Organisatie | Bladel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Overlegverordening platform bijzonder georganiseerd overleg (BGO) Kempengemeenten |
Citeertitel | Overlegverordening Kempen BGO |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-09-2006 | 30-08-2006 | nieuwe regeling | 12-09-2006 De Lantaarn, 17-07-2010 | Onbekend |
de colleges van de gemeenten Bergeijk, Bladel, Eersel, Oirschot en Reusel – De Mierden, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft;
overwegende, dat het in het kader van de gemeentelijke samenwerking gewenst/noodzakelijk is om te komen tot een gezamenlijke vorm van georganiseerd overleg (GO);
dat de lokale commissies voor georganiseerd overleg in de individuele gemeente in stand blijven voor alle aangelegenheden, die geen verband houden met of volledig losstaan van de samenwerking binnen de voormelde Kempengemeenten;
gelezen het voorstel van de stuurgroep P&O d.d. 12 juli 2006;
gelet op de bereikte overeenstemming in de commissies voor Georganiseerd Overleg van de hiervoor genoemde vijf Kempengemeenten in hun gezamenlijke vergadering d.d. 30 augustus 2006;
Overlegverordening platform bijzonder georganiseerd overleg (BGO) Kempengemeenten
Hoofdstuk I Algemene Bepalingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
het platform voor bijzonder georganiseerd overleg (BGO) Kempengemeenten over voorzieningen, de voorbereiding en consequenties voor de ambtenaren bij de gemeentelijke samenwerking tussen de vijf Kempengemeenten;
de ambtenaren in de zin van de CAR/UWO en de werknemers die werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst;
de plaatselijk werkende groeperingen van de landelijke verenigingen van overheidspersoneel, voorzover deze verenigingen per 1 januari 2006 leden hebben bij de betrokken gemeenten, te weten:
de gemeenschappelijke regeling koepelorganisatie samenwerking Kempengemeenten, die belast is met de coördinatie en stimulering van de samenwerking;
de groep bestaande uit de portefeuillehouders Personeel & Organisatie van de vijf betrokken gemeenten, die tot taak heeft de samenwerking op het taakveld P&O bestuurlijk voor te bereiden en vorm te geven;
de betreffende colleges van burgemeester en wethouders van de vijf betrokken gemeenten;
de respectievelijke colleges van burgemeester en wethouders;
Voor de vertegenwoordiging van de organisaties wordt per organisatie in elke gemeente maximaal één lid en één plaatsvervangend lid aangewezen. Deze aanwijzing geschiedt door en uit de organisaties. Daarnaast maakt per organisatie één districtsbestuurder als vaste adviseur deel uit van het Kempen BGO.
De stuurgroep P&O wijst een ambtenaar, niet behorende tot de vertegenwoordiging van de organisaties, als secretaris van het Kempen BGO aan, alsmede diens plaatsvervanger. Zonodig stelt de stuurgroep P&O verder personeel voor het secretariaat ter beschikking. De secretaris en diens plaatsvervanger kunnen aan de besprekingen deelnemen.
Degene die namens de gemeentebesturen lid is of plaatsvervanger in het Kempen BGO houdt op dit te zijn, zodra hij geen lid meer is van één van de colleges, alsmede wanneer het gemeentebestuur schriftelijk aan het Kempen BGO doet weten dat zijn aanwijzing als vertegenwoordiger is ingetrokken. Er vindt zo spoedig mogelijk een nieuwe aanwijzing plaats.
Degene die als lid of plaatsvervangend lid door een organisatie is aangewezen, houdt op dit te zijn zodra hij geen ambtenaar of lid van de organisatie meer is, alsmede wanneer de organisatie schriftelijk te kennen geeft dat zijn aanwijzing als vertegenwoordiger of plaatsvervanger is ingetrokken. In deze gevallen wordt zo spoedig mogelijk een opvolger aangewezen.
Hoofdstuk III Taak en bevoegdheden
Het Kempen BGO voert overleg over alle aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtstoestand van de ambtenaren van de 5 Kempengemeenten, met inbegrip van de algemene regels volgens welke het personeelsbeleid zal worden gevoerd, voor zover dit verband houdt met de voorbereiding of uitvoering van de gemeentelijke samenwerking.
Onder de in lid 1 van dit artikel 4 bedoelde aangelegenheden dienen onder meer te worden verstaan:
alle overige maatregelen, die noodzakelijk zijn om de (voorlopige) overgang van het personeel te bewerkstelligen, zoals de nieuwe organisatiestructuur, het formatieschema en het functieboek, waarin duidelijk tot uitdrukking komt welke functies in de nieuwe situatie beschikbaar zijn en welke niveau-aanduiding deze functies hebben;
Besluiten over de in artikel 4 bedoelde onderwerpen worden door de colleges niet genomen, noch worden voorstellen daaromtrent aan de gemeenteraden gedaan, dan nadat daarover in het Kempen BGO overeenstemming is bereikt.
Indien wegens onvoltalligheid in de zin van het vorige lid een vergadering niet kan plaatshebben, worden de aan de orde zijnde onderwerpen door de voorzitter geplaatst op de agenda van een binnen tien dagen te houden nieuwe vergadering, in welke vergadering die onderwerpen in elk geval kunnen worden behandeld.
Elk lid van het Kempen BGO heeft het recht onderwerpen ter behandeling aanhangig te maken door deze schriftelijk op te geven aan de voorzitter. Deze stelt die onderwerpen in de eerstvolgende vergadering aan de orde.
De voorzitter kan over het in de vergadering behandelde en over de inhoud van de aan het Kempen BGO overgelegde stukken geheimhouding opleggen. Deze geheimhouding geldt niet ten opzichte van de respectievelijke colleges en de gemeenteraden van de vijf betrokken Kempengemeenten. De leden van deze bestuursorganen zijn eveneens tot geheimhouding verplicht.
De voorzitter kan op verzoek van tenminste twee leden, of zo dikwijls als hij dit nodig acht de vergadering schorsen voor een door hem te bepalen tijd.
De stem van de vertegenwoordiging van de organisaties wordt bepaald door stemming pervertegenwoordigende organisatie, waarbij voor iedere organisatie zoveel stemmen worden uitgebracht als er ambtenaren bij haar zijn aangesloten op de eerste dag van het lopende jaar, met dien verstande dat voor een organisatie niet meer stemmen in aanmerking komen dan het totaal aantal stemmen dat door de andere organisaties gezamenlijk wordt uitgebracht. Bij staking van de stemmen wordt de vertegenwoordiging geacht te hebben tegengestemd.
Hoofdstuk V Advies en arbitrage
De artikelen 17 tot en met 21 zijn slechts van toepassing op geschillen inzake aangelegenheden als bedoeld in artikel 4, voor zover die aangelegenheden uitsluitend de rechtstoestand van ambtenaren met inbegrip van de algemene regels volgens welke het personeelsbeleid wordt gevoerd, betreffen.
Indien een of meer van de deelnemers aan het overleg tijdens het overleg tot het oordeel komen dat dit overleg niet zal leiden tot een uitkomst die de instemming heeft van alle deelnemers aan het overleg, brengen zij dat oordeel binnen een week, nadat zij daarvan in het overleg blijk hebben gegeven, schriftelijk ter kennis van de overige deelnemers aan het overleg.
Tenzij door het Kempen BGO wordt besloten het overleg voort te zetten dan wel te beëindigen, wordt in de in lid 1 bedoelde vergadering nagegaan of overeenstemming bestaat over de vraag wat het onderwerp en de inhoud van het geschil is en of een oplossing van dat geschil zal worden gezocht door middel van voortzetting van het overleg nadat advies is ingewonnen van de Advies- en Arbitragecommissie, dan wel door onderwerpen van het geschil aan een arbitrale uitspraak van die commissie.
Binnen zeven dagen na de datum van de vergadering als bedoeld in artikel 18 wordt het verzoek om advies ter kennis gebracht van de voorzitter van de Advies- en Arbitragecommissie.
Het verzoek wordt ondertekend door de deelnemers aan het overleg die zich voor de inwinning van het advies hebben uitgesproken en bevat tenminste het onderwerp en de inhoud van het geschil.
Indien in de vergadering als bedoeld in artikel 18 geen overeenstemming is bereikt tussen alle deelnemers aan het overleg over de vraag wat het onderwerp en de inhoud van het geschil is, brengen de overige deelnemers aan het overleg hun visie op het onderwerp en de inhoud van het geschil eveneens binnen een week na de datum van de eerdergenoemde vergadering ter kennis van de voorzitter van de Advies- en Arbitragecommissie.
Binnen zeven dagen na de datum van de vergadering als bedoeld in artikel 18 wordt het verzoek om arbitrage ter kennis gebracht van de voorzitter van de Advies- en Arbitragecommissie.
Het verzoek daartoe is ondertekend door alle deelnemers aan het overleg en dient tenminste te bevatten het onderwerp en de inhoud van het geschil, alsmede de standpunten van alle deelnemers aan het overleg omtrent het onderwerp en de inhoud van het geschil.
Aldus besloten in de vergadering van
burgemeester en wethouders van Bergeijk
op 12 september 2006.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VOORNOEMD;
de secretaris, de burgemeester,
Aldus besloten in de vergadering van
burgemeester en wethouders van Bladel
op 12 september 2006.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VOORNOEMD;
de secretaris, de burgemeester,
Aldus besloten in de vergadering van
burgemeester en wethouders van Eersel
op 12 september 2006.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VOORNOEMD;
de secretaris, de burgemeester,
Aldus besloten in de vergadering van
burgemeester en wethouders van Oirschot
op 12 september 2006.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VOORNOEMD;
de secretaris, de burgemeester,
Aldus besloten in de vergadering van
burgemeester en wethouders van Reusel – De Mierden
op 12 september 2006.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VOORNOEMD;
de secretaris, de burgemeester,