Hoofdstuk 1 De commissie
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft
genomen;
- b.
commissie: vaste commissie van advies voor de
bezwaarschriften;
- c.
wet: Algemene wet bestuursrecht
Artikel 2 Inleidende bepaling commissie
- 1.
Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren
tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.
- 2.
De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die
zijn ingediend tegen besluiten:
- a.
op grond van een wettelijk voorschrift inzake belastingen
waaronder de Wet waardering onroerende zaken;
- b.
met betrekking tot ambtenaren- en personeelszaken.
Artikel 3 Samenstelling van de commissie
- 1.
De commissie bestaat uit 7 onafhankelijke leden, te weten:
- a.
één lid, zijnde de voorzitter van de commissie
- b.
- 2.
De leden van de commissie worden op basis van deskundigheid benoemd
door burgemeester en wethouders.
- 3.
Een lid van de gemeenteraad of van het college van burgemeester en
wethouders kan geen lid zijn van de commissie.
Artikel 4 Zittingsduur
- 1.
De leden van de commissie worden benoemd voor een periode van 6
jaar.
- 2.
Een lid van de commissie kan op elk moment ontslag nemen.
- 3.
Hij geeft daarvan persoonlijk, schriftelijk, kennis aan het
college.
Artikel 5 Schorsing en ontslag
- 1.
Een lid van de commissie kan door het college worden geschorst of
tussentijds worden ontslagen.
- 2.
Het college hoort voor het besluit tot een schorsing of tussentijds
ontslag het betreffende lid en de commissie.
Artikel 6 Voorziening in vacatures
- 1.
In tussentijds, door ontslag(name) of overlijden, opengevallen
plaatsen in de commissie wordt zo spoedig mogelijk voorzien.
- 2.
Aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen
totdat in hun opvolging voorzien is.
Artikel 7 Geheimhouding en onthouding meestemmen
- 1.
Omtrent het behandelde in de vergadering en de stukken, die worden
overgelegd, is artikel 25 van de Gemeentewet van overeenkomstige
toepassing.
- 2.
Ten aanzien van het stemmen over aangelegenheden, die in de
vergaderingen van de commissie aan de orde komen, is artikel 28 van
de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.
- 3.
De stukken waaromtrent door de commissie geheimhouding is opgelegd
worden voor de raadsleden en voor de leden van het college op de
gebruikelijke wijze ter inzage gelegd.
Artikel 8 Eed, verklaring en belofte
De leden van de commissie oefenen hun functie niet uit dan nadat zij, in
de vergadering van de commissie in handen van de burgemeester, de
volgende eed (verklaring en belofte) hebben afgelegd:
“ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van de commissie voor
bezwaarschriften benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder
welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of
beloofd”
“ik zweer (verklaar en beloof) dat ik om iets in dit ambt te doen of te
laten, rechtstreeks noch middellijk enige geschenken of enige belofte
zal aannemen”
“ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de
wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de commissie voor
bezwaarschriften naar eer en geweten zal vervullen.
Zo waarlijk helpe mij God almachtig (dat verklaar en beloof ik)”.
Artikel 9 Vervanging
- 1.
Als een lid van de commissie verhinderd is een vergadering bij te
wonen kan hij zich niet doen vervangen.
- 2.
Bij afwezigheid of ziekte wordt de voorzitter vervangen door een van
de leden van de commissie, die daartoe door de commissie is
aangewezen.
Artikel 10 Secretaris
- 1.
De commissie wordt in de haar opgedragen taak bijgestaan door een
secretaris, te weten een door de gemeentesecretaris in overleg met
het college aan te wijzen gemeenteambtenaar.
- 2.
In overleg met het college wijst de gemeentesecretaris tevens een of
meer plaatsvervangers van de secretaris aan.
- 3.
De secretaris is geen lid van de commissie doch kan aan de
besprekingen deelnemen en heeft in de vergadering een raadgevende
stem.
Artikel 11 Verslag
De secretaris maakt een zakelijk verslag van het verhandelde in de
commissie.
Artikel 12 Tekening stukken
- 1.
Alle stukken die van de commissie uitgaan worden getekend door de
voorzitter en de secretaris.
- 2.
In afwijking van lid 1 kan de voorzitter de secretaris machtigen om
bepaalde correspondentie in het kader van de procedure mede namens
hem te ondertekenen.
Artikel 13 Vergaderingen
- 1.
De commissie vergadert zo dikwijls de voorzitter of tenminste 3
leden van de commissie dit nodig oordeelt/oordelen.
- 2.
De raad, het college en de burgemeester kunnen – in verband met in
acht te nemen beslissingstermijnen – de voorzitter verzoeken een
vergadering bijeen te roepen.
Artikel 14 Oproepingen
- 1.
De voorzitter bepaalt dag, tijdstip en plaats van de vergadering,
welke bij voorkeur niet later aanvangt dan 19.30 uur.
- 2.
Hij doet daarvan, spoedeisende gevallen uitgezonderd, tenminste één
week voor de vergadering kennis aan de andere leden, onder
mededeling van de te behandelen punten en onder meezending van de op
de vergadering betrekking hebbende stukken.
Artikel 15 Presentielijst
- 1.
Ieder lid tekent, alvorens aan de vergadering van de commissie deel
te nemen, de presentielijst.
- 2.
De vergadering wordt niet gehouden, indien blijkens de
presentielijst niet meer dan de helft van het aantal zitting
hebbende leden is opgekomen.
- 3.
Wanneer het in het tweede lid vereiste aantal leden niet is
opgekomen kan de voorzitter een nieuwe vergadering beleggen. Tussen
het verzenden van de kennisgeving en het aanvangsuur van de
vergadering behoeven dan slechts 48 uur te verlopen. Die vergadering
wordt gehouden ongeacht het aantal opgekomen leden.
Artikel 16 Handhaving orde
- 1.
De voorzitter zorgt voor de handhaving van de orde van de
vergadering met inbegrip van de hoorzitting als bedoeld in artikel
23.
- 2.
Hij is bevoegd wanneer die orde op enigerlei wijze wordt verstoord
door deelnemers aan de hoorzitting of door toehoorders, degenen die
zich hieraan schuldig maken, te doen vertrekken. Zo nodig kan de
voorzitter alle toehoorders doen vertrekken.
- 3.
Wanneer de orde van de vergadering op enigerlei wijze verstoord
wordt door een of meer leden van de commissie dan is artikel 26, lid
3 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.
Artikel 17 Besluiten
De commissie mag niet besluiten indien niet tenminste drie leden
tegenwoordig zijn.
Artikel 18 Voorbereidingscommissie
- 1.
De commissie kan uit haar midden een commissie benoemen, die wordt
belast met de voorbereiding van de behandeling van ingediende
bezwaarschriften.
- 2.
De voorbereidingscommissie wordt bijgestaan door de secretaris.
Artikel 19 Kamers
- 1.
De commissie kan worden ingedeeld in kamers.
- 2.
Een kamer bestaat uit een voorzitter en twee leden en wordt
bijgestaan door de secretaris.
- 3.
Als regel worden bezwaarschriften behandeld in een kamer van de
commissie.
- 4.
De voorzitter van de commissie bepaalt in overleg met de secretaris
of er aanleiding is af te wijken van de in lid 3 bedoelde regel. In
dat geval behandelt de commissie het bezwaarschrift.
- 5.
De voorzitter van de commissie bepaalt in overleg met de secretaris
de samenstelling van een kamer voor het aan de orde zijnde
bezwaarschrift.
- 6.
Een kamer werkt op dezelfde wijze als de commissie en de voor de
commissie geldende regels zijn zoveel mogelijk van overeenkomstige
toepassing op een kamer.
- 7.
Een kamer brengt zelfstandig advies uit aan het bestuursorgaan.
HOOFDSTUK 2 DE PROCEDURE
Artikel 20 Ingediend bezwaarschrift
- 1.
Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst
aangetekend.
- 2.
Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo
spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.
- 3.
Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 van de wet
wordt vermeld dat een commissie over het bezwaar zal adviseren.
Artikel 21 Uitoefening bevoegdheden
De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de wet worden
voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter
van de commissie.
- a.
artikel 2:1, tweede lid (verlangen schriftelijke
machtiging);
- b.
artikel 6:6, voor wat betreft het aan de indiener stellen van
een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van het niet
voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de wet
kan worden hersteld; artikel
- c.
artikel 6:14 lid 1 (sturen van een schriftelijke
ontvangstbevestiging)
- d.
artikel 6:17 voor zover het de verzending van stukken betreft
tijdens de behandeling door de commissie;
- e.
artikel 7:4 tweede lid (ter inzage legging stukken);
- f.
artikel 7:6 vierde lid (achterwege laten van het op de hoogte
stellen van het verhandelde tijdens het horen buiten
aanwezigheid)
- g.
artikel 7:10 derde lid (verdaging van de beslissing).
Artikel 22 Vooronderzoek
- 1.
De voorzitter van de commissie is bevoegd de belanghebbende of diens
vertegenwoordigers, alsmede de raad, het college, de burgemeester of
hun vertegenwoordigers nadere inlichtingen te vragen.
- 2.
Tevens is de voorzitter bevoegd aan de gemeentesecretaris, de
griffier en de naar zijn oordeel daarvoor in aanmerking komende
hoofden van afdelingen of door dezen aan te wijzen ambtenaren de
nodige inlichtingen te vragen omtrent zaken, die ter advisering aan
de commissie zijn voorgelegd.
- 3.
Voorts is de voorzitter bevoegd uit eigen beweging of op verlangen
van de leden van de commissie andere deskundige personen - geen
ambtenaren van de gemeente zijnde - om advies of inlichtingen te
vragen en hen zo nodig uit te nodigen, daartoe op de hoorzitting te
verschijnen. Indien daaraan financiële consequenties zijn verbonden,
is vooraf machtiging van het college vereist.
Artikel 23 Hoorzitting
- 1.
De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de
zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de
gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten
horen.
- 2.
De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet
(afzien van horen belanghebbenden).
- 3.
Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien
van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en
het verwerend orgaan.
Artikel 24 Uitnodiging zitting
- 1.
De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten
minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.
- 2.
De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken
van de termijn, genoemd in het eerste lid.
Artikel 25 Vertegenwoordiging verwerend orgaan
- 1.
De gemeenteraad wordt tijdens de hoorzitting vertegenwoordigd door
het collegelid dat portefeuillehouder is ten aanzien van het aan de
orde zijnde besluit of een door het college aangewezen
ambtenaar.
- 2.
Het college wordt tijdens de hoorzitting vertegenwoordigd door het
collegelid dat portefeuillehouder is ten aanzien van het aan de orde
zijnde besluit of een door het college aangewezen ambtenaar.
- 3.
De burgemeester neemt zelf deel aan de hoorzitting of wordt
vertegenwoordigd door een door hem/haar aangewezen ambtenaar.
Artikel 26 Quorum
Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het
aantal leden, onder wie in elk geval de voorzitter dan wel zijn
plaatsvervanger, aanwezig is.
Artikel 27 Niet-deelneming aan de behandeling
De leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een
bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan
zijn.
Artikel 28 Openbaarheid zitting
- 1.
De zitting van de commissie is openbaar.
- 2.
De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de
commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien
een belanghebbende daartoe een verzoek doet.
- 3.
Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen
aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten,
vindt de zitting plaats met gesloten deuren.
Artikel 29 Schriftelijke verslaglegging
- 1.
Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de namen
van de aanwezigen en hun hoedanigheid.
- 2.
Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer
is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.
- 3.
Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren
plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun
gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt
het verslag hiervan melding.
- 4.
Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden,
die aan het verslag kunnen worden gehecht.
- 5.
Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris
van de commissie.
Artikel 30 Nader onderzoek
- 1.
Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt
opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de
voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere
commissieleden dit onderzoek houden.
- 2.
De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift
aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de
belanghebbenden toegezonden.
- 3.
De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de
belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere
informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten
tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist
op zo'n verzoek.
- 4.
Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die
betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van
overeenkomstige toepassing.
Artikel 31 Raadkamer en advies
- 1.
De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het
door haar uit te brengen advies.
- 2.
De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te
brengen advies.
- 3.
Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de
voorzitter.
- 4.
Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt
indien die minderheid dat verlangt.
- 5.
Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen
beslissing op het bezwaarschrift.
- 6.
Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de
commissie ondertekend.
Artikel 32 Uitbrengen advies en verdaging
- 1.
Het advies wordt, onder meezending van het verslag als bedoeld in
artikel 29 en eventueel door de commissie ontvangen nadere
informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het
bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.
- 2.
De onder 1 bedoelde stukken worden tevens toegezonden aan de
belanghebbenden
- 3.
Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de
termijn van 10 weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van
de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een
advies en het nemen van een beslissing, verdaagt hij het besluit met
inachtneming van artikel 7:10 van de wet.
- 4.
Van een besluit tot verdaging ontvangen de het verwerend orgaan en
de belanghebbenden een afschrift.
Hoofdstuk 3 Overige bepalingen
Artikel 33 Vergoeding
- 1.
De voorzitter en leden ontvangen voor het bijwonen van de
vergaderingen van de commissie een vergoeding.
- 2.
De vergoeding voor de voorzitter bedraagt € 192,75
- 3.
De vergoeding voor de leden bedraagt € 150,84
- 4.
De vergoeding wordt jaarlijks, gerekend vanaf 1 januari 2014,
aangepast met hetzelfde percentage als de vergoeding voor de leden
van raadscommissies wordt aangepast.
Artikel 34 Jaarverslag
- 1.
De commissie brengt in het eerste kwartaal van ieder jaar verslag
uit aan de gemeenteraad over de door haar in het voorafgaande jaar
verrichte werkzaamheden.
- 2.
Zo nodig doet de commissie in haar jaarverslag aanbevelingen ter
verbetering van de kwaliteit van de besluiten, procedures en
werkwijzen.
- 3.
Bij de aanbieding van het jaarverslag aan de gemeenteraad geeft het
college aan wat het met de aanbevelingen van de commissie heeft
gedaan of gaat doen.
Artikel 35 Intrekking oude regeling
De Verordening op de commissie voor bezwaarschriften 2007 wordt
ingetrokken.
Artikel 36 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking
daarvan.