Organisatie | Coevorden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998 |
Citeertitel | Verordening brandveiligheid en hulpverlening |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Geen
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-09-1998 | nieuwe regeling | 08-09-1998 Coevorden HuisAanHuis, 16-09-1998 | 14-07-1998 |
De raad der gemeente Coevorden;
overwegende dat het gewenst is de voorzieningen voor brandveiligheid en hulpverlening voor de gehele veiligheidsketen (pro-actie, preventie, preparatie, repressie en nazorg) in samenhang te treffen en op te nemen in één regeling;
gezien het advies van het Algemeen Bestuur van de Regionale Brandweer Drenthe dd 29 januari 1998;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders dd 14 juli 1998;
gelet op de bepalingen van de Brandweerwet 1985, de Woningwet, de Wet milieubeheer en de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende: verordening brandveiligheid en hulpverlening
In deze verordening wordt verstaan onder:
het wegnemen van structurele oorzaken van onveiligheid en het voorkomen daarvan.
het voorzien in voorbereidende maatregelen opdat in voorkomende gevallen adequate brandbestrijding en hulpverlening plaatsvindt.
het door de gemeenteraad en het Algemeen Bestuur van de Regionale Brandweer Drenthe, eens in de vier jaar, op te stellen plan, waarin op hoofdlijnen wordt beschreven welke taken de gemeente zelf uitvoert, welke taken in samenwerking worden uitgevoerd en de organisatiewijze daarvan. Eenmaal per vier jaar vindt evaluatie plaats, op grondslag waarvan vaststelling voor een volgende periode van 4 jaar plaatsvindt.
het eens in de vier jaar door de gemeenteraad vast te stellen Gemeentelijk beleidsplan brandveiligheid en hulpverlening en het door het Algemeen Bestuur van de Regionale Brandweer Drenthe vast te stellen Regionaal beleidsplan hulpverlening en brandveiligheid. Deze plannen geven in samenhang met elkaar aan hoe de organisaties zijn toegerust en op welke wijze, respectievelijk wanneer bepaalde kwaliteitsdoelstellingen worden gemeten. Jaarlijks vindt rapportage plaats; via de begroting en door middel van besluitvorming kan desgewenst tussentijdse bijsturing plaatsvinden.
De taken van de gemeentelijke brandweer bestaan, behoudens de in artikel 5 aan de regionale brandweer opgedragen taken, uit:
de feitelijke uitvoering van alle bij of krachtens wettelijk voorschrift opgedragen taken uit de veiligheidsketen van pro-actie tot en met nazorg, met als hoofdaccent het verrichten van preventieve taken en het verlenen van repressieve basiszorg (brandbestrijding, hulpverlening aan mens en dier, waterongevallen en incidenten met gevaarlijke stoffen);
andere dan de onder 1 genoemde werkzaamheden, voor zover deze niet te maken hebben met het wegnemen van onmiddellijk gevaar voor mens en dier, te weten:
a het beperken en bestrijden van milieu-incidenten;
b het reinigen van wegen en terreinen;
c het verrichten van wacht- en bewakingsdiensten bij evenementen;
Artikel 4 Beleidsplan brandveiligheid en hulpverlening
Het college van burgemeester en wethouders legt de gemeenteraad eenmaal per 4 jaar een plan voor op welke wijze aan de inhoud van in artikel 3 omschreven taken uitvoering zal worden gegeven (gemeentelijk beleidsplan brandveiligheid en hulpverlening). Dit plan omvat in elk geval een omschrijving van de financiële en personele middelen die beschikbaar zijn voor de uitvoering van de taken.
Naast de in het artikel 3, tweede lid, van de Brandweerwet 1985 opgedragen taken, zijn de volgende taken van de gemeentelijke brandweer aan de regionale brandweer overgedragen:
de ondersteuning van bestuur en organisatie door het ontwikkelen van voldoende deskundigheid op het terrein van bedrijfsvoering planning & control, grootschalige risico- inventarisatie, bestuurlijke en juridische kennis, onderzoek, rapportage, voorlichting en de organisatie van pro-actie, preventie, preparatie, repressie en nazorg bij grootschalige hulpverlening en rampenbestrijding;
de beleidsontwikkeling, coördinatie, planvorming, communicatie, specialistische ondersteuning en de kwaliteitszorg van de taken die in samenwerking tussen gemeenten worden uitgevoerd, de voorbereiding en bestrijding van grote ongevallen en rampen in afstemming met de andere hulpverlenende disciplines als politie en medische hulpverlening.
Het personeel van de gemeentelijke brandweer belast met taken op het gebied van pro-actie t/m nazorg, bestaat op het moment van in werking treden van deze verordening globaal uit:
Artikel 7 Opleiding en oefening
Het college van burgemeester en wethouders draagt zorg voor de opleiding en oefening van het brandweerpersoneel, die voor de taakuitoefening noodzakelijk zijn.
Hiertoe wordt eens per vier jaar een actieplan opgesteld waarin de voorbereiding (waaronder het oefenen) op de basiszorg en de bestrijding van rampen en andere zware ongevallen is geregeld. Het plan past binnen de kaders van het regionale actieplan. Over de uitvoering van de actieplannen wordt jaarlijks middels voortgangsrapportages gerapporteerd. Zowel de actieplannen als de voortgangsrapportages worden door de gemeenteraad vastgesteld en vervolgens gezonden aan de Commissaris van de Koningin.
Artikel 8 Instructie commandant
De commandant heeft de algemene leiding en het bevel over de brandweer, overeenkomstig de voor hem door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde instructies. Hierin is tenminste geregeld wat de rol van de commandant is in de totale veiligheidsketen, de regionale samenwerking en wat zijn/haar repressieve mandaat is.
Daarnaast is voor grootschalig optreden het volgende materieel vanuit de Regionale Brandweer Drenthe bij de gemeentelijke brandweer gestationeerd:
Artikel 10 Bluswatervoorziening
Het college van burgemeester en wethouders dragen zorg voor zodanige bluswatervoorzieningen en de bereikbaarheid daarvan, dat de brandbestrijding te allen tijde zoveel mogelijk gewaarborgd is.