Organisatie | Ridderkerk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregels Ridderkerk 2014 |
Citeertitel | Subsidieregels 2014 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | financiën en economie |
Geen.
Algemene Subsidieverordening Ridderkerk 2014
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-02-2014 | Nieuwe regeling | 18-02-2014 Gemeentejournaal, 27-02-2014 | Onbekend. |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Deze subsidieregels gelden voor alle subsidies die bij het college worden aangevraagd en door het college worden verstrekt, tenzij dit bij of krachtens wet is uitgesloten.
Naast de in artikel 4:25, tweede lid en artikel 4:35 van de wet genoemde gronden, kan het college de subsidie weigeren, indien:
Artikel 5 Vergoeding vermogenswaarden en vorming egalisatiereserve
Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding, gaat het college uit van de waarde van de zaken en andere vermogensbestanddelen op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt, met dien verstande dat in geval van schadevergoeding aan de subsidieontvanger voor verlies of beschadiging van zaken wordt uitgegaan van het bedrag van die schadevergoeding.
Hoofdstuk 3 Initiatiefsubsidies
Artikel 12 Begripsbepaling en reikwijdte
Dit hoofdstuk verstaat onder initiatiefsubsidie: een subsidie tot maximaal € 2.000,--, voor activiteiten die worden uitgevoerd binnen twaalf maanden nadat de aanvraag is ingediend.
Het in artikel 12 genoemde bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd met het indexcijfer van prijsstijgingen als door de raad vastgesteld bij de begroting.
Artikel 16 Begripsbepaling en reikwijdte
Dit hoofdstuk verstaat onder waarderingssubsidie: een subsidie die wordt verstrekt aan een organisatie die activiteiten organiseert en uitvoert met een erkend lokaal maatschappelijk belang en waarbij het college niet op prestaties en resultaten van de organisatie wil sturen.
Toelichting op de Subsidieregels Ridderkerk 2014
De gemeenteraad heeft 23 januari 2014 de Algemene Subsidieverordening Ridderkerk 2014 vastgesteld. Hierin is opgenomen dat B&W bij subsidieregeling vaststellen welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie.
Omdat met de opstelling van de subsidieregels tijd is gemoeid moet de tussenliggende periode worden overbrugd. Om de huidige praktijk in die tussenliggende periode te kunnen waarborgen heeft het college in haar vergadering van 18 februari 2014 besloten dat tot de vaststelling van de nieuw op te stellen subsidieregels, subsidies conform de huidige praktijk op basis van de Algemene subsidieverordening Ridderkerk 2008 vast te stellen. Feitelijk heeft het college hiermee de Algemene subsidieverordening Ridderkerk 2008 nu vastgesteld als subsidieregels 2014.
Daar waar zinvol, volgt hieronder een artikelsgewijze toelichting.
Het subsidieplafond is het bedrag dat gedurende het begrotingsjaar beschikbaar is voor subsidieverstrekking. De raad legt met de programmabegroting vast tot welk niveau het college uitgaven mag doen. Daarmee zal het college rekening moeten houden bij de vaststelling van subsidieplafonds.
Op grond van artikel 4:25, tweede lid Awb moet subsidie worden geweigerd indien daardoor het subsidieplafond overschreden zou worden.
Het subsidieplafond moet op de gebruikelijke wijze bekend worden gemaakt en daarbij moet tevens worden aangegeven welke verdeelmethode wordt gehanteerd.
In aanvulling op de wettelijke weigeringsgronden, zijn hier weigeringsgronden opgenomen die al enige jaren in de Ridderkerkse praktijk worden gehanteerd.
Artikel 5 Vergoeding vermogenswaarden en vorming egalisatiereserve
Het is toegestaan dat subsidieontvangers een egalisatiereserve opbouwen. Deze mag nooit meer bedragen dan 10% van de subsidie die de subsidieontvanger over het betreffende jaar heeft ontvangen.
Over het bedrag boven deze toegestane 10%-regeling, is de subsidieontvanger een vergoeding verschuldigd of dient hij een deel van het subsidiebedrag aan het college te retourneren.
Artikel 7 Meerjarige en per boekjaar verleende subsidies
Subsidies kunnen per boekjaar of voor meerdere jaren (maximaal vier) verleend worden.
Wanneer het college voor meer dan één jaar subsidie verleent, moet het begrotingsvoorbehoud worden gemaakt. Dit betekent dat verlening geschiedt onder de voorwaarde dat de raad voldoende gelden ter beschikking stelt.
Artikel 15 en 18 Subsidievaststelling
De subsidievaststelling is wat vroeger ook wel ‘de afrekening’ of ‘definitieve subsidievaststelling’ werd genoemd. Sinds de inwerkingtreding van de Awb volgt na subsidieverlening (waarbij de aanspraak op subsidie ontstaat) de subsidievaststelling, waarbij wordt beoordeeld of de subsidieontvanger aan alle verplichtingen heeft voldaan en ook de beloofde activiteiten heeft uitgevoerd.
Het is onnodig belastend om voor kleinere subsidies de uitgebreide subsidieprocedure te doorlopen. Daarom is een apart hoofdstuk voor initiatiefsubsidies opgenomen.
Dergelijke subsidies kunnen tot 8 weken vóór de activiteit worden aangevraagd en het college beslist ook binnen 8 weken. De subsidie wordt direct vastgesteld; er is dus niet eerst nog een beschikking tot subsidieverlening.
In het huidige subsidiebeleid van de gemeente Ridderkerk worden waarderingssubsidies verstrekt aan organisaties die activiteiten uitvoeren met een erkend lokaal maatschappelijk belang, waarbij er geen behoefte is om te sturen op prestaties en resultaten en ook niet afgerekend hoeft te worden op het exploitatieresultaat. Wel wordt bij vervolgaanvragen getoetst of uitgevoerde activiteiten nog passen binnen de doelstelling van de organisatie op grond waarvan waarderingssubsidie is verstrekt.