Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sint Maarten

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van de artikelen 2, 3 en 4 van de Sanctielandsverordening, houdende de implementatie van Resoluties 1737 (23 december 2006), 1747 (24 maart 2007) en 1803 (3 maart 2008) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSint Maarten
OrganisatietypeKoninkrijksdeel
Officiële naam regelingLANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van de artikelen 2, 3 en 4 van de Sanctielandsverordening, houdende de implementatie van Resoluties 1737 (23 december 2006), 1747 (24 maart 2007) en 1803 (3 maart 2008) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
CiteertitelSanctielandsbesluit Islamitische Republiek Iran
Vastgesteld doorregering
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 28 september 2010, gepubliceerd in P.B. 201, no. 92, en in werking getreden op 1 december 2010. Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Sanctielandsverordening, artikelen 2, 3 en 4

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010Geconsolideerde tekst (GT)

16-06-2014

AB 2014, GT no. 2

n.v.t.

Tekst van de regeling

Intitulé

Sanctielandsbesluit Islamitische Republiek Iran

 

 

Artikel 1
  • 1.

    Het is eenieder verboden direct of indirect enige beheers- of beschikkingshandeling te verrichten met betrekking tot gelden of activa die door in Sint Maarten gevestigde natuurlijke personen, kredietinstellingen of andere ondernemingen of instellingen worden gehouden en die direct of indirect toebehoren aan of ter beschikking staan van dan wel direct of indirect beheerd worden door natuurlijke personen, ondernemingen of instellingen die betrokken zijn bij, dan wel ondersteuning bieden aan het nucleaire programma van de Islamitische Republiek Iran, voor zover die natuurlijke personen, ondernemingen of instellingen worden genoemd in de Annexen van Resoluties 1737 van 23 december 2006, 1747 van 24 maart 2007 en 1803 van 3 maart 2008 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties of zijn aangewezen door de Veiligheidsraad of het in deze resoluties genoemde Comité van de Verenigde Naties.

  • 2.

    Het in het eerste lid bedoelde geldt ook ten aanzien van vertegenwoordigers van de in dat lid genoemde natuurlijke personen, ondernemingen of instellingen.

Artikel 2
  • 1.

    Het is eenieder verboden direct of indirect betalingen te verrichten, op welke wijze ook, aan natuurlijke personen, ondernemingen of instellingen die betrokken zijn bij, dan wel ondersteuning bieden aan het nucleaire programma van de Islamitische Republiek Iran, voor zover die natuurlijke personen, ondernemingen of instellingen worden genoemd in de Annexen van Resoluties 1737 van 23 december 2006, 1747 van 24 maart 2007 en 1803 van 3 maart 2008 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties of zijn aangewezen door de Veiligheidsraad of het in deze resoluties genoemde Comité van de Verenigde Naties.

  • 2.

    Het in het eerste lid bedoelde geldt ook ten aanzien van vertegenwoordigers van de in dat lid genoemde natuurlijke personen, ondernemingen of instellingen.

Artikel 3
  • 1.

    Het is eenieder verboden direct of indirect kapitaal of andere financiële middelen ter beschikking te stellen aan natuurlijke personen, ondernemingen of instellingen die betrokken zijn bij, dan wel ondersteuning bieden aan het nucleaire programma van de Islamitische Republiek Iran, voor zover die natuurlijke personen, ondernemingen of instellingen worden genoemd in de Annexen van Resoluties 1737 van 23 december 2006, 1747 van 24 maart 2007 en 1803 van 3 maart 2008 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties of zijn aangewezen door de Veiligheidsraad of het in deze resoluties genoemde Comité van de Verenigde Naties.

  • 2.

    Het in het eerste lid bedoelde geldt ook ten aanzien van vertegenwoordigers van de in dat lid genoemde natuurlijke personen, ondernemingen of instellingen.

Artikel 4

Het is eenieder verboden om de Islamitische Republiek Iran te voorzien van goederen, materialen, technologie en technische kennis als bedoeld in paragraaf 3 en 4 van Resolutie 1737 van 23 december 2006 en paragraaf 8 van Resolutie 1803 van 3 maart 2008 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, die ten gunste komen van de ontwikkeling van het nucleaire programma, dan wel het verkopen, importeren en exporteren daarvan.

Artikel 5
  • 1.

    Het is natuurlijke personen, genoemd in de Annexen van Resoluties 1737 van 23 december 2006, 1747 van 24 maart 2007 en 1803 van 3 maart 2008 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties of door de Veiligheidsraad of het in deze resoluties genoemde Comité van de Verenigde Naties overeenkomstig paragraaf 10 van Resolutie 1737 van 23 december 2006, paragraaf 2 van Resolutie 1747 van 24 maart 2007 en paragraaf 3 en 5 van Resolutie 1803 van 3 maart 2008 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties zijn aangewezen, alsmede hun familieleden, verboden Sint Maarten in te reizen dan wel via Sint Maarten door te reizen.

  • 2.

    Onder natuurlijke personen als bedoeld in het eerste lid worden niet begrepen ingezetenen van Sint Maarten, alsmede andere natuurlijke personen waarop de Landsverordening toelating en uitzetting niet van toepassing is.

Artikel 6

Het is eenieder verboden op enige wijze direct of indirect medewerking te verlenen aan handelingen die ingevolge de artikelen 1 tot en met 5 verboden zijn.

Artikel 7
  • 1.

    De Minister van Financiën kan, gehoord de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten, naar aanleiding van een bij hem daartoe schriftelijk ingediend verzoek ontheffing verlenen van de in artikelen 1 tot en met 4 en 6 opgenomen verboden.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde ontheffing wordt niet verleend voor het in artikel 5 genoemde verbod.

Artikel 8

De Minister van Financiën, in overeenstemming met de Minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie, inspecteert vracht op de luchthaven en in de haven die van en naar de Islamitische Republiek Iran wordt verscheept, afkomstig van Iran Air Cargo en Islamic Republic of Iran Shipping Line, waarvan wordt vermoed dat deze goederen vervoeren die verboden zijn op grond van Resoluties 1737 van 23 december 2006, 1747 van 24 maart 2007 en 1803 van 3 maart 2008 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.

Artikel 9

[regelt de inwerkingtreding]

Artikel 10

Dit Landsbesluit wordt aangehaald als: Sanctielandsbesluit Islamitische Republiek Iran.