
- ·
a.bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een
taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid
gemaakte noodzakelijke reiskosten;
- ·
b.bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding
van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten
overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel b. van
de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 9 Verblijfkosten
- 1.
De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake
van reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het
raadslid vergoed.
- 2.
De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake
van reizen binnen en buiten het grondgebied van de gemeente worden
aan het commissielid vergoed.
- 3.
De vergoeding is overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel
c, van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 10 Buitenlandse excursie of reis
- 1.
Een raadslid maakt uitsluitend een buitenlandse reis uit hoofde van
zijn lidmaatschap als de raad, gehoord het seniorenconvent, hiermee
heeft ingestemd.
- 2.
De gemeenteraad kan een commissie uit de gemeenteraad, inclusief de
niet raadsleden, toestemming verlenen voor een excursie of reis naar
het buitenland. De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden
verbinden.
- 3.
Indien de in het tweede lid bedoelde excursie of reis zowel raads-
als commissieleden deelnemen, kan de gemeenteraad afhankelijk van
het aantal deelnemende raadsleden, vaststellen hoeveel
commissieleden hieraan kunnen deelnemen.
- 4.
De in het eerste en tweede lid bedoelde excursie of reis wordt door
of vanwege de gemeente georganiseerd.
- 5.
De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen geheel of
gedeeltelijk voor rekening van de gemeente. De raad neemt hierover
per voorkomend geval een beslissing.
Artikel 11 Cursus, congres, seminar of symposium
- 1.
De kosten van deelname van een raadslid of commissielid aan
cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk
belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd
komen voor rekening van de gemeente.
- 2.
Het raadslid of commissielid dat wil deelnemen aan een cursus,
congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente
wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde
aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie
en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de
gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de
vervulling van het raads- of commissielidmaatschap.
Artikel 12 Computer
Door de gemeente wordt aan het raadslid, gedurende de uitoefening van
het raadslidmaatschap, een iPad in bruikleen ter beschikking
gesteld.
Het college stelt een bruikleenovereenkomst vast.
Het raadslid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met
de gemeente.
Artikel 13 Fietsregeling
Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en
onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van
die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de
fietsregeling als bedoeld in artikel 3.10 van de Uitvoeringsregeling
loonbelasting 2011. Naar keuze van het raadslid wordt de raadsvergoeding
verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de
Uitvoeringsregeling.
Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen
aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.
Artikel 14 Ziektekostenvoorziening
- 1.
Raadsleden ontvangen een tegemoetkoming in de kosten van een
ziektekostenverzekering als bedoeld in artikel 11 van het
Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
- 2.
In het geval een raadslid gedurende een gedeelte van het
kalenderjaar lid van de raad is geweest ontvangt hij de
tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van
het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.
- 3.
De betaling van de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid,
geschiedt in maandelijkse termijnen.
Artikel 15 Werkkostenregeling
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid,
onderdeel f van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen:
- ·
a.de vergoedingen op grond van artikel 4;
- ·
b.de vergoedingen op grond van artikel 8;
- ·
c.de vergoedingen op grond van artikel 9;
- ·
d.de vergoedingen en verstrekkingen op grond van artikel
10;
- ·
e.de vergoedingen op grond van artikel 11;
- ·
f.de vergoedingen en verstrekkingen op grond van artikel 12 van
deze verordening en artikel 7a, eerste lid van het
Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders
Artikel 16 Onkostenvergoeding
De vergoeding voor aan de uitoefening van het wethouderschapschap
verbonden kosten is gelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse 18.001 en
hoger, vermeld in artikel 25 van het Rechtspositiebesluit
wethouders.
Artikel 17 Reiskosten woon-werkverkeer
De tegemoetkoming voor het reizen tussen zijn woning en de plaats van
tewerkstelling van de wethouder is gelijk aan de vergoeding bedoeld in
artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 18 Zakelijke reiskosten
Aan de wethouder wordt naast de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 17
vergoeding verleend voor reiskosten ter zake van andere dan de in
artikel 17 bedoelde reizen ten behoeve van de gemeente gemaakt
overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van de Regeling rechtspositie
wethouders.
Artikel 19 Buitenlandse dienstreis
- 1.
Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten
Nederland maakt worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke
reis- en verblijfkosten vergoed.
- 2.
Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland is vooraf
toestemming van het college vereist. Het college meldt het besluit
via de besluitenlijst van het college. De gemeenteraad kan aan deze
toestemming voorwaarden verbinden.
Artikel 20 Cursus, congres, seminar of symposium
- 1.
De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen,
seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens
de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de
gemeente.
- 2.
De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of
symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of
verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag
gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een
kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente
als deelname van algemeen belang is in verband met de uitoefening
van het ambt van wethouder.
Artikel 21 Computer
- 1.
Door de gemeente wordt aan de wethouder, gedurende de uitoefening
van het wethouderschap, een iPad inclusief internetabonnement in
bruikleen ter beschikking gesteld.
- 2.
Het college stelt een bruikleenovereenkomst vast.
- 3.
De wethouder ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst
met de gemeente.
Artikel 22 Mobiele telefoon
- 1.
Op aanvraag wordt de wethouder voor uitsluitend de uitoefening van
zijn ambt een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking
gesteld.
- 2.
De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met de
gemeente.
- 3.
Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Artikel 23 Fietsregeling
- 1.
De wethouder kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in
artikel 3.10 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011. Naar
keuze van de wethouder wordt de bezoldiging dan wel
eindejaarsuitkering verminderd met de vergoeding voor de fiets als
bedoeld in de Uitvoeringsregeling.
- 2.
Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen
aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.
Artikel 24 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten bij benoeming
De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente
beschikt heeft ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:
- ·
a.reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel
1 van de Regeling rechtspositie wethouders;
- ·
b.verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder
overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de Regeling
rechtspositie wethouders.
Artikel 25 Werkkostenregeling
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid,
onderdeel f van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen:
- ·
a.de vergoedingen op grond van artikel 16;
- ·
b.de vergoedingen op grond van artikel 17;
- ·
c.de verstrekkingen op grond van artikel 18;
- ·
d.de vergoedingen op grond van artikel 19;
- ·
e.de vergoedingen en verstrekkingen op grond van artikel 20 van
deze verordening en artikel 27a van het Rechtspositiebesluit
wethouders;
- ·
f.de verstrekkingen op grond van artikel 21;
- ·
g.de vergoedingen op grond van artikel 24.
Hoofdstuk IV De procedure van declaratie
Artikel 26 Betaling van kosten
Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door
- ·
a.betaling uit eigen middelen; of
- ·
b.rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente; of
- ·
c.een gemeentelijke creditcard.
Artikel 27 Declaratie van vooruit betaalde kosten
- 1.
Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 8, 9, 10,
11, 17, 18, 19, 20 en 24 wordt gebruik gemaakt van een
declaratieformulier, waarvan het model door het college is
vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn
betaald.
- 2.
Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld, voorzien van
originele bewijsstukken en ondertekend binnen 6 maanden ingediend
bij:
- ·
a.indien het een wethouder betreft bij de gemeentesecretaris
en
- ·
b.indien het een raadslid of commissielid betreft bij de
griffier,
- ·
c.of een door hen aangewezen ambtenaar.
Artikel 28 Rechtstreekse facturering bij de gemeente
- 1.
De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 8, 9, 10, 11, 17,
18, 19 en 20 kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de
door het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder voor akkoord
ondertekende factuur aan de gemeente.
- 2.
Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het
begeleidingsformulier, waarvan het model door het college is
vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen.
- 3.
Het begeleidingsformulier en de factuur wordt binnen 6 maanden
ingediend bij:
- ·
a.indien het een wethouder betreft bij de gemeentesecretaris
en
- ·
b.indien het een raadslid of commissielid betreft bij de
griffier,
- ·
c.of een door hen aangewezen ambtenaar.
Artikel 29 Gebruik creditcard
- 1.
De vergoeding van de kosten van een buitenlandse vlucht gemaakt door
een wethouder, die ten laste van de gemeente komen, kan plaatsvinden
door gebruikmaking van de gemeentelijke creditcard.
- 2.
De gemeentesecretaris draagt zorg voor het gebruik en beheer van de
gemeentelijke creditcard.
- 3.
Controle van de uitgaven gedaan met de gemeentelijke creditcard
vindt plaats door de gemeentesecretaris of de aangewezen ambtenaar.
- 4.
Verlies of diefstal van de creditcard wordt direct gemeld bij de
betreffende creditcardmaatschappij en zo spoedig mogelijk ook bij de
gemeente. Het eigen risico bij verlies en diefstal komt mits is
voldaan aan de daarvoor geldende regels, voor rekening van de
gemeente.
Hoofdstuk V Citeertitel en inwerkingtreding
Artikel 30 Intrekking oude regeling
De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden,
vastgesteld op 9 juli 2007, sedertdien gewijzigd, wordt ingetrokken.
Artikel 31 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug
tot en met 1 januari 2014.
Artikel 32 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie
wethouders, raads- en commissieleden 2014.