Organisatie | Hoogheemraadschap van Delfland |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Verordening Watersysteemheffing Delfland 2017 |
Citeertitel | Verordening Watersysteemheffing Delfland 2017 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
de artikelen 110 tot en met 122 van de Waterschhapswet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | Onbekend | 17-11-2016 Waterschapsblad, 21 december 2016, jaargang 2016 nummer 10181 | Onbekend | ||
29-11-2013 | 31-12-2014 | Onbekend | 21-11-2013 Waterschapsblad, 28 november 2013 | Onbekend |
Hoofdstuk I Inleidende bepalingen
Deze verordening verstaat onder:
ingezetene: degene die blijkens de basisregistratie personen bij het begin van het kalenderjaar woonplaats heeft in het gebied van het Hoogheemraadschap van Delfland en die aldaar gebruik heeft van woonruimte, met dien verstande dat gebruik van woonruimte door de leden van een gezamenlijke huishouding wordt aangemerkt als gebruik door een lid van dat huishouden, dat wordt aangewezen door de in artikel 123, derde lid, onderdeel b, van de Waterschapswet bedoelde ambtenaar van het waterschap;
Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplichtigen
Voor de toepassing van het tweede lid, onderdelen b, c en d, is heffingsplichtig:
a. de beperkt gerechtigde en niet de eigenaar, ingeval de onroerende zaak is onderworpen aan het recht van beklemming, van erfpacht, van opstal of van vruchtgebruik;
b. de eigenaar voor wat betreft het recht van opstal, indien dat recht uitsluitend is gevestigd ten behoeve van de aanleg of het onderhoud, dan wel ten behoeve van de aanleg en het onderhoud, van ondergrondse dan wel bovengrondse leidingen;
Hoofdstuk III Watersysteemheffing ongebouwde onroerende zaken
Voor de heffing worden openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken, alsmede waterverdedigingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning, aangemerkt als ongebouwde onroerende zaken.
Hoofdstuk V Watersysteemheffing gebouwde onroerende zaken
In afwijking van het bepaalde in het vorige artikellid maken de ongebouwde eigendommen, voor zover de waarde daarvan bij de waardebepaling op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken op basis van het bepaalde krachtens artikel 18, vierde lid, van die wet buiten aanmerking wordt gelaten, geen deel uit van de gebouwde onroerende zaak.
Hoofdstuk VI Heffing en invordering
Artikel 13 Tenaamstelling en invordering belastingaanslag bij meer belastingplichtigen
Indien de belastingplicht, bedoeld in het eerste lid, voortvloeit uit het genot van een onroerende zaak krachtens eigendom, bezit of beperkt recht en de aanslag ten name van een van de belastingplichtigen is gesteld, kan de invorderingsambtenaar de belastingaanslag op de gehele onroerende zaak verhalen op degene op wiens naam de aanslag ingevolge het eerste lid is gesteld, zonder rekening te houden met de rechten van de overige belastingplichtigen.
De watersysteemheffing gebouwde onroerende zaken wordt niet geheven ter zake van:
straatmeubilair, waaronder alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen- worden begrepen die zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van een in het waterschapsgebied gelegen gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri’s, hekken en palen;
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de aanslag, indien deze het bedrag van € 5.000,00 niet te boven gaat, op verzoek van de belastingschuldige door middel van automatische incasso worden ingevorderd in maximaal 10 gelijke maandelijkse termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Van de watersysteemheffing natuurterreinen, de watersysteemheffing ongebouwd en de watersysteemheffing gebouwd wordt geen kwijtschelding verleend.
Het dagelijks bestuur van het waterschap kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de heffing.