Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van de artikelen 12, 13a, tweede lid, en 13c, eerste, tweede en derde lid, van de Visserijlandsverordening |
Citeertitel | Landsbesluit visserij op volle zee |
Vastgesteld door | regering |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | milieu |
Externe bijlage | Bijlage bij artikel 13, derde lid, Landsbesluit visserij op volle zee |
De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 7 oktober 2010, gepubliceerd in P.B. 2010, no. 109, en in werking getreden op 9 oktober 2010. Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.
Visserijlandsverordening, artikelen 12, 13a en 13c
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | Geconsolideerde tekst (GT) | 16-06-2014 AB 2014, GT no. 15 | n.v.t. |
De bepalingen gegeven bij of krachtens dit landsbesluit gelden onverminderd de bepalingen gegeven bij of krachtens de Warenlandsverordening en het Vissersvaartuigenbesluit 2002.
De afdeling Economie, Vervoer en Telecommunicatie of een andere door de minister aan te wijzen afdeling in de zin van de Landsverordening inrichting en organisatie landsoverheid is het meldpunt voor het melden van mogelijke overtredingen door Sint Maartense vissersvaartuigen van de voorschriften die gelden in een zeegebied zoals vastgesteld door de beheersorganisatie. De aanwijzing geschiedt in overeenstemming met de minister onder wie de desbetreffende dienst ressorteert.
§ 1.2.2 Werkwijze en financiën
De volgende voorschriften gelden voor de werkwijze van de Commissie:
2º een model voor de verslaglegging;
3º een werkproces voor de totstandkoming van besluitvorming, waaronder de goedkeuring van vangstcertificaten.
Een vergunning vermeldt omtrent:
3º de INMARSAT roepnaam, indien van toepassing;
5º de lengte, bedoeld in de Internationale Zee-aanvaringsbepalingen;
6º de lengte, bedoeld in het Vissersvaartuigenbesluit 2002;
8º het bouwjaar en bouwmateriaal;
9º het aandrijvingsvermogen in kWh;
1º de naam, het adres- en de telefoongegevens van de eigenaar;
2º de naam, het adres- en de telefoongegevens van de exploitant, indien deze niet de eigenaar is;
1º het zeegebied waarvoor de vergunning geldt;
2º de periode gedurende welke de vergunning kan worden uitgeoefend;
4º de overige soorten marien leven waarvan het verboden is die te vangen;
5º of het vaartuig bevoegd is visvangsten op volle zee te ontvangen van andere vissersvaartuigen;
1º de specificaties zoals vastgesteld door de beheersorganisatie;
2º indien onderdeel c, ten 5º, van toepassing is, de voorschriften daartoe gesteld door de beheersorganisatie of de Commissie.
§ 2.2 Vangstdocumenten en rapportages
Onverminderd artikel 10 vermeldt de vergunning aan welke rapportageverplichtingen naar de beheersorganisatie en de Commissie toe de vergunninghouder moet voldoen bij het gebruik maken van de vergunning.
De goedkeuring van een vangstcertificaat wordt geweigerd, indien de vergunninghouder niet of onvoldoende kan aantonen dat de vangst is verkregen in overeenstemming met de voorschriften van de vergunning, de beheersmaatregelen van de beheersorganisatie of de aanwijzingen gegeven door de Commissie op grond van artikel 6, onderdeel d.
De kosten van monitoring van de vissersvaartuigen, bestaande uit reis- en verblijfkosten voor de toezichthouders, alsmede het bijwonen door vertegenwoordigers van Sint Maarten van vergaderingen van de beheersorganisaties worden door de rederijen vergoed. Het toezicht is gericht op de kwaliteit van de vangst, de naleving van de beheersmaatregelen van de beheersorganisatie, alsmede de naleving van de regelgeving betreffende op volle zee opererende Sint Maartense vissersvaartuigen. Deze kosten worden toegerekend aan de vergunninghouders naar rato van het aantal schepen per vergunninghouder. Aan het begin van elk jaar wordt een voorschot in rekening gebracht, waarna de werkelijke kosten achteraf in rekening worden gebracht onder aftrek van het betaalde voorschot.
De kosten voor het inschakelen van internationale observers voor zover verplicht gesteld door de beheersorganisatie of door een andere internationale organisatie, alsmede van een of meerdere externe bureaus met het oog op het afgeven van, onderscheidenlijk de controle op het voldoen aan de voorschriften betreffende de vangstcertificaten worden door de rederijen gedragen en zijn afhankelijk van het visgebied, met een minimum voorschot van NAf25.000,- per controle. Door de Commissie wordt een jaarlijkse kostenraming gemaakt. De werkelijke kosten worden achteraf in rekening gebracht onder aftrek van het betaalde voorschot.
Een carrierschip is ook vergunning plichtig. Het recht, bedoeld in artikel 12 van de landsverordening, voor een carrierschip bedraagt NAf20.000,- per jaar. Onder een carrierschip wordt in dit artikel verstaan een schip dat zelf geen vis vangt, maar dat de vangst van andere vaartuigen aan boord neemt voor verwerking of enkel opslag.
Additionele kosten per carrierschip zijn afhankelijk van de plaats waar de transshipment plaatsvindt, beginnende met een minimum van NAf20.000,- per schip per controle voor de inschakeling van observers in verband met controle bij transshipment. De werkelijke kosten komen ten laste van de carrierschepen en worden achteraf in rekening gebracht onder aftrek van het betaalde voorschot. Het derde lid is van overeenkomstige toepassing.
De in dit artikel genoemde bedragen worden jaarlijks aangepast bij ministeriële regeling van de minister, handelende in overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ontwikkeling, Milieu en Infrastructuur, met inachtneming van de ontwikkeling van het prijsindexcijfer en de ontwikkeling van de kosten voor het verrichten van diensten buiten Sint Maarten.
Indien er bij landsverordening een begrotingsfonds ten behoeve van de visserij wordt ingesteld, worden alle bedragen die ingevolge dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen, door het Land worden ontvangen, in dit fonds gestort. De uitgaven, die uit dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen, voortvloeien, worden alsdan ten laste van dit begrotingsfonds gebracht.
§ 3 Eisen te stellen aan het vissen op volle zee
Bij het uitoefenen van de visserij op volle zee maakt de vergunninghouder gebruik van vistuig dat voldoet aan de voorschriften gesteld door de beheersorganisatie voor de vangst van de doelsoort.
De Scheepvaartinspectie beoordeelt of de vergunninghouder heeft voldaan aan het eerste tot en met derde lid van dit artikel en stelt deze schriftelijk in kennis van zijn oordeel. Hij kan, met het oog op de naleving van dit artikel, aanwijzingen geven aan de vergunninghouder omtrent de bemanning. De vergunninghouder is verplicht deze stipt op te volgen. Een mondeling gegeven aanwijzing wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk bevestigd.