Organisatie | Aalten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels voor grafbedekkingen op gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Aalten 2014 |
Citeertitel | Nadere regels voor grafbedekkingen op gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Aalten 2014 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | algemeen |
Deze regels vervangen de tot op heden vastgestelde dan wel toegepaste regels
Beheersverordening begraafplaatsen gemeente Aalten 2014
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-02-2014 | Nieuwe regeling | 28-01-2014 Aalten Actueel, d.d. 04-02-2014 | Geen. |
Op grond van artikel 18 lid 1 van de Beheersverordening begraafplaatsen gemeente Aalten 2014 (“de Beheersverordening”) is voor het plaatsen en in stand houden van een grafbedekking op een gemeentelijke begraafplaats een vergunning van het college nodig. Lid 4 van hetzelfde artikel 18 bepaalt dat het college nadere regels stelt omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen.
In de hierna volgende nadere regels wordt verstaan onder:
begraafplaatsen:De gemeentelijke begraafplaatsen als bedoeld in artikel 33 van de Wet op de lijkbezorging:
Begraafplaats Berkenhove, Aalten
Begraafplaats Piet Heinstraat, Aalten
Begraafplaats Varsseveldsestraatweg, Aalten
Begraafplaats Kloosterdijk, Bredevoort
Begraafplaats Prins Mauritsstraat, Bredevoort
Artikel 1. Nadere regels betreffende de vergunningaanvraag voor gedenktekens en zerken als bedoeld in artikel 18 lid 1 van de Beheersverordening.
Op die delen van de begraafplaatsen die zijn aangewezen voor de bijzetting van asbussen/urnen in urnenkelders is bijzetting slechts toegestaan in de van gemeentewege uitgegeven standaard betonnen, gedeeltelijk bovengrondse urnenkeldertjes met een granieten dekplaat. Voor deze standaard urnenkeldertjes hoeft geen vergunning te worden aangevraagd.
Artikel 2. Nadere regels geldend voor gedenktekens en zerken op een graf als bedoeld in artikel 18 lid 4 van de Beheersverordening.
Artikel 4. Voorschriften geldend voor winterharde beplantingen op een graf als bedoeld in artikel 18 lid 4 van de Beheersverordening.
Gezien de redactie van artikel 1 sub h juncto artikel 18 lid 1 van de Beheersverordening is in beginsel voor elke vorm van winterharde beplanting op een graf een vergunning van het college noodzakelijk. Een algemene vergunningplicht, ongeacht aard en omvang van de beplanting, voert echter te ver en is in redelijkheid niet handhaafbaar.
Artikel 20 lid 3 van de Beheersverordening bepaalt dat de beplanting op een graf de begrenzingen van dat graf niet mag overschrijden. In artikel 2.3 van onderhavige nadere regels voor grafbedekkingen is beschreven dat staande gedenktekens op een graf niet hoger mogen zijn dan 150 cm boven maaiveld. Wat betreft de winterharde beplanting sluit het college hierbij aan in die zin dat een vergunning voor winterharde beplanting enkel vereist is wanneer de beplanting de contouren van het graf overschrijdt en/of hoger is dan 150 cm boven maaiveld. Voor die winterharde beplantingen die de begrenzingen van het graf niet overschrijden en niet hoger zijn dan 150 cm verleent het college ontheffing van de vergunningsplicht als bedoeld in artikel 6 van deze nadere regels.
Artikel 6. Ontheffing van de nadere regels.
Het college kan in bijzondere gevallen ontheffing verlenen van deze nadere regels.