Organisatie | Purmerend |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regionale Huisvestingsverordening Stadsregio Amsterdam 2013 |
Citeertitel | Regionale Huisvestingsverordening Stadsregio Amsterdam 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp | Woonruimteverdeling |
Externe bijlagen | toelichting artikelsgewijze toelichting bijlage 1 bijlage 2 bijlage 3 bijlage 4 bijlage 5 bijlage 6 |
Vastgesteld door het algemeen bestuur van de Stadsregio Amsterdam (en niet de gemeenteraad); ook gepubliceerd via overheid.nl, Stadsregio Amsterdam
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-12-2015 | 01-01-2016 | Redactioneel: dubbele bijlage verwijderd | 04-03-2014 Nieuws uit het dagelijks bestuur/Regiojournaal | 2012/57 | |
01-04-2014 | 08-12-2015 | art. 2, art. 26 lid 3, bijlage 6. Intrekking art. 26 lid 7 MET TERUGWERKENDE KRACHT PER 14 januari 2014. | 04-03-2014 Nieuws uit het dagelijks bestuur/Regiojournaal | 2012/57 | |
01-01-2013 | 01-04-2014 | Nieuwe regeling | 18-12-2012 Nieuws uit het dagelijks bestuur/Regiojournaal | 2012/57 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Onzelfstandige woonruimte: woonruimte, niet-zijnde woonruimte bestemd voor inwoning, welke geen eigen toegang heeft of welke niet door een huishouden zelfstandig kan worden bewoond, zonder dat dit huishouden daarbij afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte, waarbij als wezenlijke voorzieningen worden aangemerkt: keuken en toilet.
Stadsregio Amsterdam: WGR+-regio in de zin van artikel 104 van de Wet gemeenschappelijke regelingen dat bestaat uit de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Beemster, Diemen, Edam-Volendam, Haarlemmermeer, Landsmeer, Oostzaan, Ouder-Amstel, Purmerend, Uithoorn, Waterland, Wormerland, Zaanstad en Zeevang.
Hoofdstuk 2 Verdeling van woonruimte
In de gemeenten genoemd in het eerste lid worden als woonruimten als bedoeld in artikel 5 van de wet aangewezen alle zelfstandige huurwoningen met een rekenhuur tot de huurtoeslaggrens als bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a, van de Wet op de huurtoeslag (664,66 euro prijspeil 1 januari 2012).
In de gemeenten Amstelveen, Amsterdam, Landsmeer, Oostzaan, Ouder-Amstel en Purmerend worden tevens als woonruimten als bedoeld in artikel 5 van de wet aangewezen alle nieuwbouwkoopwoningen met een koopprijs beneden de koopprijsgrens (163.625 euro prijspeil 1 januari 2009) die in gebruik worden genomen door de eigenaar ervan en die niet eerder bewoond zijn geweest.
Artikel 3 Reikwijdte vergunningplicht
Het is verboden de in artikel 2 aangewezen woonruimte zonder een huisvestingsvergunning:
Paragraaf 3 Vergunningverlening
Artikel 12 Vruchteloze aanbieding
Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van één of meer criteria voor het verlenen van een huisvestingsvergunning indien de woonruimte gedurende dertien weken, tenminste twee keer, tevergeefs is aangeboden via een lokaal of regionaal medium aan woningzoekenden die ingevolge artikel 8 voor de woonruimte in aanmerking komen. Geen ontheffing kan worden verleend van het criterium verblijfsstatus.
In afwijking van het eerste lid verlenen burgemeester en wethouders, nadat hun door verhuurders is aangetoond dat een bepaalde categorie huurwoningen minder goed verhuurbaar is, voor die bepaalde categorie huurwoningen ontheffing van één of meer criteria voor een huisvestingsvergunning, uitgezonderd het criterium verblijfstatus, voor een nader vast te stellen periode.
Paragraaf 6 Standplaatsen voor woonwagens
In de gemeenten Amstelveen, Amsterdam, Oostzaan, Ouder-Amstel en Purmerendworden alle standplaatsen aangewezen als woonruimte als bedoeld in artikel 1, derde lid onder a, van de wet.
Artikel 20 Reikwijdte vergunningsplicht
Het is verboden zonder een huisvestingsvergunning een aangewezen standplaats in gebruik te nemen of te geven.
Hoofdstuk 3 Wijziging van de woonruimtevoorraad
Als woonruimte als bedoeld in artikel 30 van de wet wordt in de gemeente Amsterdam aangewezen alle woonruimte ongeacht huur- of koopprijs met uitzondering van
door burgemeester en wethouders aangewezen woonruimte voor huisvesting van studenten die staan ingeschreven bij een universiteit, een hogere beroepsopleiding of een middelbare beroepsopleiding gevestigd in het gebied van de Stadsregio Amsterdam, alsmede voor promovendi verbonden aan deze instellingen, waarbij sprake is van omzetting van zelfstandige en onzelfstandige woonruimte; en
Paragraaf 2 Procedure aanvraag onttrekkingsvergunning
Artikel 30 In te dienen bescheiden
Bij de aanvraag worden de volgende bescheiden overgelegd:
Burgemeester en wethouders beslissen binnen twaalf weken na de dag waarop de aanvraag is ingediend. Zij kunnen deze termijn eenmaal met ten hoogste vier weken verlengen.
Artikel 32 Samenloop onttrekking en bouwen
Indien voor het gebouw of de gebouwgedeelten waarop de aanvraag betrekking heeft, tevens een omgevingsvergunning is aangevraagd, kan bij de aanvraag voor overeenkomstige gegevens en bescheiden worden verwezen naar de coördinatiebepaling voor vergunningaanvragen uit de gemeentelijke bouwverordening voor zover die is opgenomen.
Paragraaf 3 Vergunningverlening
Artikel 34 Criteria voor vergunningverlening
Indien burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat het belang van het behoud of de samenstelling van de woonruimtevoorraad groter is dan het met de onttrekking, samenvoeging of omzetting gediende belang wordt de vergunning verleend onder het stellen van voorwaarden en voorschriften behoudens het bepaalde in het derde lid.
Indien burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat het belang van het behoud of de samenstelling van de woonruimtevoorraad groter is dan het met de onttrekking, samenvoeging of omzetting gediende belang en dit belang niet door het stellen van voorwaarden en voorschriften voldoende kan worden gediend, wordt de vergunning geweigerd.
Artikel 36 Intrekken vergunning
Burgemeester en wethouders kunnen een onttrekkingsvergunning intrekken indien:
Paragraaf 4 Tijdelijke onttrekking voor short stay (kort wonen)
Artikel 39 In de aanvraag op te nemen gegevens en bescheiden
In afwijking van het bepaalde in de artikelen 29 en 30 bevat de aanvraag de volgende gegevens en bescheiden:
Uitgezonderd van de aanwijzing in het tweede lid zijn:
gebouwen die eigendom zijn van coöperatieve flatexploitatievereniging en waarvan de eigendom wordt gesplitst in een zelfde aantal appartementsrechten, als het aantal lidmaatschapsrechten van de flatexploitatievereniging onder de voorwaarde dat de lidmaatschapsrechten daadwerkelijk zijn uitgegeven overeenkomstig een eerder verleende splitsingsvergunning.
Artikel 43 Reikwijdte vergunningplicht
Het is verboden een recht op een gebouw dat behoort tot de in artikel 42 aangewezen categorie, zonder vergunning van burgemeester en wethouders te splitsen in appartementsrechten als bedoeld in artikel 106, eerste en vierde lid, boek 5 van het Burgerlijk Wetboek, indien een of meer appartementsrechten de bevoegdheid omvatten tot het gebruik van een of meer gedeelten van het gebouw als woonruimten.
Paragraaf 6 Procedure aanvraag splitsingsvergunning
Artikel 46 In te dienen bescheiden
Bij de aanvraag worden tenminste de volgende bescheiden overgelegd:
een splitsingsplan dat voldoet aan de vereisten als neergelegd in artikel 109 van boek 5 van het Burgerlijk Wetboek en het krachtens dat artikel vastgestelde besluit betreffende splitsing in appartementsrechten, waarin de indeling en de met de splitsing beoogde eigendomswijzigingen zijn aangegeven op ten minste de schaal 1 :100 en
In afwijking van het eerste en tweede lid worden in de gemeente Amsterdam bij de aanvraag voor een splitsingsvergunning door een corporatie die lid is van de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties, die bescheiden overgelegd die worden gevraagd in het convenant als bedoeld in artikel 52, onder c.
Paragraaf 7 Vergunningverlening
In verband met woonruimtevoorraad
1.Burgemeester en wethouders kunnen de splitsingsvergunning weigeren indien:
dan wel het gebouw of gedeelte van een gebouw, voor zover dit geheel of gedeeltelijk verhuurd is geweest voor bewoning, in strijd met de voorschriften van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.5 dan wel een inpassingsplan als bedoeld in artikel 3.26 of 3.28 van de Wet ruimtelijke ordening of met enig wettelijk voorschrift, geheel of gedeeltelijk voor een ander doel dan voor bewoning in gebruik genomen;
In verband met belemmering van de stadsvernieuwing
In verband met de toestand van het gebouw
Artikel 50 Aanhoudingsgronden In verband met belemmering van de stadsvernieuwing
In verband met belemmering van de stadsvernieuwing
Nadat door burgemeester en wethouders is vastgesteld dat de gebreken als bedoeld in artikel 49 derde en vierde lid zijn hersteld, dan wel de noodzakelijke voorzieningen zijn getroffen binnen de daarvoor aangegeven termijn, wordt met inachtneming van de Bouwverordening van de betreffende gemeente binnen vier weken de vergunning verleend.
Artikel 51 Voorwaarden en verplichtingen
Burgemeester en wethouders kunnen indien een aanvraag voor een splitsingsvergunning wordt gedaan in samenhang met een bouwplan in het kader van een complexgewijze aanpak of waarvoor een bouwvergunning is verleend, de vergunning verlenen onder de opschortende voorwaarde dat het betreffende bouwplan is uitgevoerd.
Artikel 52 Vergunningverlening corporaties
Een aanvraag voor een splitsingsvergunning door een corporatie wordt niet
geweigerd, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Hoofdstuk 4 Verdere bepalingen
Artikel 55 Overleg bij wijziging
Bij de voorbereiding van een besluit tot wijziging van deze verordening pleegt het dagelijks bestuur overleg met burgemeester en wethouders en met de in de Stadsregio werkzame corporaties en met andere daarvoor naar zijn oordeel in aanmerking komende organisaties die binnen de Stadsregio werkzaam zijn op het gebied van de volkshuisvesting.
Paragraaf 3 Handhaving en toezicht
Artikel 58 Handelen in strijd met onttrekkingsvergunning
Hij die handelt in strijd met enig aan de vergunning als bedoeld in artikel 30 van de wet verbonden voorschrift, wordt geacht zonder vergunning te hebben gehandeld.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de uitoefening van hun bevoegdheden krachtens hoofdstuk 2 te mandateren aan corporaties en eigenaren van particuliere huurwoningen.
Hoofdstuk 5 Overgangs- en slotbepalingen
De regioraad is bevoegd, op voorstel van burgemeester en wethouders, voor een bepaalde periode af te wijken van (onderdelen van) deze verordening ten behoeve van experimenten in het belang van de volkshuisvesting, mits niet in strijd met de wet of het besluit.
Artikel 64 Overgangsbepalingen
Aanvragen voor een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 5, een urgentieverklaring als bedoeld in artikel 14, een onttrekkingsvergunning als bedoeld in artikel 28 of 38 en een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 44, die vóór de dag van inwerkingtreding van onderhavige verordening zijn ingediend, worden behandeld volgens de Regionale Huisvestingsverordening Stadsregio Amsterdam 2010.
Vergunningen, toestemmingen, urgentieverklaringen, met inbegrip van daaraan verbonden voorwaarden en voorschriften vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de onderhavige verordening verleend krachtens de Regionale Huisvestingsverordening Stadsregio Amsterdam 2010, gelden als vergunningen, toestemmingen, urgentieverklaringen en indicaties, met inbegrip van daaraan verbonden voorwaarden en voorschriften als bedoeld in deze verordening.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Hoofdstuk 2 Verdeling van woonruimte
AFDELING I WOONRUIMTEVERDELING
Artikel 3 Reikwijdte vergunningplicht
Paragraaf 2 Procedure aanvraag huisvestingsvergunning
Artikel 5 Aanvraag vergunning en in te dienen bescheiden
Artikel 7 Gegevens op vergunning
Paragraaf 3 Vergunningverlening
Artikel 8 Criteria voor vergunningverlening
Artikel 9 Passendheid: relatie huur- inkomen
Artikel 10 Passendheid: bezettingsnormen
Artikel 11 Woningruil en wisselwoning
Artikel 12 Vruchteloze aanbieding
Artikel 13 Intrekken vergunning
Paragraaf 5 Leegmelding en voordracht
AFDELING II VERDELING VAN STANDPLAATSEN WOONWAGENS
Paragraaf 6 Standplaatsen voor woonwagens
Artikel 20 Reikwijdte vergunningsplicht
Artikel 21 Inschrijving register
Artikel 22 In te dienen bescheiden
Artikel 23 Criteria voor vergunningverlening
Artikel 24 Intrekken vergunning
Hoofdstuk 3 Wijziging van de woonruimtevoorraad
AFDELING I ONTTREKKING, SAMENVOEGING EN OMZETTING
Artikel 27 Reikwijdte vergunningsplicht
Paragraaf 2 Procedure aanvraag onttrekkingsvergunning
Artikel 28 Aanvraag vergunning
Artikel 29 Op te nemen gegevens
Artikel 30 In te dienen bescheiden
Artikel 32 Samenloop onttrekking en bouwen
Artikel 33 Beschikkingsvereisten
Paragraaf 3 Vergunningverlening
Artikel 34 Criteria voor vergunningverlening
Artikel 35 Voorwaarden en voorschriften
Artikel 36 Intrekken vergunning
Artikel 37 Tijdelijke onttrekking
Paragraaf 4 Tijdelijke onttrekking voor short stay (kort wonen)
Artikel 38 Vergunning voor short stay
Artikel 39 In de aanvraag op te nemen gegevens en bescheiden
Artikel 43 Reikwijdte vergunningplicht
Paragraaf 6 Procedure aanvraag splitsingsvergunning
Artikel 44 Aanvraag vergunning
Artikel 45 Op te nemen gegevens
Artikel 46 In te dienen bescheiden
Artikel 48 Beschikkingsvereisten
Paragraaf 7 Vergunningverlening
Artikel 50 Aanhoudingsgronden In verband met belemmering van de stadsvernieuwing In verband met belemmering van de stadsvernieuwing
Artikel 51 Voorwaarden en verplichtingen
Artikel 52 Vergunningverlening corporaties
Artikel 54 Intrekken vergunning
Hoofdstuk 4 Verdere bepalingen
Artikel 55 Overleg bij wijziging
Paragraaf 2 Verslaglegging en monitoring
Artikel 57 Verstrekken van inlichtingen
Paragraaf 3 Handhaving en toezicht
Artikel 58 Handelen in strijd met onttrekkingsvergunning
Hoofdstuk 5 Overgangs- en slotbepalingen