Organisatie | Leudal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel ambtshalve vermindering van belastingaanslagen |
Citeertitel | Beleidsregel ambtshalve vermindering van belastingaanslagen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-03-2014 | Nieuwe regeling | 11-03-2014 Gemeenteblad 19 maart 2014, nr. 13852 | Onbekend |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Leudal
Gelet op het bepaalde in artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht (Awb), artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR), de artikelen 222, 231, 242 en 244 van de Gemeentewet en de geldende gemeentelijke belastingverordeningen;
vast te stellen de Beleidsregel ambtshalve vermindering van belastingaanslagen
Artikel 1 Reikwijdte en definities
Van deze beleidsregels zijn uitgezonderd belastingaanslagen, waaraan ingevolge een wettelijk voorschrift een op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) gegeven beschikking tot vaststelling van de waarde ten grondslag heeft gelegen, voorzover op deze aanslagen artikel 18a, eerste lid, onder b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) van toepassing is.
Voor de toepassing van deze beleidsregels wordt verstaan onder:
ambtshalve vermindering: de vermindering van een onjuiste belastingaanslag of beschikking op de voet van artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) alsmede het verlenen van een in de belastingverordening voorziene vermindering, ontheffing, teruggaaf of vrijstelling van belasting als bedoelt in artikel 244 van de Gemeentewet;
de belastingaanslag: de voorlopige aanslag, de aanslag, de navorderingsaanslag en de naheffingsaanslag als bedoeld in artikel 2, derde lid, onder e, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR), alsmede het voorlopig gevorderde, het gevorderde en het nagevorderde bedrag als bedoeld in artikel 233a, lid 2, onder a, van de Gemeentewet;
het bedrag van de vermindering: het bedrag waarmee de belastingaanslag ingevolge artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) en artikel 244 van de Gemeentewet wordt verminderd, dan wel het bedrag waarvoor ontheffing, teruggaaf of vrijstelling van belasting wordt verleend. Indien bij het vaststellen van de aanslag een boete als bedoeld in hoofdstuk VIIIA van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) is opgelegd, wordt het terug te geven bedrag met (het eventueel daaraan toe te rekenen gedeelte van) deze boete verhoogd;
Artikel 2 Gevallen waarin ambtshalve vermindering van belasting wordt verleend
Indien bij de afhandeling van een te laat ingediend bezwaarschrift of een bezwaarschrift om andere redenen van formele aard niet-ontvankelijk wordt verklaard, blijkt dat een belastingaanslag tot een te hoog bedrag is vastgesteld, wordt deze door de ambtenaar belast met de heffing ambtshalve verminderd
Een arrest van de Hoge Raad, een uitspraak van een Gerechtshof of een uitspraak van de Rechtbank waarin een toepassing van de belastingwet ligt besloten die voor de belanghebbende gunstiger is dan de bij de heffing van de belasting gevolgde toepassing, leidt niet tot ambtshalve vermindering indien de belastingaanslag onherroepelijk is komen vast te staan vóór de dag waarop het arrest van de Hoge Raad is gewezen dan wel de uitspraak van het Gerechtshof of de Rechtbank is gedaan, tenzij het college van burgemeester en wethouders op dit punt een afwijkende regeling heeft getroffen.
Artikel 5 Mededeling van toekenning afwijzing
Zowel in het geval waarin ambtshalve vermindering wordt toegekend als in het geval waarin daartoe geen redenen aanwezig zijn, wordt belanghebbende daarvan gemotiveerd mededeling gedaan. De mededeling wordt gedaan in de uitspraak op het bezwaarschrift dan wel in de beschikking waarbij op de aanvraag wordt beslist.