Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening voorzieningen bestuurscommissieleden 2014 |
Citeertitel | Verordening voorzieningen bestuurscommissieleden |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Bestuurlijke organisatie |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-03-2014 | 19-03-2014 | nieuwe regeling | 21-01-2015 | Gemeenteblad 2014, afd. 1, nr. 113 |
Hoofdstuk 2 Vergoedingen voor de leden van een bestuurscommissie
Artikel 3: Vergoedingen voor het bijwonen van vergaderingen voor leden van het algemeen bestuur
Een lid van het algemeen bestuur van een bestuurscommissie dat geen lid van het dagelijks bestuur is, ontvangt voor het bijwonen van de vergaderingen van een bestuurscommissie en de werkzaamheden die daarbij horen een vergoeding als bedoeld in artikel 15, aanhef en onder b, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. Deze vergoeding bedraagt:
Artikel 5: Aanpassing aan consumentenprijsindexcijfer
De bedragen, genoemd in de artikelen 3 en 4, worden aangepast aan het consumentenprijsindexcijfer op het moment dat de bedragen uit tabel IV behorend bij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties worden aangepast.
De leden van het dagelijks bestuur van een bestuurscommissie ontvangen een onkostenvergoeding die overeenkomt met het in de tabel van artikel 25 van het Rechtspositiebesluit wethouders aangegeven maximum, behorende bij de toepasselijke inwonersklassen en zoals dat jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt aangepast.
Hoofdstuk 3 Overige voorzieningen voor de leden van een bestuurscommissie
Artikel 8: Reis- en verblijfkosten in verband met reizen buiten de gemeente
Aan de leden van een bestuurscommissie worden de namens en ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente vergoed. Dit indien het zakelijke kosten betreft die zijn gemaakt ter voorbereiding en uitvoering van besluiten van de bestuurscommissie. Dit betreft in elk geval niet partijpolitieke bijeenkomsten, tenzij die namens de bestuurscommissie worden bezocht.
De hoogte van de jaarlijkse vergoeding bedraagt voor een periode van maximaal drie jaar 30% van de aanschafwaarde. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van het bedrag dat aan raads- en commissieleden ter beschikking wordt gesteld voor de aanschaf van een computer met bijbehorende apparatuur en software. De vergoeding voor een eigen computer is gemaximeerd tot de actuele economische waarde ervan. Die wordt bepaald door op het bedrag van de aankoopnota 30% per jaar af te schrijven.
Artikel 12: Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid
Indien een lid van het dagelijks bestuur van een bestuurscommissie gedurende de zittingsperiode geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt wordt en hij in verband met die arbeidsongeschiktheid een uitkering op grond van de Ziektewet of de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen ontvangt, dan wordt het bedrag van die uitkering in mindering gebracht op de vergoeding bedoeld in artikel 4.
Artikel 13: Compensatie korting werkloosheidsuitkering
Als een lid van een bestuurscommissie een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de toepassing van artikel 20 van die wet ertoe leidt dat de korting op de uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het lidmaatschap van de bestuurscommissie meer bedraagt dan de in artikel 3 bedoelde vergoeding, wordt de vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van de korting.
Als een lid van een bestuurscommissie een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekspersoneel ontvangt en de toepassing van artikel 6, vierde lid, van dit besluit ertoe leidt dat de korting op de uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het lidmaatschap van de bestuurscommissie meer bedraagt dan de in artikel 3 bedoelde vergoeding, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van de korting.
Artikel 14: Voorzieningen bij tijdelijke vervanging van een lid van het algemeen en het dagelijks bestuur
Als een lid van het dagelijks bestuur van een bestuurscommissie op grond van artikel 14, tweede lid, van de Verordening op de bestuurscommissies 2013 tijdelijk met verlof gaat, ontvangt dit lid gedurende het verlof de vaste maandelijks vergoeding bedoeld in artikel 4 alsmede 50% van de onkostenvergoeding bedoeld in artikel 6.
Hoofdstuk 4 Procedure van declaratie en ingangsdatum en einde van vergoedingen
Deze verordening is gebaseerd op de artikelen 96, 97, 98 en 99 van de Gemeentewet. Daarin is geregeld dat aan de leden van een bestuurscommissie een vergoeding kan worden toegekend voor het bijwonen van vergaderingen van een bestuurscommissie, voor reis- en verblijfkosten in verband met reizen binnen en buiten de gemeente en dat leden van het dagelijks bestuur van een bestuurscommissie in bijzondere gevallen een vaste vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten ontvangen. Tevens is geregeld dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur nadere regels over de vergoedingen kunnen worden gesteld. Deze nadere regelgeving is terug te vinden in het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, het Rechtspositiebesluit wethouders en de Regeling rechtspositie wethouders.
Wat de fiscaliteit betreft vallen de werkzaamheden voor een bestuurscommissie in principe niet onder de werknemersverzekeringen, zoals de Werkloosheidswet, de Ziektewet en de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. Evenmin vallen zij onder de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa), waarin uitkeringen voor pensioen, werkloosheid en arbeidsongeschiktheid voor andere politieke ambtsdragers zijn geregeld, zoals voor burgemeesters en wethouders. De Belastingdienst heeft de leden van het dagelijks bestuur evenwel aangemerkt als werknemers met een fictieve dienstbetrekking als bedoeld in artikel 4, onderdeel e, van de Wet op de loonbelasting 1964 en artikel 5 van de Ziektewet, de Werkloosheidswet en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering. Dit houdt in dat zij met ingang van hun benoeming voor de werknemersverzekeringen als werknemer worden beschouwd. Zij bouwen geen pensioen op. De vergoedingen die op grond van deze verordening worden toegekend, worden geacht voldoende te zijn om daarvoor eigen voorzieningen te treffen indien men dat wenst.
Artikel 2: Verhouding tot Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam
Bestuurscommissieleden zijn niet in (ambtelijke) dienstbetrekking bij de gemeente werkzaam. Ze worden niet door de gemeente aangesteld en zijn geen ambtenaar in de zin van artikel 1 van de Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam (NRGA). De bepalingen uit de Ambtenarenwet en het NRGA zijn daarom niet op hen van toepassing.
Artikel 3: Vergoedingen voor het bijwonen van vergaderingen voor leden van het algemeen bestuur
De vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen van de bestuurscommissies is gebaseerd op artikel 96, eerste lid, onder a, van de Gemeentewet en uitgewerkt in artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. De vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen is volledig belast (de belasting is verschuldigd op grond van de Wet op de loonbelasting 1964).
Op grond van artikel 15, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden kan in bovenwaartse zin worden afgeweken van de bedragen genoemd in tabel IV bij artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. Dat kan wanneer die bedragen niet geacht kunnen worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van de taak en de omvang van de werkzaamheden. Van deze mogelijkheid is gebruikgemaakt. Dit vanwege de bijzondere aard van de bestuurscommissies en de zwaarte van de taken en werkzaamheden die dit met zich meebrengt. Daarbij is gekozen voor een differentiatie in soorten vergaderingen van de bestuurscommissie.
De reguliere vergaderingen van het algemeen bestuur van een bestuurscommissie zijn de vergaderingen die vooral zijn gericht op besluitvorming. Het betreft de invulling van de verantwoordelijkheden die op grond van de Verordening op de bestuurscommissies 2013 aan de bestuurscommissies zijn gedelegeerd. De bestuurscommissie heeft deze verantwoordelijkheden overgedragen gekregen van college en gemeenteraad en bestuurt daarmee als verlengd bestuur van college en gemeenteraad binnen de centraal vastgestelde kaders mede (een deel van) de stad. Over de uitoefening van de verantwoordelijkheden is de bestuurscommissie verantwoording verschuldigd aan college en gemeenteraad.
De bijzondere vergaderingen van het algemeen bestuur van een bestuurscommissie zijn de vergaderingen die zijn gericht op een andere belangrijke functie van de bestuurscommissie, namelijk de werkzaamheden die zijn gericht op het ‘creëren van kansen voor bewoners, ondernemers en organisaties door te luisteren, aan te zwengelen, te besluiten en door te zetten'. Die werkzaamheden resulteren in verbinding tussen burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties en het (verlengd) bestuur. Deze verbinding levert een bijdrage aan de effectiviteit van de bestuurscommissies. Die kunnen waar nodig ondersteunen wat burgers in de stadsdelen zelf doen. Deze vergaderingen hebben dus niet als primair doel om besluiten te nemen, maar hebben een adviserende, voorbereidende of participatieve aard (zoals bedoeld in de artikelen 19 en 20 van de Verordening op de bestuurscommissies 2013).
In het tweede lid wordt bepaald dat de vergoeding voor de vergaderingen kan oplopen tot maximaal € 1500,00 per maand. Uiteraard kan het algemeen bestuur van een bestuurscommissie zo vaak vergaderen als nodig wordt geacht, maar de vergaderingen worden tot maximaal voornoemd bedrag vergoed.
Artikelen 4 en 6:Vaste vergoeding voor leden van het dagelijks bestuur en onkostenvergoeding
Artikel 96 van de Gemeentewet geeft aan dat in bijzondere gevallen de leden van het dagelijks bestuur van een bestuurscommissie een vaste vergoeding voor hun werkzaamheden kunnen ontvangen en een tegemoetkoming in de kosten. Over wat bijzondere gevallen zijn, heeft de wetgever weinig richting gegeven. Er is uitsluitend gesteld dat een vaste vergoeding wenselijk kan zijn als de werkzaamheden van de leden van het dagelijks bestuur de werkzaamheden van de leden van het algemeen bestuur van de bestuurscommissies ‘aanmerkelijk' overtreffen. De leden van het dagelijks bestuur zullen in het stelsel met bestuurscommissies een belangrijke rol innemen. Zij zullen de vergaderingen van het algemeen bestuur voorbereiden, hebben zelfstandig gemandateerde bevoegdheden van het algemeen bestuur, zullen representatieve functies vervullen en zullen mede de ogen en oren van de bestuurscommissie zijn. Daarnaast zijn zij verantwoordelijk voor de voorbereiding van de ontwerpbegroting en de ontwerpjaarstukken van de bestuurscommissie.
De omstandigheid dat het een nieuwe functie betreft en er in Nederland amper vergelijkingsmateriaal is voor de zwaarte van een dergelijke functie, maakt dat het lastig is een passende vergoeding vast te stellen op basis van een gedetailleerde onderbouwing. De enige min of meer vergelijkbare situatie is die van de (vice)voorzitter van gebiedscommissies in Rotterdam. De stadsdelen daar hebben echter niet alleen een kleinere omvang en lager inwoneraantal dan in Amsterdam, ook het takenpakket en de zwaarte van de bevoegdheden is daar van geringere omvang. Daarom is in Rotterdam gekozen voor parttime bestuurders en daar is uiteraard de vergoeding aan aangepast.
Het college heeft zich door een externe deskundige op het gebied van functiewaardering laten adviseren en dat heeft geleid tot de conclusie dat de leden van het dagelijks bestuur over de volgende vaardigheden zouden moeten beschikken om hun rol goed te kunnen vervullen: visie, politieke sensitiviteit, regiekracht, helicopterview, realisatiekracht, motivatiekracht, omgevingsbewustzijn en integriteit. Deze vaardigheden, de zwaarte en de complexiteit van het werk van de leden van het dagelijks bestuur van een bestuurscommissie alsmede de omstandigheid dat het een voltijdsfunctie betreft, brengen het college tot de voorgestelde vergoedingen.
Artikel 7: Reis- en verblijfskosten in verband met reizen binnen de gemeente
In dit artikel wordt uitvoering gegeven aan artikel 96 van de Gemeentewet, waarin staat dat de leden van een bestuurscommissie recht hebben op de bij verordening door de gemeenteraad vast te stellen vergoeding voor reis- en verblijfkosten in verband met reizen binnen de gemeente. De vergoeding vindt plaats op declaratiebasis en is dientengevolge onbelast. De vergoeding voor het gebruik van de eigen auto is belast voor zover deze meer bedraagt dan € 0,19 per km. Parkeerkosten zijn altijd belast. Voor de hoogte van de vergoeding voor de reis- en verblijfskosten is zoveel mogelijk aangesloten bij de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 8: Reis- en verblijfskosten in verband met reizen buiten de gemeente
In dit artikel wordt uitvoering gegeven aan artikel 97 van de Gemeentewet, waarin is bepaald dat vergoeding van reis- en verblijfkosten gemaakt in verband met reizen buiten de gemeente slechts plaats kan vinden overeenkomstig door de gemeenteraad bij verordening vast te stellen regels. Partijpolitieke bijeenkomsten zijn uitgesloten, tenzij expliciet de bestuurscommissie wordt vertegenwoordigd. Voor de hoogte van de vergoeding voor de reis- en verblijfskosten is zoveel mogelijk aangesloten bij de Regeling rechtspositie wethouders.
Op grond van artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden kan aan de leden van een bestuurscommissie op aanvraag een computer of tablet met bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking worden gesteld. Een lid dat hiervan gebruik wil maken, dient hiervoor een bruikleenovereenkomst te ondertekenen. In plaats van het ter beschikking stellen van een computer of tablet met bijbehorende apparatuur en software kan ook worden gekozen voor een tegemoetkoming in de kosten. De vergoeding bedraagt dan voor een periode van maximaal drie jaar 30% van de aanschafwaarde. Voor de hoogte van de aanschafwaarde wordt uitgegaan van het bedrag dat aan raads- en commissieleden ter beschikking wordt gesteld voor de aanschaf van een computer met bijbehorende apparatuur en software. De hoogte van dit bedrag is in de toelichting bij artikel 10 van de Verordening rechtspositie raad- en commissieleden 2010 bepaald. Bij toetreding tot de bestuurscommissie op een later tijdstip wordt de vergoeding naar rato berekend, zoals beschreven in de toelichting bij laatstgenoemde verordening. Beheer, onderhoud en vervanging zijn voor eigen rekening.
Over de apparatuur die ter beschikking wordt gesteld of over de eventuele vergoeding is belasting verschuldigd indien het zakelijke gebruik minder dan 90% bedraagt. In verband hiermee is in de verordening bepaald dat bij het ter beschikking stellen van de apparatuur een bruikleenovereenkomst moet worden ondertekend, waarin de eis is opgenomen dat het zakelijk gebruik meer dan 90% moet zijn.
Artikel 14: Voorzieningen bij tijdelijke vervanging van een lid van het algemeen en dagelijks bestuur
Als een lid van het dagelijks bestuur tijdelijk met verlof gaat in verband met zwangerschap en bevalling of ziekte, wordt de vaste maandelijkse vergoeding doorbetaald. Verder bestaat aanspraak op 50% van de maandelijkse onkostenvergoeding. Dit omdat bepaalde kosten gedurende het verlof doorlopen. Denk bijvoorbeeld aan de kosten voor een abonnement op een krant of tijdschrift of een telefoon. De regeling voor de leden van het dagelijks bestuur van een bestuurscommissie is analoog aan hetgeen ook voor wethouders geregeld is.
Ook voor de tijdelijke vervanger is een regeling getroffen. Als een lid van het algemeen of het dagelijks bestuur van een bestuurscommissie tijdelijk wordt benoemd in verband met de afwezigheid van een ander lid wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, is bepaald dat het vervangende lid recht heeft op dezelfde vergoedingen als een regulier lid. Overigens is voor een lid van het algemeen bestuur van een bestuurscommissie dat met verlof gaat geen regeling getroffen. Dit omdat bij de vergoeding van de leden van het algemeen bestuur sprake is van presentiegeld.
Artikel 18: Aanvang en einde tegemoetkoming en vergoedingen
Voor de beëindiging van het lidmaatschap van een lid van het dagelijks bestuur is op grond van artikel 14 van de Verordening op de bestuurscommissies 2013 artikel 43, tweede lid, van de Gemeentewet van toepassing. Dit artikel bepaalt dat als een lid van het dagelijks bestuur van een bestuurscommissie ontslag neemt, dit ontslag één maand later ingaat.;