Organisatie | Súdwest-Fryslân |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van Reinigingsheffingen 2014 |
Citeertitel | Verordening Reinigingsheffingen 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Verordening Reinigingsheffingen |
Geen
Gemeentewet en Wet Milieubeheer
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2014 | 01-01-2015 | wijziging tarieven en artikel 19 | 25-09-2014 | geen | |
01-01-2014 | 01-10-2014 | nieuwe regeling | 19-12-2013 Ta jo Tjinst 31-12-2013 | geen |
Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing
Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende
tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 en 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de
aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn
vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn twee maanden later.
In geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen minder is dan € 5.000,= en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, moeten, in afwijking van het eerste lid, de aanslagen worden betaald in acht gelijke maandelijkse termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand dien de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Hoofdstuk III Reinigingsrechten
Onder de naam ‘reinigingsrechten’ worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 15 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten
Artikel 16 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten
De rechten bedoeld in hoofdstuk 4 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 17 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de reinigingsrechten als bedoeld in artikel 14, eerste lid, worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn twee maanden later.
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,= of minder is dan € 5.000,= en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunne worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke maandelijkse termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen
Artikel 18 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van reinigingsheffingen.
Er wordt geen kwijtschelding als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990 verleend voor de rechten bedoeld in de hoofdstukken 2, 3 en 4. Voor de rechten bedoeld in hoofdstuk 1 onder 1.1.1 wordt alleen kwijtschelding verleend wanneer er sprake is van:
De bedragen genoemd in deze tabel zijn exclusief omzetbelasting (BTW) indien deze verschuldigd is.
Hoofdstuk 1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing
1. De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:
1.1. indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door één persoon € 188,64
1.2. indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door twee of meer personen € 225,60
1.3. indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, niet permanent mag worden bewoond € 188,64
1.1.1 De belasting als bedoeld in de onderdelen 1.1 tot en met 1.3 wordt vermeerderd ter zake van het in bruikleen hebben van één extra container van 240 liter bestemd voor huishoudelijk restafaval € 160,00
Hoofdstuk 2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing
Op aanvraag inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen of grof huisvuil
2.1. Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het op aanvraag inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen of grof huisvuil, per keer € 76,25
vermeerderd met een bedrag voor elke halve kubieke meter of gedeelte daarvan, van € 21,80
2.2. Het ophalen van maximaal 2 m3 grof afval per keer van particuliere huishoudingen tijdens een re-guliere grofvuilroute, is gratis.
Achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen of grof huisvuil op Milieustraat
2.3 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het achterlaten van huishou-delijke afvalstoffen of grof huisvuil in een op een "Milieustraat" geplaatste container, per keer € 26,00
vermeerderd met een bedrag voor elke halve kubieke meter of gedeelte daarvan, van € 21,80
2.4 Het achterlaten van maximaal 2 m³ per bezoek per maand aan huishoudelijke afvalstoffen of grof huisvuil in een op een "Milieustraat" geplaatste container is gratis.
Extra containers voor groente-, fruit- en tuinafval
2.5 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting:
- voor het op aanvraag in bruikleen krijgen van een extra containe van 240 liter bestemd voor groente- , fruit- en tuinaanval, éénmalig per container € 50,00
- voor het op aanvraag omruilen van een 140 liter container naar een 240 liter container bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval; éénmalig per container € 50,00
Hoofdstuk 3 Maatstaven en jaarlijkse tarieven reinigingsrechten
3.1 Het recht bedraagt per belastingjaar voor het periodiek verwijderen van bedrijfsafval van beperkte omvang of hoeveelheid in minicontainers met een inhoud van niet meer dan 240 liter, bedraagt per minicontainer € 305,88
3.2 Wanneer voor een bij een bedrijfspand gelegen perceel een afvalstoffenheffing wordt geheven, is het in het vorige lid bedoelde recht eerst verschuldigd voor de tweede en volgende minicontainer.
3.3. Wanneer naast het periodiek verwijderen van bedrijfsafval van beperkte omvang of hoeveelheid in minicontainers met een inhoud van niet meer dan 240 liter, periodiek groente-, fruit- en tuinafval via GFT-containers met een inhoud van niet meer dan 240 liter wordt verwijderd, dan bedraagt, in afwijking van het hiervoor in het eerste lid genoemde recht per container, het recht voor de eerste minicontainer en de eerste GFT-container (zgn. stel) tezamen eveneens per jaar € 305,88
Hoofdstuk 4 Maatstaven en tarieven overige reinigingsrechten
4.1.1. het beschikbaar stellen en het gebruik van 1000/1100 liter container, in het kader van de zoge-naamde containerroute, per maand € 15,50
4.1.2. het ledigen van een 1000/1100 liter container in het kader van zogenaamde containerroute, per keer € 24,39
vermeerderd met een bedrag voor elke halve kubieke meter of gedeelte daarvan, van € 22,15
4.1.3. het incidenteel beschikbaar stellen, gebruiken en ledigen van een 1000/1100 liter container, per keer € 68,25
4.1.4. het recht bedraagt voor overige diensten voor zover daar in deze verordening geen afzonderlijk tarief is vermeld: voor het verlenen van diensten
b. per veegmachine, per uur € 41,10
c. per huisvuilwagen (zijlader), per uur € 37,70
d. per huisvuilwagen (achterlader), per uur € 31,45
e. per vrachtwagen (met en zonder kraan), per uur € 31,80
f. per kleine auto, per uur € 13,95
g. per kolkenzuiger (opbouw), per uur € 21,30
4.1.5. Waar in dit artikel sprake is van een recht per uur kan dit recht gesplitst worden in gedeelten vaneen uur, waarbij een gedeelte van een kwartier voor een vol kwartier gerekend wordt.
4.1.6. De rechten per man per uur in dit artikel worden verhoogd met een percentage van:
a. 75, indien de diensten worden verricht op maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag tussen00.00 en 07.00 uur en tussen 18.00 en 24.00 uur;
b. 100, indien de diensten worden verricht op zondag, zaterdag, Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, de beide Kerstdagen en de dagen waarop de verjaardag van de Koning en de bevrijding