Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Beverwijk

Subsidieverordening aanjaagregeling ondernemersklimaat

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBeverwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieverordening aanjaagregeling ondernemersklimaat
CiteertitelSubsidieverordening aanjaagregeling ondernemersklimaat
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, artikel 147 en 149
  2. 1.0:v:BWBR0005416&artikel=147
  3. 1.0:v:BWBR0005416&artikel=149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-02-201401-01-201431-12-2015Onbekend

06-02-2014

De Kennemer, 12 februari 2014

INT-13-07754

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieverordening aanjaagregeling ondernemersklimaat

De raad van de gemeente Beverwijk;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 december 2013, nummer INT-13-07754:

 

gehoord de Raadscommissie;

 

gelet op artikel 147 en 149 van de Gemeentewet;

 

Besluit:

 

vast te stellen de Subsidieverordening aanjaagregeling ondernemersklimaat

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • a.

    Aanjaagregeling: de onderhavige subsidieregeling;

  • b.

    publieksgerichte ondernemersactiviteiten: activiteiten die zijn georganiseerd door ondernemers, die als doel hebben publiek te trekken of waar het publiek op andere wijze baat bij heeft;

  • c.

    ondernemersklimaat: het geheel van factoren dat bepaalt in hoeverre ondernemingen in Beverwijk succesvol kunnen functioneren;

  • d.

    collectief ondernemersbelang: het belang van de ondernemers in een straat, gebied of branche;

  • e.

    Adviescommissie: de commissie zoals bedoeld in artikel 4 van deze verordening;

  • f.

    Aanvrager: de natuurlijke of rechtspersoon die een subsidieaanvraag indient;

  • g.

    gelegenheidsverband: een schriftelijk vastgelegd samenwerkingsverband van twee of meer rechtspersonen ten behoeve van het organiseren van een activiteit;

  • h.

    wet: Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Doelstelling Aanjaagregeling

Doelstelling van de Aanjaagregeling is het bieden van financiële ondersteuning aan publiekgerichte ondernemersactiviteiten die bijdragen aan een beter ondernemersklimaat in de gemeente Beverwijk.

Artikel 3 Subsidieverlening

  • 3.1

    Het college kan op basis van deze verordening subsidie verlenen ten behoeve van ondernemersactiviteiten die gericht zijn op het aantrekken, of beter bedienen van het publiek.

  • 3.2

    De activiteiten moeten bijdragen aan het ondernemersklimaat in de gemeente Beverwijk en een collectief ondernemersbelang dienen.

  • 3.3

    De Aanjaagregeling is primair bedoeld voor de ondersteuning van het midden- en kleinbedrijf in de gemeente.

Artikel 4 Adviescommissie

  • 4.1

    Voordat het college beslist over een subsidieaanvraag wordt advies gevraagd aan een Adviescommissie, bestaande uit 4 tot 6 vertegenwoordigers van de diverse ondernemersgeledingen in Beverwijk en een ambtenaar van de gemeente Beverwijk.

  • 4.2

    De Adviescommissie geeft een integraal advies over de te verlenen subsidies.

  • 4.3

    Het college benoemt de leden van de Adviescommissie.

Artikel 5 Aanvrager

  • 5.1

    Voor subsidie komen de volgende samenwerkingsvormen in aanmerking

    • a.

      verenigingen naar burgerlijk recht;

    • b.

      stichtingen;

    • c.

      gelegenheidsverbanden van meerdere ondernemers.

  • 5.2

    Indien een gelegenheidsverband Aanvragen is, treedt een van de deelnemende partners op als Aanvrager

Artikel 6 Algemene voorwaarden voor subsidiëring

  • 6.1

    Activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd dienen te passen binnen de doelstelling van de Aanjaagregeling en niet strijdig te zijn met de vigerende gemeentelijke kaders.

  • 6.2

    Een aanvraag komt slechts voor verlening in aanmerking indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

    • a.

      de Aanvrager maakt de financieringsbehoefte van de te subsidiëren activiteiten aannemelijk;

    • b.

      de financiering heeft geen betrekking op sanering van schulden, dan op een afbouw van bedrijfsactiviteiten;

    • c.

      de aanvraag is niet gericht op bevoordeling van individuele ondernemingen maar op gebieden of branches;

    • d.

      de Aanvrager doet voor de zelfde activiteit geen beroep op andere subsidieverordeningen van de gemeente Beverwijk;

    • e.

      de Aanvrager verkeert niet in staat van faillisement, vereffening, surseance van betaling of akkoord en deze zijn niet aangevraagd of aanhangig.

Artikel 7 Beoordelingscriteria voor subsidiëring

Indien de hoogte van de aanvragen het beschikbare subsidiebudget overtreft, wordt een afweging gemaakt aan de hand van de volgende criteria, in willekeurige volgorde:

  • a.

    mate waarin wordt voldaan aan de doelstelling van de Aanjaagregeling;

  • b.

    publieksbereik;

  • c.

    omvang van de financieringsbehoefte

  • d.

    mate van confinanciering;

  • e.

    draagvlak onder de ondernemers in het gebied;

  • f.

    evenwichtige verdeling over de gebieden en branches.

Artikel 8 Subsidiebedrag

  • 8.1

    Het te verstrekken subsidiebedrag bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten en is beperkt tot het maximumbedrag dat is vastgesteld in de beschikking tot subsidieverlening.

  • 8.2

    Het subsidieplafond voor de jaren 2014 en 2015 is €180.000 per jaar.

  • 8.3

    De subsidieregeling wordt twee maal per jaar opengesteld voor aanvragen. Tot 1 december, voorafgaand aan het subsidiejaar, tot een subsidieplafond van €120.000 en tot 1 juni in het subsidiejaar voor het resterende subsidiebudget.

  • 8.4

    In afwijking van het eerste lid zal in 2014 de regeling één maal geopend zijn tot 15 maart 2014, voor aanvragen tot een subsidieplafond van €180.000.

Artikel 9 Aanvraag en te overleggen gegevens

  • 9.1

    Aanvragen voor subsidie worden digitaal ingediend overeenkomstig het door het college vastgestelde aanvraagformulier. Dit formulier wordt via de gemeentelijke website ter beschikking gesteld.

  • 9.2

    De aanvraag wordt in ieder geval voorzien van

    • a.

      een activiteitenplan, tenzij rederlijkerwijs kan worden aangenomen dat daaraan geen behoefte is;

    • b.

      een begroting.

  • 9.3

    Bij een aanvraag voor subsidie voegt de Aanvrager de volgende gegevens toe:

    • a.

      recent uitreksel uit de kamer van koophandel;

    • b.

      in geval van een stichting of vereniging, de samenstelling van het bestuur;

    • c.

      in geval van indiening namens een samenwerkingsverband, een kopie van de samenwerkingsovereenkomst.

  • 9.4

    Indien de Aanvrager al eerder een subsidieaanvraag heeft gedaan in het kader van deze verordening en de informatie niet is gewijzigd, kan ten aanzien van het gevraagde in lid 3 worden volstaan met een verwijzing naar de eerdere aanvraag.

Artikel 10 Beslissing op een aanvraag

  • 10.1

    De Adviescommissie geeft binnen drie weken na sluiting van de aanvraagtermijn een advies aan het college over de te verlenen subsidies.

  • 10.2

    Het college kan beargumenteerd afwijken van het advies van de Adviescommissie.

  • 10.3

    Het college beslist binnen 13 weken na sluiting van de aanvraagtermijn over de te verlenen subsisdies.

  • 10.4

    De termijnen zoals bedoeld in lid 1 en 2 kunnen door het college in bijzondere omstandigheden, ter beoordeling van het college, met een termijn van 4 weken worden verlengd.

Artikel 11 Voorschotverlening

  • 11.1

    Subsidies worden in één keer uitgekeerd bij wijze van voorschot.

  • 11.2

    Het college kan aan de bevoorschotting voorwaarden verbinden.

  • 11.3

    Indien de activiteiten niet worden uitgevoerd, of de subsidiemiddelen niet conform de aanvraag zijn besteed, zullen de al uitbetaalde voorschotten aan de verstrekker moeten worden terugbetaald.

  • 11.4

    Het college kan afwijken van het bepaalde in het eerste en derde lid.

Artikel 12 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 12.1

    De subsidieontvanger is verplicht het college zo spoedig mogelijk op de hoogte te stellen van ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat de gesubsidieerde activiteiten niet kunnen worden uitgevoerd.

  • 12.2

    Het college kan aan de subsidieverlening andere verplichtingen verbinden.

Artikel 13 Weigeringsgronden subsidieverlening

Subsidieverlening kan, naast de in artikel 4:25 van de wet en artikel 4:35 van de wet geregelde gevallen, worden geweigerd indien:

  • a.

    de Aanvrager niet voldoet aan de voorwaarden zoals verwoord in Artikel 5 van deze verordening;

  • b.

    de aanvraag niet voldoet aan de Algemene voorwarden zoals verwoord in Artikel 6 van deze verordening;

  • c.

    de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

  • d.

    subsidieverlening niet past binnen het op het betreffende beleidsterrein bekendgemaakte beleid dan wel de betreffende activiteiten in dat kader onvoldoende prioriteit hebben.

Artikel 14 Verantwoording

  • 14.1.

    De subsidieontvanger dient uiterlijk binnen 13 weken na afloop van de gesubsidieerde activiteit of het boekjaar waarvoor de subsidie is verleend een aanvraag tot vaststelling in bij het college.

  • 14.2

    Deze aanvraag tot vaststelling bevat:

    • a.

      een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend zijn verricht;

    • b.

      een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening).

  • 14.3

    Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens de voor de vaststelling van belang zijn, worden overlegd.

Artikel 15 Vaststelling subsidie

  • 15.1

    Het college stelt voor activiteiten verleende subsidies vast, uiterlijk 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling.

  • 15.2

    Indien uit de aard van de subsidie, dan wel de verantwoording daarvan blijkt dat voor de beslissing op de vaststelling van de subsidie een langere termijn nodig is dan de in het eerste lid genoemde termijn, bericht het college de subsidieontvanger daarvan zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling.

  • 15.3

    Het college kan categorieën van subsidies of subsidieontvangers vaststellen, waarvoor de subsidie direct kan worden vastgesteld zonder dat de subsidieontvanger een aanvraag voor subsidievaststelling hoeft in te dienen en kan besluiten cetegorieën in te trekken.

Artikel 16 Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen ter uitvoering van deze verordening.

Artikel 17 Looptijd

Deze verordening is van toepassing tot en met 31 december 2015.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als 'Subsidieverordening aanjaagregeling ondernemersklimaat'.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2014.

Beverwijk, 6 februari 2014

de raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter.