Organisatie | Wijk bij Duurstede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad - gemeente Wijk bij Duurstede |
Citeertitel | Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad - 2014 - gemeente Wijk bij Duurstede |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2014 | 22-08-2017 | Onbekend | 25-02-2014 | Onbekend |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
Voorbesprekingsronde: de ronde die aan elke raadsvergadering vooraf gaat met
als doel een aantal onderwerpen of voorstellen te behandelen, volgens de/het door de agendacommissie op te stellen agenda en tijdschema.
Behandelmemo: een memorandum dat bij een te behandelen stuk wordt gevoegd waarin kort (het doel van) de activiteit, de wijze van behandeling en de mogelijke uitkomsten van de activiteit worden omschreven.
Amendement: voorstel tot wijziging van een in behandeling zijnde concept-besluit;
Sub-amendement: voorstel tot wijziging van een in behandeling zijnde amendement;
Motie: korte en gemotiveerde verklaring over een onderwerp waardoor een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken;
Voorstel van orde: voorstel betreffende de orde van de vergadering;
Initiatiefvoorstel: een voorstel voor een verordening of een ander voorstel;
Burgerinitiatiefvoorstel: een voorstel van initiatiefgerechtigden om een onderwerp op de agenda van de vergadering van de raad te plaatsen.
Artikel 3 Waarneming van de voorzitter
De raad bepaalt in zijn eerste vergadering na de periodieke verkiezing van zijn leden:
a.welke twee leden met de waarneming van het voorzitterschap van de raad
Artikel 5 Overleg van fractievoorzitters
functioneren van de griffier te beoordelen, zoals nader is uitgewerkt in
het Protocol Overleg van fractievoorzitters;
d.periodiek met de voorzitter van de raad een gesprek te voeren over zijn functioneren.
6De griffier is bij elk overleg aanwezig en heeft dan een adviserende rol, met uitzondering van de gevallen die in het Protocol voor het overleg van fractievoorzitters nader zijn omschreven.
Tevens draagt de griffier zorg voor de opstelling van een besluitenlijst(je).
2 Toelating van nieuwe leden; fracties
Artikel 8 Onderzoek geloofsbrieven; beëdiging en benoeming wethouders
1Het onderzoek van de geloofsbrieven en de daarop betrekking hebbende stukken van (een )nieuw benoemde (lid) leden geschiedt door een commissie, bestaande uit drie leden.
Die commissie wordt voor elk onderzoek opnieuw door de raad benoemd, op voorstel van de voorzitter; de raad geeft tevens aan wie van die leden voorzitter van de commissie is.
2De commissie brengt na onderzoek van de geloofsbrieven, andere bij de Kieswet vereiste stukken en de eventuele bezwaarschriften, verslag uit aan de raad en doet daarbij een voorstel tot het nemen van een besluit.
Ook van een minderheidsstandpunt wordt melding gemaakt.
Artikel 10 Tijd en plaats van vergaderen
De vergaderingen beginnen 15 minuten na afloop van de daaraan voorafgaande voorbesprekingsronde en worden in beginsel uiterlijk om 23.00 uur beëindigd. Indien blijkt dat het niet mogelijk is de raadsvergadering binnen de genoemde eindtijd af te handelen, dan brengt de voorzitter op een door hem te bepalen moment tijdens een raadsvergadering een voorstel van orde in om:
De raad kan besluiten de volgorde van behandeling te wijzigen.
De daarop vermelde voorstellen worden zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk tweemaal 24 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.
Artikel 12 Ter inzage leggen van stukken
De stukken die dienen als toelichting op de raadsvoorstellen of een te behandelen onderwerp, worden gelijktijdig met het verzenden van de stukken voor een ieder in het gemeentehuis ter inzage gelegd. Indien ná dit tijdstip stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden.
Steunfractieleden, mits hun naam aan de griffier is doorgegeven en is vastgesteld dat hun naam op de kandidatenlijsten voor de laatstgehouden gemeenteraadsverkiezing voorkomt, hebben toegang tot de ter inzage liggende stukken voor de raadsleden. Het bepaalde in het eerste en tweede lid is van toepassing.
bij de vergadering aanwezigen, niet zijnde raadslid, over al dan niet op de agenda vermelde voorstellen of onderwerpen, met uitzondering van:
Wordt ingesproken over een onderwerp dat niet op de agenda staat, dan krijgt de inspreker uiterlijk binnen drie weken –met daarbij het streven om het eerder gereed te hebben- van het college schriftelijk bericht over de wijze waarop hetgeen hij naar voren heeft gebracht, wordt betrokken bij de beleidsvorming. Een afschrift van dat bericht wordt aan de raadsleden gestuurd.
Artikel 18 Informatie van de portefeuillehouder
Indien een portefeuillehouder daarom op de dag van de raadsvergadering aan de voorzitter van de raad, door tussenkomst van de griffier, heeft verzocht,
biedt de voorzitter die portefeuillehouder bij het agendapunt “Informatie van de portefeuillehouder”, bij het onderdeel Podium, de gelegenheid de raad over actuele en/of spoedeisende zaken te informeren.
1Direct na het gereedkomen van het ontwerpverslag van de voorgaande vergadering wordt het ter beoordeling per e-mail aan de raadsleden beschikbaar gesteld.
Het ontwerpverslag wordt gelijktijdig aan de overige personen, die het woord hebben gevoerd, toegezonden.
De leden, de voorzitter, de griffier, en voor zover van toepassing de wethouders en de secretaris, hebben het recht een voorstel tot verandering aan de raad te doen, indien het verslag onjuistheden bevatten of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of besloten is. Voor zover geen ingrijpende wijzigingen zijn voorgesteld, worden die direct in het ontwerp verwerkt en wordt het aangepaste verslag verzonden.
Een voorstel tot verandering dient ten minste 24 uur voor de vergadering waarin dat verslag zal worden vastgesteld, bij de griffier te worden ingediend.
De bij aanvang van bedoelde termijn beschikbare stukken worden op een lijst geplaatst waarvan een exemplaar digitaal aan de raadsleden wordt toegezonden. Later in die periode ontvangen ingekomen stukken worden op de eerstvolgende lijst geplaatst.
3Een raadslid kan over de ingekomen stukken het woord voeren bij het agendapunt “Rechten van raadsleden”, bij het onderdeel Podium, wanneer hij dit voorafgaand aan de vergadering heeft gemeld bij de griffier.
Artikel 23 Aantal spreektermijnen
1De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raad anders beslist.
De eerste termijn is bedoeld om per fractie een standpunt te verwoorden.
De tweede termijn dient te worden gebruikt om te reageren op wat vanuit andere fracties is gezegd (het voeren van debat), tenzij de raad anders beslist. Het onderscheid in spreektermijnen geldt niet bij de behandeling van moties&amendementen.
Per te behandelen onderwerp of voorstel in de debatfase geldt voor de eerste termijn per fractie een spreektijd van maximaal 5 minuten.
Artikel 25 Handhaving orde; schorsing
1Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van dit reglement te herinneren.
Interrupties zijn toegestaan, tenzij de voorzitter beslist, dat een spreker zijn betoog zonder verdere interrupties zal afronden.
Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp of voorstel, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de desbetreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering waarin dat plaats vindt, over het in behandeling zijnde onderwerp of voorstel het woord ontzeggen.
Indien de voorzitter heeft voorgesteld dat een persoon, die bij het agendapunt spreekrecht zijn mening over een te behandelen onderwerp naar voren heeft gebracht, aan de beraadslagingen moet kunnen deelnemen, beslist de raad voordat de beraadslaging over dat onderwerp begint. De artikelen 23 en 24 zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 27 Beslissing; stemverklaring
Na een stemming over eventuele (sub)amendementen vindt stemming plaats over het onderwerp of voorstel, zoals het dan luidt, in zijn geheel, tenzij geen stemming wordt gevraagd.
Artikel 28 Stemming over zaken
Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij, nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt, wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Artikel 30 Stemming over personen
De raad kan op voorstel van de voorzitter beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje.
4Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren.
Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
Artikel 31 Herstemming over personen
Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
3Indien bij tussenstemming of bij de derde stemming de stemmen staken, beslist direct het lot.
Artikel 33 Toepassing rechten van raadsleden
Maakt een raadslid gebruik van een recht als nader omschreven in de artikelen
35, 38, 39 en 40 van het reglement, en moet de behandeling daarvan apart plaatsvinden, dan wordt een raadslid daartoe gelegenheid geboden bij het agendapunt “Rechten van raadsleden”, bij het onderdeel Podium.
Ieder lid dat in de vergadering aanwezig is, kan tot het sluiten van de beraadslagingen amendementen indienen. Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel of onderwerp in één of meer onderdelen te spitsen, waarover afzonderlijk besluitvorming zal plaatsvinden. Ook kan hij voorstellen het voorgestelde besluit in een of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden.
Met betrekking tot de stemming over een motie is artikel 29, vierde lid, van dit reglement van toepassing.
Een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp of voorstel moet om 09.00 uur van de dag voorafgaande aan de dag van een raadsvergadering bij de griffier zijn ingediend. Betreft de motie een onderwerp met een spoedeisend karakter dan kan de motie nog vóór de aanvang van een raadsvergadering worden ingediend. De motie wordt pas in behandeling genomen nadat de raad met de aangegeven spoedeisendheid heeft ingestemd.
Een motie die direct volgt op de uitkomst van een gevoerde interpellatie, als bedoeld in artikel 38, of de behandeling van schriftelijke vragen, bedoeld in artikel 39, wordt niet in dezelfde vergadering behandeld, maar in de eerstvolgende. In het geval de indiener van de motie daarbij aangeeft dat onmiddellijke behandeling noodzakelijk is, vindt die behandeling plaats nadat de raad met het aangegeven spoedeisend karakter heeft ingestemd.
●korte toelichting door de indiener op de motie;
●de andere in de vergadering aanwezige raadsleden hebben de gelegenheid kort en bondig te reageren op hetgeen naar voren is gebracht (waarbij mede indieners van de betreffende motie als laatste in deze ronde reageren);
●vervolgens wordt het woord aan de portefeuillehouder gegeven om de mening van het college omtrent de motie naar voren te brengen;
●tot slot wordt, voordat stemming volgt volgens het bepaalde in artikel 29, door de voorzitter van de raad nog als laatste het woord aan de indiener van de motie gegeven.
● korte toelichting door de indiener op de motie;
●de andere in de vergadering aanwezige raadsleden hebben de gelegenheid te reageren op hetgeen naar voren is gebracht en om met elkaar hierover in debat te gaan (waarbij mede indieners van de betreffende motie als laatste in deze ronde reageren);
●vervolgens wordt het woord aan de portefeuillehouder gegeven om de mening van het college omtrent de motie naar voren te brengen;
●tot slot wordt, voordat stemming volgt volgens het bepaalde in artikel 29, door de voorzitter van de raad nog als laatste het woord aan de indiener van de motie gegeven.
Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, tenminste tweemaal vierentwintig uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de griffier ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd, alsmede de te stellen vragen.
Artikel 39 Schriftelijke vragen
1Schriftelijke vragen aan het college, als bedoeld in artikel 155, lid 1, van de Gemeentewet, worden kort en duidelijk geformuleerd.
De vragen kunnen van een toelichting worden voorzien. Dergelijke vragen worden in beginsel schriftelijk beantwoord. Verwacht de vragensteller een mondeling antwoord wegens urgentie of actualiteit, dan moet hij dat gemotiveerd aangeven.
Vragen die niet voldoen aan het hiervoor gestelde worden direct aan de indiener teruggestuurd.
2De vragen worden gericht aan de voorzitter, maar bij de griffier ingediend.
De griffier draagt er zorg voor dat de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de raad, de voorzitter, de wethouders, de secretaris en de media worden gebracht.
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen drie weken nadat de vragen zijn binnengekomen. Deze termijn kan met nog een week worden verdaagd, onder de voorwaarde dat de vragensteller daarvan op de hoogte wordt gesteld.
Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, krijgt de vragensteller daarvan van het college gemotiveerd bericht, waarbij aangegeven wordt de termijn waarbinnen beantwoording plaats zal vinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.
De vragensteller kan, bij schriftelijke beantwoording, indien spoedeisend, in de eerstvolgende en bij mondelinge beantwoording direct bij het punt “Rechten van raadsleden” nadere inlichtingen vragen omtrent het door het college of de burgemeester gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist. Het bepaalde in artikel 38, lid 7, betreffende het vragen van aanvullende informatie is van dienovereenkomstige toepassing.
1 Bij het agendapunt “Rechten van raadsleden” wordt ook het vragenkwartier geagendeerd.
2 De vragen dienen betrekking te hebben op en een politiek actueel onderwerp (diepgang moet beperkt zijn)
3 Het raadslid dat tijdens het vragenkwartier vragen wil stellen, meldt dit onder aanduiding van het onderwerp ten minste 24 uur voor aanvang van het vragenkwartier bij de voorzitter en griffier.
4 Na beantwoording door de betreffende portefeuillehouder krijgt de
vragensteller desgewenst het woord om korte aanvullende vragen te
Artikel 43 Plaatsing burgerinitiatiefvoorstel op agenda
Een door de raad toegewezen verzoek tot plaatsing van een burgerinitiatiefvoorstel op de raadsagenda wordt teruggeleid naar de griffier voor het doen voorbereiden van een voorstel over het te volgen traject en de agendering voor een volgende vergadering. Dit voorstel wordt binnen een termijn van veertien dagen als ingekomen stuk voor de raad ter inzage gelegd.
Wanneer een burgerinitiatiefvoorstel voor een raadsvergadering is geagendeerd, nodigt de voorzitter van de raad de eerste drie ondertekenaars van een verzoek dan wel drie door de initiatiefnemers aan te wijzen vertegenwoordigers schriftelijk uit voor de vergadering waarin over het verzoek zal worden beraadslaagd.
In het geval de in het tweede lid genoemde belanghebbenden er behoefte aan hebben te kunnen deelnemen aan de beraadslagingen over het burgerinitiatiefvoorstel in de debatfase van een raadsvergadering, dan moet dat vóór de aanvang van de vergadering aan de griffier van de raad zijn verzocht. Bij aanvang van de behandeling van het burgerinitiatiefvoorstel stelt de voorzitter het verzoek aan de orde. De raad beslist.
7 Lidmaatschap van andere organisatie
Artikel 46 Verslag; verantwoording
1Een lid van de raad of een lid van het college, dat door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van een algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft de plicht om verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur als hiervoor bedoeld aan de orde zijn (geweest). Bij het onderdeel Podium wordt hem bij het agendapunt Rechten van raadsleden daartoe de mogelijkheid geboden, mits hij dat voor aanvang van de vergadering bij de griffier heeft gemeld.
Indien de raad dit verslag wenst te bespreken kan de voorzitter de raad voorstellen:
Wanneer een lid van de raad het raadslid als bedoeld in het eerste lid ter verantwoording wenst te roepen over zijn wijze van functioneren als zodanig, dan besluit de raad over het toestaan daarvan. De regels voor het vragen van inlichtingen, vastgelegd in artikel 40 van dit reglement zijn van overeenkomstige toepassing.
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.
Vóór de afloop van de besloten vergadering beslist de raad overeenkomstig artikel 25, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en de beraadslaging daarover geheimhouding zal gelden. De raad kan besluiten de geheimhouding op te heffen.
Artikel 50 Opheffing geheimhouding
Indien de raad op grond van het gestelde in de artikelen 25, derde en vierde lid, 55, tweede en derde lid, of 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet, het voornemen heeft de geheimhouding op te heffen, wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering dinsdag van 25 februari 2014
De raad voornoemd,
De griffier, De voorzitter,
M.A.C. van Esterik T.R. Poppens
Toelichting op het reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Wijk bij Duurstede.
Het reglement is (met als uitzondering de spelregels rondom de voorbesprekingsronde), net als het huidige reglement van orde voor een zeer groot deel gebaseerd op de VNG modelverordening.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
De burgemeester is voorzitter van de raad. Artikel 125, derde lid, van de Grondwet en artikel 9 van de Gemeentewet schrijven dit dwingend voor. De burgemeester heeft het recht op grond van artikel 21 van de Gemeentewet in de vergadering aan de beraadslaging deel te nemen. Als voorzitter zorgt hij onder andere voor de handhaving van de orde in de vergadering.
Artikel 3 Waarneming van de voorzitter
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
De Gemeentewet eist dat de raad de vervanging van de griffier regelt (artikel 107d, eerste lid). In het tweede lid is daarover een bepaling opgenomen. In verband met artikel 22 Gemeentewet (verschoningsrecht) is in het derde lid een bepaling opgenomen met betrekking tot het deelnemen van de griffier aan de beraadslaging. Rechtspositionele bepalingen omtrent de beëdiging, woonplaats etcetera zijn niet in dit reglement opgenomen, aangezien dat beter geregeld kan worden in de ambtsinstructie voor de griffier, die de raad vaststelt.
Artikel 7 Aanwezigheid wethouders en secretaris
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Hoofdstuk 2 Toelating van nieuwe leden; fracties
Artikel 8 Onderzoek geloofsbrieven
Met de geloofsbrief geeft de voorzitter van het centraal stembureau aan de benoemde kennis van zijn benoeming. Bij deze brief moeten enkele in de Kieswet vereiste stukken worden gevoegd, waaruit blijkt, dat de benoemde voldoet aan de eisen om als lid van de raad toegelaten te kunnen worden. Het onderzoek van de geloofsbrieven moet in een openbare vergadering gebeuren.
Ingevolge artikel V4 van de Kieswet beslist de raad over de toelating van zijn leden. De tekst van de eed of verklaring en belofte die een raadslid bij het aanvaarden van het raadslidmaatschap moet afleggen, is in artikel 14 van de Gemeentewet vastgelegd. Het ligt voor de hand om voor het benoemen van wethouders ook een commissie voor het onderzoek naar de geloofsbrieven in te stellen. Dit artikel is ook van toepassing als er geen wethouder van buiten, maar uit de raad wordt benoemd, de incomptabiliteiten en nevenfuncties dienen immers opnieuw beoordeeld te worden.
In een aantal gevallen blijkt behoefte te bestaan aan een regeling van wat onder een fractie moet worden verstaan. De Gemeentewet kent een dergelijk begrip niet maar gaat onder andere in artikel 33, tweede lid, wel uit van het bestaan van in de raad vertegenwoordigde groeperingen (recht op fractie-ondersteuning). In veel gemeenten bestaan regelingen ten aanzien van vergoedingen aan fracties, faciliteiten voor fracties en bijvoorbeeld steunfractieleden. Na het vaststellen van de uitslag van de verkiezingen vindt de eerste zitting van de raad plaats. Bij de aanvang van deze zitting worden de leden die op dezelfde lijst hebben gestaan, als één fractie beschouwd. De fractie gebruikt in de vergadering van de raad de aanduiding die zij boven de kandidatenlijst hadden staan. Op deze wijze is de relatie tussen de fractie in de raad en de fractie op de kandidatenlijst voor de burger duidelijk. Het kan echter voorkomen dat een fractie geen aanduiding boven de kandidatenlijst heeft staan. In een dergelijk geval deelt de fractie in de eerste vergadering de aanduiding mee.
In de loop van een zittingsperiode kan het voorkomen dat leden de raad verlaten. Het beëindigen van de zitting in de raad kan verschillende oorzaken hebben. Raadsleden kunnen ongeneeslijk ziek zijn, een conflict met hun fractie hebben, te weinig tijd hebben voor het raadswerk en zo zijn er nog vele redenen denkbaar. In een dergelijk geval vindt er een verandering in de samenstelling van de fractie plaats. Als dit het geval is, deelt de fractie dit aan de voorzitter mede.
Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen; voorbereiding
Artikel 10 Tijd en plaats van vergaderen
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting
Artikel 12 Ter inzage leggen van stukken
In dit artikel gaat het, naast om de geheime stukken, om de zogenaamde ‘achterliggende’ stukken waarvan vaak in de raadsvoorstellen melding wordt gemaakt (ambtelijke adviezen, toelichtende nota's, etc.).
Artikel 13 Openbare kennisgeving
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting
Paragraaf 2 Orde van de vergadering
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 16 Opening vergadering; quorum
De vergadering kan beginnen, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende raadsleden aanwezig is en de presentielijst heeft getekend. Het tweede lid voorziet in een procedure voor een tweede vergadering indien het vereiste aantal leden niet op komt dagen.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 18 Informatie van de portefeuillehouder
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 23 Aantal spreektermijnen
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 25 Handhaving orde en schorsing
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 25 Beslissing; stemverklaring
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Paragraaf 3 Procedures bij stemmingen
Artikel 28 Stemming over zaken
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 29 Stemming over amendementen en moties
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 30 Stemming over personen
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 31 Herstemming over personen
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 32 Beslissing door het lot
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 33 Toepassing rechten van raadsleden
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 36 Voorstellen van orde
Over een voorstel van orde wordt direct, zonder beraadslaging, besloten door de raad. Bij staken van de stemmen is het voorstel niet aangenomen (artikel 32, lid 4 van de Gemeentewet is hierop niet van toepassing). Een voorstel van orde is bijvoorbeeld het schorsen van een vergadering voor overleg. Indien het gaat om een niet geagendeerd voorstel, dient de procedure van een initiatiefvoorstel (artikel 37 van het RvO van Wijk bij Duurstede) gevolgd te worden.
Artikel 37 Initiatiefvoorstellen
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 39 Schriftelijke vragen
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Deze bepaling vormt een aanvulling op het voorgestelde artikel 155, eerste lid, van de Gemeentewet met betrekking tot het vragenrecht. Het is dan ook een facultatieve bepaling. Het karakter van het vragenkwartier verschilt van het recht van interpellatie. Het recht van interpellatie heeft als instrument een zwaarder politiek karakter. In het vragenkwartier kunnen leden van de raad het college om inlichtingen vragen over het door hem gevoerde bestuur, waarbij het om de actualiteit dient te gaan. Feitelijke vragen worden geacht vooraf (via de griffie) aan de ambtelijke organisatie te zijn gesteld.
Hoofdstuk 5 Burgerinitiatiefvoorstel
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 43 Plaatsing burgerinitiatiefvoorstel op agenda
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Hoofdstuk 6 Begroting en rekening
Artikel 43 Procedure begroting
De desbetreffende procedure kan jaarlijks of in zijn algemeenheid voor een langere periode worden bepaald.
Artikel 44 Procedure rekening/jaarverslag
De desbetreffende procedure kan jaarlijks of in zijn algemeenheid voor een langere periode worden bepaald.
Hoofdstuk 7 Lidmaatschap van andere organisatie
Artikel 45 Verslag; verantwoording
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Hoofdstuk 8 Besloten vergadering
Een besloten vergadering van de raad is een officiële vergadering, waarbij de vergaderregels van het reglement van orde in acht genomen dienen te worden, voor zover de bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering. In artikel 23 van de Gemeentewet zijn procedurevoorschriften opgenomen voor ‘het sluiten van de deuren’, de wijze waarop een vergadering een besloten vergadering wordt.
In dit artikel wordt uitwerking gegeven aan artikel 23, vierde en vijfde lid, van de Gemeentewet.
Hetgeen besproken wordt in een besloten vergadering, valt niet van rechtswege onder de geheimhoudingsplicht. Daarvoor is toepassing van de procedure volgens artikel 25 van de Gemeentewet nodig.
Artikel 49 Opheffing geheimhouding
In de aangehaalde artikelen wordt aan de raad de mogelijkheid geboden de geheimhouding van stukken op te heffen; stukken die niet per se aan hem behoeven te zijn overgelegd. In het onderhavige artikel is nu ter zake een overlegverplichting opgenomen waardoor recht wordt gedaan aan het principe van hoor en wederhoor.
Hoofdstuk 9 Toehoorders en pers
Artikel 50 Toehoorders en pers
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 51 Maatregelen van orde
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 52 Geluid- en beeldregistraties
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Bijlage 1, behorende hij het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad
Spelregels voor het houden van een voorbesprekingsronde,
telkens voorafgaande aan een raadsvergadering
Een voorbesprekingsronde is in principe openbaar.
Aan een voorbesprekingsronde nemen per onderwerp deel: één lid van een fractie of één steunfractielid per fractie en een of meer leden van het college, zulks afhankelijk van het onderwerp.
De voorzitter en gespreksleider, hun taken
De gespreksleiders maken deel uit van een pool van gespreksleiders, die bestaat uit maximaal 2 personen per fractie die zijn benoemd door de raad waarbij als criterium geldt dat een persoon als raadslid, steunfractielid, voormalig raadslid of voormalig wethouder politieke betrokkenheid heeft of heeft betoond.
De gespreksleider heeft tot taak het gesprek te leiden, de orde van de vergadering te handhaven en na afronding van een bespreking – voor zover mogelijk – een samenvatting van het besprokene te geven. Tevens geeft hij aan welke afspraken er zijn gemaakt over de verdere behandeling van het onderwerp.
Van de bespreking van een onderwerp wordt door de zorg van de griffier een samenvattend verslag gemaakt, inhoudende de omschrijving van het onderwerp, de namen van de deelnemers aan de bespreking, een korte omschrijving van de informatie die is verstrekt, wie er hebben ingesproken en welke afspraken er zijn gemaakt.
De steunfractieleden die volgens een getekende presentielijst hun fractie hebben vertegenwoordigd in een voorbesprekingsronde en de gespreksleiders van de voorbesprekingsronde die volgens een getekende presentielijst gespreksleider zijn geweest krijgen een vergoeding gelijk aan leden van een door de raad, het college of de burgemeester ingestelde commissie.
In de gevallen waarin deze spelregels of het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad niet voorzien, neemt de voorzitter van de bespreking van een onderwerp een beslissing.
Deze spelregels maken deel uit van het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad (versie februari 2009) en treden dus gelijktijdig in werking.
Bijlage 2, behorende hij het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad
Spelregels (protocol) betreffende het burgerinitiatiefvoorstel
Onder burgerinitiatiefvoorstel wordt verstaan: een voorstel van een initiatiefgerechtigde om een onderwerp op de agenda van de vergadering van de raad te plaatsen.
Een burgerinitiatiefvoorstel houdt niet in:
Toe- of afwijzing van een burgerinitiatiefvoorstel
De raad toetst het burgerinitiatiefvoorstel aan het bepaalde in deze spelregels (protocol) en beslist of dat voorstel op de agenda van een raadsvergadering wordt geplaatst, met dien verstande dat ten minste twee weken moeten zijn gelegen tussen de dag van indiening van het verzoek en de dag van de vergadering, waarin de raad over het verzoek beslist.
Binnen drie weken nadat de raad over het burgerinitiatiefvoorstel een besluit heeft genomen, wordt dit besluit bekend gemaakt door kennisgeving van het besluit of de zakelijke inhoud ervan in een in de gemeente verschijnend huis-aan-huisblad en op de andere in de gemeente gebruikelijke wijzen, waaronder de website.
De burgemeester vermeldt in het door hem op te stellen burgerjaarverslag ook hoe vaak in dat jaar een burgerinitiatiefvoorstel is ingediend onder een korte vermelding van het voorstel. Verder geeft hij daarbij aan wat de beslissing van de raad op dat voorstel is geweest.
In de gevallen waarin deze spelregels (het protocol) niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van die regels (het protocol), beslist de raad op voorstel van de voorzitter.
Bijlage 3, behorende bij het Reglement van orde voor zijn vergadering en andere werkzaamheden van de raad.
Tekst van artikelen in de Gemeentewet, die in het reglement worden aangehaald.
De raad stelt een reglement van orde voor zijn vergadering en andere werkzaamheden vast.
De raad kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.
De krachtens het tweede lid opgelegde verplichting tot geheimhouding met betrekking tot aan de raad overgelegde stukken vervalt, indien de oplegging niet door de raad in zijn eerstvolgende vergadering die blijkens de presentielijst door meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden is bezocht, wordt bekrachtigd.
De krachtens het tweede lid opgelegde verplichting tot geheimhouding met betrekking tot aan de leden van de raad overgelegde stukken wordt in acht genomen totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd, dan wel, indien het stuk waaromtrent geheimhouding is opgelegd aan de raad is voorgelegd, totdat de raad haar opheft. De raad kan deze beslissing alleen nemen in een vergadering die blijkens de presentielijst door meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden is bezocht.
1Een lid van de raad neemt niet deel aan de stemming over:
1Voor het tot stand komen van een beslissing bij stemming wordt de volstrekte meerderheid vereist van hen die een stem hebben uitgebracht.
Op grond van een belang, in artikel 10 van de WOB, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door de burgemeester of een commissie, ten aanzien van de stukken die zij aan het college overleggen. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt. De geheimhouding wordt in acht genomen totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd, dan wel de raad haar opheft.
2Op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de WOB, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door de voorzitter van een commissie, het college en de burgemeester, ieder ten aanzien van de stukken die hij aan de commissie overlegt. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt.
De geheimhouding wordt in acht genomen totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd, dan wel de raad haar opheft.
3Indien een commissie zich ter zake van het behandelde waarvoor een verplichting tot geheimhouding geldt tot de raad heeft gericht, wordt de geheimhouding in acht genomen totdat de raad haar opheft.
3Zij (het college en elk van de leden afzonderlijk) geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang.
3Hij (de burgemeester) geeft de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen 4
Artikel 3 Waarneming van de voorzitter 4
Artikel 5 Overleg van fractievoorzitters 4
Artikel 7 Aanwezigheid wethouders en secretaris 5
2 Toelating van nieuwe leden; fracties 6
Artikel 8 Onderzoek geloofsbrieven; beëdiging en benoeming wethouders 6
Paragraaf 1 Tijd van vergaderen; voorbereiding 7
Artikel 10 Tijd en plaats van vergaderen 7
Artikel 12 Ter inzage leggen van stukken 7
Artikel 13 Openbare kennisgeving 8
Paragraaf 2 Orde van de vergadering 8
Artikel 16 Opening vergadering; quorum 8
Artikel 18 Informatie van de portefeuillehouder 9
Artikel 20 Ingekomen stukken 10
Artikel 22 Volgorde sprekers 11
Artikel 23 Aantal spreektermijnen 11
Artikel 25 Handhaving orde; schorsing 11
Artikel 27 Beslissing; stemverklaring 12
Paragraaf 3 Procedures bij stemmingen 12
Artikel 28 Stemming over zaken 12
Artikel 29 Stemming over amendementen en moties 13
Artikel 30 Stemming over personen 13
Artikel 31 Herstemming over personen 14
Artikel 32 Beslissing door het lot 14
Artikel 33 Toepassing rechten van raadsleden 15
Artikel 36 Voorstellen van orde 16
Artikel 37 Initiatiefvoorstellen 16
Artikel 39 Schriftelijke vragen 17
Artikel 41 Vragenkwartier………………………………………………………18
Artikel 43 Plaatsing burgerinitiatiefvoorstel op agenda 18
Artikel 44 Procedure begroting 20
Artikel 45 Procedure rekening/jaarverslag 20
7 Lidmaatschap van andere organisatie 21
Artikel 46 Verslag; verantwoording 21
Artikel 50 Opheffing geheimhouding 22
Artikel 51 Toehoorders en pers 23
Artikel 52 Maatregelen van orde 23
Artikel 53 Geluid- en beeldregistraties 23
Artikel 54 Uitleg reglement 24
Artikel 55 Inwerkingtreding 24
Toelichting op het Reglement van Orde……………………………………..25
Bijlage 1, behorende hij het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad 31
Bijlage 2, behorende hij het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad 34
Bijlage 3, behorende bij het Reglement van orde voor zijn vergadering en andere werkzaamheden van de raad. 36