Organisatie | Halderberge |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Wet inburgering gemeente Halderberge 2009 |
Citeertitel | Verordening Wet inburgering gemeente Halderberge 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet inburgering, artikelen 8, 19 lid 4, 19A lid 1, 23 lid 3 en 35.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-12-2009 | 10-03-2011 | Onbekend | 10-12-2009 Halderbergse Bode van 24 december 2009 | Onbekend |
De raad van de gemeente Halderberge;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 oktober 2009;
gelet op de artikelen 8, 19 lid 4, 19A lid 1, 23 lid 3, en 35 van de Wet inburgering,
• dat de raad bij verordening regels dient te stellen over informatieverstrekking door de gemeente aan inburgeringsplichtigen, alsmede over inburgeringsvoorzieningen en taalkennis
voorzieningen en over rechten en plichten vanwege een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening,
• dat de raad bij verordening kan bepalen dat het college een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening kan vaststellen, en
• dat de raad bij verordening het bedrag dient vast te stellen van de bestuurlijke boete die voor de verschillende overtredingen kan worden opgelegd,
Vast te stellen de Verordening Wet inburgering gemeente Halderberge 2009.
Artikel 1.1 - Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
korte vrijstellingstoets: onder toezicht van de IB-Groep af te leggen toets, waarvan de succesvolle afronding leidt tot een door de IB-Groep af te geven document waaruit blijkt dat de inburgeringsplichtige beschikt over voldoende mondelinge en schriftelijke vaardigheden in de Nederlandse taal en evidente kennis van de Nederlandse samenleving;
HOOFDSTUK 2 - Informatieverstrekking
Paragraaf 1 - Rechten en plichten uit hoofde van de wet
Artikel 2.1 - Moment informatieverstrekking
Het college verstrekt oudkomers informatie terzake van hun belangrijkste rechten en plichten uit hoofde van de wet wanneer zij, na daartoe te zijn opgeroepen, verschijnen, doch uiterlijk op de dag waarop zij een handhavingsbeschikking of een beschikking ter vaststelling van een inburgeringsvoorziening ontvangen.
HOOFDSTUK 4 - Inburgeringsvoorzieningen en taalkennisvoorzieningen
PARAGRAAF 1 - Procedure voor het doen van een aanbod
Artikel 4.1 - Criteria en prioritering
PARAGRAAF 2 - Vaststelling van een passende inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening
Artikel 4.2 - Samenstelling en totstandkoming
Bij de samenstelling van een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening houdt het college rekening met het startniveau van de inburgeringsplichtige op het gebied van de kennis van de Nederlandse taal en kennis van de Nederlandse samenleving, diens leercapaciteit, en diens persoonlijke situatie. De vorige zin geldt niet ten aanzien van een geestelijke bedienaar.
Bij de totstandkoming van een gecombineerde inburgeringsvoorziening houdt het college er rekening mee dat eventueel volgtijdelijk inzetten van onderdelen daarvan zodanig geschiedt dat de inburgeringsplichtige er redelijkerwijs voor kan zorgdragen dat hij het inburgeringsexamen of het staatsexamen Nederlands als tweede taal behaalt binnen de in artikel 7 lid 1 van de wet bedoelde termijn.
Bij de beoordeling of de inburgeringsplichtige in staat is het inburgeringsexamen te halen kan een haalbaarheidsonderzoek worden aangevraagd bij het ROC VA te Amsterdam. Indien het college ambtshalve ontheffing verleent op grond van artikel 31 lid 2 onderdeel b van de Wet inburgering kan het college de kosten van een haalbaarheidsonderzoek van het Regionaal Opleidingen Centrum van Amsterdam te Amsterdam vergoeden.
HOOFDSTUK 5 - Rechten en plichten vanwege een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening
PARAGRAAF 1 - Regels over de eigen bijdrage
2 Het college bepaalt in de beschikking ter vaststelling van de inburgeringvoorziening of taalkennisvoorziening:
of het college het UWV of de eigenrisicodrager verzoekt het bedrag van de eigen bijdrage aan het college te betalen indien degene die de eigen bijdrage verschuldigd is een uitkering ontvangt op grond van één van de in artikel 4.23 Besluit inburgering aangewezen socialezekerheidswetten of socialezekerheidsregelingen, die wordt uitgevoerd door het UWV of de eigenrisicodrager.
PARAGRAAF 2 - Overige regels over rechten en plichten van een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening.
Artikel 5.2 Examengeld IB-Groep
Indien de inburgeringsplichtige voor wie het college een inburgeringsvoorziening heeft vastgesteld, het centrale deel of het praktijkdeel van het inburgeringsexamen dan wel het staatsexamen Nederlands als tweede taal voor de eerste maal heeft afgelegd en zelf heeft betaald, legt hij het college binnen acht weken na het afleggen, indien de IB-Groep hem terzake daarvan een acceptgiro heeft toegezonden, de volgende bescheiden over:
Artikel 5.3 Examengeld exameninstellingen
Indien de inburgeringsplichtige voor wie het college een inburgeringsvoorziening heeft vastgesteld, het praktijkdeel van het inburgeringsexamen voor de eerste maal heeft afgelegd en zelf heeft betaald, legt hij het college binnen acht weken na het afleggen, indien een aangewezen exameninstelling hem terzake daarvan kosten in rekening heeft gebracht, de volgende bescheiden over:
Artikel 5.4 Overige verplichtingen
Naast de ingevolge de overige bepalingen van hoofdstuk 5 op te leggen verplichtingen, kan het college de inburgeringsplichtige bij de vaststelling van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening de volgende verplichtingen opleggen:
HOOFDSTUK 6 - Bedrag bestuurlijke boete
Artikel 6.2 - Geen medewerking verlenen aan uitvoering inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening
Artikel 6.4 - Verzuim vaardigheden en kennis te verwerven en tijdig examen te behalen
Ter zake van het verzuim het inburgeringsexamen te behalen binnen de in artikel 7 lid 1 van de wet bedoelde termijn of de op grond van artikel 31 lid 2 onderdeel a van de wet verlengde termijn kan het college een bestuurlijke boete opleggen van € 350,00.
Artikel 6.6 Afstemming van de boete
De boete als bedoeld in artikel 6.1, 6.2, 6.3, 6.4, en 6.5 van deze verordening wordt overeenkomstig het bepaalde in artikel 38 2e lid van de wet afgestemd op de ernst van de overtreding en de mate waarin deze aan de overtreder kan worden verweten. Hierbij wordt rekening gehouden met de omstandigheden waaronder de overtreding is gepleegd.
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 37 van de wet wordt geen bestuurlijke boete opgelegd indien voor dezelfde gedraging de bijstand kan worden verlaagd op grond van artikel 18, tweede lid, van de wet werk en bijstand, dan wel indien voor dezelfde gedraging een boete of maatregel kan of moet worden opgelegd op grond van een bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 19, eerste lid, onderdeel a, aan te wijzen sociale zekerheidswet of sociale zekerheidsregeling.