Organisatie | Westland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Westland 2014 |
Citeertitel | Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Westland 2014 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Dit besluit treedt met terugwerkende kracht inwerking tot 01-01-2014.
De regeling 'Beleidsregels betreffende de heffing en de invordering van honden- en toeristenbelasting Westland 2012’ , vastgesteld op 20 december 2011, wordt ingetrokken per 1 januari 2014.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-03-2014 | 01-01-2014 | 27-10-2020 | nieuwe regeling | 11-02-2014 Gemeenteblad Westland, 06-03-2014 | Gbw, 2014, 02 |
Burgemeester en wethouders van Westland;
Gelet op de artikelen 6, 7, 8, 13 en 14 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, artikel 31 van de Invorderingswet 1990 in verbinding met de artikelen 231, tweede lid, onderdeel a, en derde lid, en 237 van de Gemeentewet , op artikel 160, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet , op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht , alsmede op het betreffende artikel van de in de gemeente Westland geldende belastingverordeningen, waar in aan het college de bevoegdheid is toegekend nadere regels te geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de onderscheiden gemeentelijke belastingen;
Deze regeling geeft uitvoering aan de artikelen 6, 7, 8, 13 en 14 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, artikel 31 van de Invorderingswet 1990, artikel 160, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet , artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen in de belastingverordeningen van de gemeente Westland op grond waarvan het college van burgemeester en wethouders nadere regels kan geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de onderscheiden gemeentelijke belastingen.
De belastingplichtige voor de toeristenbelasting die niet binnen zes maanden na af loop van het belastingjaar of kalenderjaar is uitgenodigd tot het doen van aangifte of aan wie niet binnen zes maanden na af loop van het belastingjaar of kalender jaar een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen een maand na af loop van die zes maanden bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte.
Artikel 3 Gebruik nachtverblijfregister ten behoeve van de heffing van toeristenbelasting
Bi j de vaststelling van feiten ten behoeve van de heffing van toeristenbelasting kan de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, bedoelde gemeenteambtenaar het door belastingplichtige bijgehouden nachtverblijfregister raadplegen.
De in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar legt een voorlopige aanslag op, indien het bedrag waarop de aanslag vermoedelijk zal worden vastgesteld, na ver rekening van voorheffingen en reeds opgelegde voorlopige aanslagen, zulks naar zijn mening rechtvaardigt.
Het model voor het formulier van het aangiftebiljet toeristenbelasting wordt geacht te zijn gebaseerd op artikel 2 van deze regel ing.