Organisatie | Montfoort |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Coördinatieverordening gemeente Montfoort 2014 |
Citeertitel | Coördinatieverordening gemeente Montfoort 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet ruimtelijke ordening, art. 3.30
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-04-2014 | nieuwe regeling | 24-02-2014 IJsselbode, 1 april 2014 | 30641 |
Artikel 2. Reikwijdte van de verordening
Deze verordening, gebaseerd op artikel 3.30 lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening, is alleen van toepassing op het coördineren van de voorbereiding van een besluit om een bestemmingsplan, uitwerkingsplan of een wijzigingsplan vast te stellen met een besluit over één of meerdere omgevingsvergunningen, waaronder in ieder geval de component bouwen, al dan niet met aan de omgevingsvergunning en/of aan het bestemmingsplan gerelateerde vergunningen en ontheffingen als bedoeld in artikel 3.
Artikel 3. Vergunningen en ontheffingen die naast de omgevingsvergunning deel uit kunnen maken van de coördinatie met het besluit om een bestemmingsplan, uitwerkings- of wijzigingsplan vast te stellen
De voorbereiding van besluiten over onderstaande vergunningen of ontheffingen kunnen gecoördineerd worden met de in artikel 2 genoemde besluiten die de basis vormen voor de toepassing van de coördinatieregeling op grond van deze verordening:
Artikel 4. Gevallen waarin besluiten worden gecoördineerd
In de volgende gevallen en onder de volgende condities bevordert het college van burgemeester en wethouders een gecoördineerde voorbereiding van besluiten als bedoeld in artikel 2 en 3:
het besluit over een aanvraag om omgevingsvergunning, die op het moment van indienen op grond van artikel 2.1, lid 1, sub c of artikel 2.11 lid 1 van de Wabo geweigerd zou moeten worden en die slechts op grond van artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 van de Wabo kan worden verleend, en het besluit over het bestemmingsplan, uitwerkingsplan of wijzigingsplan dat de omgevingsvergunning mogelijk maakt, maken tenminste deel uit van de te coördineren besluiten en;
de aanvraag bedoeld in lid a betreft één of meer van de volgende activiteiten: - het realiseren van een project dat is opgenomen in een structuurvisie; - het bouwen of verbeteren van woningen; - het realiseren van nutsvoorzieningen; - het realiseren van maatschappelijke voorzieningen; - het renoveren van bedrijven; - het realiseren van agrarische bedrijven (inclusief agrarische bedrijfswoningen); - het realiseren van infrastructurele werken; de realisatie van winkels en bedrijfspanden.
Artikel 5. Gevallen waarin geen coördinatie op grond van deze verordening plaatsvindt
In de volgende gevallen is een gecoördineerde voorbereiding op grond van deze verordening niet mogelijk:
Zolang het college van burgemeester en wethouders geen regeling als bedoeld in het eerste lid heeft vastgesteld, is aanvullend op de artikelen 3.30 tot en met 3.32 van de Wet ruimtelijke ordening en op deze verordening, § 3.5.3 van Afdeling 3.5 "Samenhangende besluiten" van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing, met uitzondering van de artikelen 3.28 en 3.29 van die wet.
Als de gemeenteraad besloten heeft dat het wenselijk is dat de coördinatieregeling wordt toegepast in een of meer andere gevallen dan de gevallen die op grond van deze verordening mogelijk zijn, dan zijn de leden a tot en met d van toepassing op de voorbereiding van de besluiten die behoren bij die gevallen.