Overheidsorganisatie | Gemeente Zwolle |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening commissie culturele activiteiten |
Citeertitel | Verordening commissie culturele activiteiten |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Bestuurlijke organisatie |
Hoe werkt de commissie culturele activiteiten?
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-03-2004 | 28-11-2013 | Nieuwe regeling | 08-03-2004 De Peperbus 14-03-2004 | gb1-2004.033 |
Deze verordening verstaat onder:
commissie: de commissie culturele activiteiten
het college: het college van burgemeester en wethouders
podiumkunsten: kunsten op het gebied van muziek, muziektheater, dans, toneel, mime, jeugdtheater, poppentheater en combinaties van deze disciplines;
professionele kunstenaars: kunstenaars die een beroepsopleiding in een der podiumkunstrichtingen hebben gevolgd en/of die beroepsmatig actief zijn met het podiumkunstvak;
amateurs: niet beroepsmatig werkzame podiumkunstenaars;
openbare voorstelling: openbaar toegankelijke uitvoering, in de pers aangekondigd, waarbij een toegangsprijs wordt geheven;
cultureel project: eenmalige activiteit of openbare vertoning, gedurende een afgeronde periode en over het algemeen thematisch opgezet;
1. De commissie heeft tot taak een beslissing te nemen op de subsidieaanvragen die op grond van hoofdstuk 3 van de Algemene Subsidieverordening (subsidiëring culturele activiteiten) worden ingediend.
2. De commissie beslist met inachtneming van het budget dat voor verstrekking van subsidies krachtens hoofdstuk 3 van de Algemene Subsidieverordening beschikbaar is
3. De commissie neemt daarbij de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene Subsidieverordening in acht.
1. De commissie is, aan het college verantwoording schuldig. Zij verstrekt te dien aanzien aan het college alle door hen verlangde inlichtingen.
2. De commissie zendt jaarlijks voor 1 maart een verslag van de door haar in het afgelopen jaar verrichte werkzaamheden, waarin opgenomen een financieel verslag over de door haar beheerde gelden, aan het college.
1. De commissie bestaat uit ten hoogste 5 personen en is als volgt samengesteld:
twee leden deskundig op het terrein van de amateurkunst
drie leden deskundig op het terrein van professionele podiumkunsten
2. Ten behoeve van de opvolging van de in het eerste lid bedoelde leden stelt de commissie een aanbeveling op.
3. Personen die deel uitmaken van, of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur, kunnen niet als commissielid worden benoemd.
4. Personen die deel uitmaken van, of werkzaam zijn onder de verantwoordelijkheid van instellingen die subsidieaanvragen kunnen indienen, kunnen niet als commissielid worden benoemd.
5. De commissie kiest uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.
6. De commissie kan zich doen bijstaan door één of meer adviseurs.
1. De leden van de commissie worden voor een periode van maximaal 4 jaar benoemd.
2. De leden van de commissie blijven hun functie waarnemen totdat over hun opvolging is beslist.
3. De leden van de commissie kunnen ten alle tijde ontslag nemen. Het ontslag moet schriftelijk worden ingediend bij het college. Het bepaalde in het tweede lid van dit artikel is van overeenkomstige toepassing.
4. De leden van de commissie kunnen door het college worden ontslagen, nadat de commissie ter zake is gehoord.
5. De leden van de commissie kunnen ten hoogste eenmaal worden herbenoemd.
1. De commissie vergadert ten minste 4 keer per jaar en voorts zo dikwijls de voorzitter of ten minste drie andere leden het nodig oordelen.
2. De vergaderingen worden door of namens de voorzitter ten minste 6 dagen voordat zij worden gehouden, onder toezending van de agenda en de te behandelen stukken, bijeen geroepen.
3. Indien de voorzitter niet binnen 14 dagen, nadat er een verzoek als bedoeld in het eerste lid, is ingediend, een vergadering belegt, zijn zij, die het verzoek hebben ingediend daartoe gerechtigd.
1. Indien niet meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is, kunnen er ter vergadering geen besluiten worden genomen.
2. In het geval als bedoeld in het eerste lid wordt het onderwerp verschoven naar een volgende vergadering, waarin dan over het onderwerp kan worden besloten ongeacht het aantal aanwezige leden.
3. In spoedeisende gevallen kan door de commissie ook buiten een vergadering een besluit worden genomen, mits alle commissieleden in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk , per telefax of per e-mail hun mening te uiten.
4. De ingekomen schriftelijke reacties worden door de secretaris bij de notulen van de eerst volgende vergadering gevoegd.
1. De vergaderingen worden in het openbaar gehouden.
2. De deuren worden gesloten, wanneer ten minste twee van de aanwezige leden dit vorderen of de voorzitter het nodig acht. De commissie beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd. Dit wordt bij meerderheid van uitgebrachte stemmen besloten.
1. De commissie besluit bij meerderheid van stemmen.
2. Over personen wordt schriftelijk gestemd. Bij staking van stemmen wordt eenmaal herstemd. Indien ook dan de stemmen staken, beslist – na eventueel noodzakelijke tussenstemmingen – terstond het lot.
3. Over zaken wordt mondeling gestemd. Bij staking van stemmen wordt het nemen van een besluit uitgesteld tot een volgende vergadering, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend. In deze vergadering wordt bij het staken van de stemmen het voorstel geacht niet te zijn aangenomen.
1. De voorzitter draagt zorg voor de voorbereiding en uitvoering van de besluiten van de commissie. Hij ondertekent alle van de commissie uitgaande stukken.
2. De voorzitter wordt bij afwezigheid of ontstentenis vervangen door de plaatsvervangend voorzitter.
1. Een ambtenaar van de Gemeente Zwolle, speciaal belast met culturele zaken, is secretaris van de commissie. In de vergaderingen van de commissie heeft hij een raadgevende stem.
2. De secretaris ondertekent mede alle stukken die van de commissie uitgaan.
In gevallen waarin de verordening niet voorziet, beslist het college, na de commissie te hebben gehoord.