Organisatie | Hellevoetsluis |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Hellevoetsluis 2014 |
Citeertitel | Verordening Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Hellevoetsluis 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) artikel 5 lid 1 en 2
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 01-01-2014 | 15-03-2018 | Nieuwe regeling | 19-12-2013 Groot-Hellevoet, 27 december 2013 | 19-12-13/08 |
Nummer: 19-12-13/08 AANGEPAST EXEMPLAAR
De raad der gemeente Hellevoetsluis;
gehoord de commissie zorg, welzijn en onderwijs;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 december 2013, nummer: 19-12-13/08;
vast te stellen de Verordening Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Hellevoetsluis 2014.
Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen
In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder:
Algemene voorziening: een voorliggende voorziening die weliswaar niet bestemd is voor, noch te gebruiken is door alle personen als bedoeld in artikel 4 lid 1 van de wet, maar die anderzijds door iedereen waarvoor de voorziening wel bedoeld is op eenvoudige wijze te verkrijgen of te gebruiken is, zonder een ingewikkelde aanvraagprocedure.
Belanghebbende: een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren, die voor zichzelf of, met behulp van een machtiging, door een ander een aanmelding of een aanvraag doet of laat doen
Compensatieplicht: De plicht van het college aan personen met een beperking, een chronisch psychisch of een psychosociaal probleem voorzieningen te bieden ter compensatie van hun beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie teneinde hen in staat te stellen een huishouden te voeren, zich te verplaatsen in en om de woning, zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Daarbij legt artikel 4 van de wet het college de plicht op om een resultaat te bereiken dat als compensatie mag gelden en dat in het individuele geval maatwerk is.
Gesprek: het eerste contact na een aanmelding waarin met degene die maatschappelijke ondersteuning zoekt zijn gehele situatie wordt geïnventariseerd ten aanzien van de beperkingen en de gevolgen daarvan, de te bereiken resultaten, de te kiezen oplossingen via eigen mogelijkheden of via mogelijkheden van het netwerk dan wel via algemene, algemeen gebruikelijke collectieve, (wettelijk) voorliggende en individuele voorzieningen.
ICF: International Classification of Functions, Disabilities and Impairments, een uniform begrippenkader dat als grondslag wordt gehanteerd om de behoefte aan voorzieningen in een individueel geval vast te stellen, met dien verstande dat hierbij onderscheid wordt gemaakt in stoornis, beperking of participatieprobleem.
Leefeenheid: een eenheid bestaande uit gehuwden, die, al dan niet samen met één of meer minderjarige ongehuwden, duurzaam een huishouden voeren, dan wel een ongehuwde meerderjarige, die met één of meer minderjarige ongehuwden duurzaam een huishouden voert. Onder gehuwden worden ook verstaan ongehuwd samenwonenden en andere volwassenen die met elkaar en/of met kinderen samenwonen.
Maatschappelijke participatie: deelname aan het normale maatschappelijke verkeer, te weten het uitvoeren van activiteiten op het gebied van het voeren van het huishouden, het normale gebruik van de woning, het verplaatsen in en om de woning, het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel en het ontmoeten van medemensen en het op basis daarvan onderhouden van sociale verbanden.
Persoon met beperkingen: een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g onderdeel 4, 5 en 6 van de wet zijnde een persoon met beperkingen, chronisch psychische problemen of psychosociale problemen, die aantoonbare moeilijkheden en/of onmogelijkheden ondervindt op het gebied van maatschappelijke participatie.
Hoofdstuk 3. Hoe te komen tot de te bereiken resultaten
Naar aanleiding van de aanvraag of melding vindt waar nodig een gesprek met de belanghebbende plaats.
Hoofdstuk 4. Beoordeling van de te bereiken resultaten
Artikel 7. Het maken van een afweging
Bij het beoordelen welke voorzieningen eventueel worden getroffen, neemt het college het verslag van het gesprek, indien aanwezig, of het aanvraagformulier als uitgangspunt. Bij het bepalen van de voorzieningen houdt het college rekening met de persoonskenmerken, de behoefte, de voorzienbaarheid en de capaciteit van de aanvrager om uit oogpunt van organisatie zelf in maatregelen te voorzien. Daarbij zal onderzoek gedaan worden naar de noodzaak en mogelijkheid tot leveren van maatwerk ten aanzien van het te bereiken resultaat.
Paragraaf 2. De te bereiken resultaten
Artikel 9. Wonen in een geschikt huis
In aanvulling van het gestelde in het eerste lid kan een woonvoorziening getroffen worden voor het bezoekbaar maken van één woonruimte indien de aanvrager zijn hoofdverblijf heeft in een op grond van artikel 5 van de Wet toelating zorginstellingen erkende instelling. Het gaat om het kunnen bereiken en gebruiken van de woonkamer en een toilet.
De bepalingen van dit artikel zijn niet van toepassing op het treffen van voorzieningen aan hotels/pensions, trekkerswoonwagens, kloosters, AWBZ-instellingen inclusief verzorgingshuizen, tweede woningen, vakantiewoningen, recreatiewoningen, kamerverhuur en specifiek op gehandicapten en ouderen gerichte woongebouwen.
Artikel 10. Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften
Het derde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het voorzien zijn van de dagelijks benodigde hoeveelheid voedsel voor maaltijden en andere momenten waarop iets genuttigd wordt, evenals toiletartikelen en schoonmaakartikelen. In uitzonderlijke omstandigheden kan ook noodzakelijke bereiding van maaltijden hieronder vallen.
Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen of voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare boodschappenservice of maaltijdvoorziening die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat wordt deze mogelijkheid eerst beoordeeld.
Artikel 11. Beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding
Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen, wordt dit eerst in het kader van gebruikelijke zorg beoordeeld. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare was- en strijkservice die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat wordt deze mogelijkheid eerst beoordeeld.
Artikel 12. Het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren
Met het oog op het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het – zo mogelijk tijdelijk ter overbrugging van een periode noodzakelijk voor het nemen van meer definitieve maatregelen – vervangen / ondersteunen van de ouder die in principe voor de kinderen zorgt.
Hoofdstuk 5. Verstrekking in natura, als persoonsgebonden budget en als financiële tegemoetkoming. Eigen bijdragen en eigen aandeel
Paragraaf 1. Verstrekking van voorzieningen
Artikel 16. Mogelijke verstrekking wijzen
De te treffen voorzieningen kunnen als voorziening in natura, als persoonsgebonden budget of als financiële tegemoetkoming worden verstrekt.
Paragraaf 3. Verstrekking als persoonsgebonden budget
Artikel 19. Overwegende bezwaren
Het college legt in het besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellevoetsluis vast in welke situaties sprake is van overwegende bezwaren zodat er geen persoonsgebonden budget verstrekt wordt.
Hoofdstuk 6. Procedurele bepalingen rond onderzoek, advies en besluitvorming, intrekking en terugvordering
Artikel 25. Begrenzingen bij het treffen van een voorziening
Een voorziening kan slechts worden toegekend voor zover:
deze langdurig noodzakelijk is om de beperkingen op het gebied van het voeren van het huishouden, het verplaatsen in en om de woning, het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel en bij het ontmoeten van medemensen en op basis daarvan sociale verbanden aangaan op te heffen of te verminderen. Uitzondering hierop is de hulp bij het huishouden;
Geen voorziening wordt toegekend:
indien een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder krachtens deze, dan wel krachtens de aan deze verordening voorafgaande Verordening voorzieningen gehandicapten of op grond van de Regeling Geldelijke Steun Huisvesting Gehandicapten is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet is verstreken, tenzij de eerder vergoede of versterkte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de aanvrager zijn toe te rekenen;
Artikel 27. Wijziging situatie
Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht schriftelijk binnen acht weken aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.
Indien de belanghebbende de voor het behoud van een verleende voorziening van belang zijnde gegevens of de gevorderde bewijsstukken niet, niet tijdig of niet volledig heeft verstrekt en hem dit te verwijten valt dan wel indien de belanghebbende anderszins onvoldoende medewerking verleend aan het onderzoek schort het college het recht op de voorziening op vanaf de dag van het verzuim.
Indien in bijzondere gevallen toepassing van deze verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt, kan het college ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening
Artikel 32. Basistarieven hulp bij de huishouding
Voor hulp bij het huishouden worden in het Besluit basistarieven vastgesteld.
Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende besluit geldende bedragen indexeren aan de hand van de prijsindex voor de gezinsconsumptie, zoals bepaald in artikel 4.5 lid 1 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning (Stb. 2006, 450).
Artikel 34. Geldende jurisprudentie
Daar waar deze verordening, het besluit en/of de beleidsregels niet in voorzien, volgen wij geldende jurisprudentie.