Organisatie | Uithoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels voor locatieplannen van ondergrondse containers |
Citeertitel | Beleidsregels voor locatieplannen van ondergrondse containers |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen.
Onbekend.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-03-2014 | nieuwe regeling | 04-03-2014 Nieuwe Meerbode, 12-03-2014 | BI14.0062 |
Op 30 mei 2013 heeft de gemeenteraad het Grondstoffenbeleid Uithoorn 2014 – 2020 vastgesteld. Paragraaf 3.1. beschrijft het plaatsen van ondergrondse containers voor groente-, fruit- en restafval in bestaande laagbouw. Het gaat om een grootschalig project, dat tussen 2014 en 2020 fasegewijs wordt uitgevoerd. Het hanteren van beleidscriteria vergemakkelijkt het opstellen van locatieplannen per fase. Tevens verduidelijken deze criteria de locatiekeuze naar de betreffende inwoners.
Beleidsregels voor locatieplannen van ondergrondse containers
Overwegende dat het college op basis van Afvalstoffenverordening Uithoorn 2008 (Uitvoeringsbesluit) artikel 9 Inzamelmiddelen en -voorzieningen, tweede lid, de locatie voor ondergrondse verzamelcontainers vaststelt, worden bij de locatiekeuze voor ondergrondse containers de navolgende criteria gehanteerd:
De loopafstand tot de dichtstbijzijnde ondergrondse container voor gf-restafval bedraagt in de kernen in principe maximaal 200 meter vanaf elk perceel, daar waar mogelijk minder. Gezocht wordt naar een optimum tussen (kosten)efficiency, service en stimulering van afvalscheiding door het brengen van restafval naar de ondergrondse container.
Voor het plaatsen van de containers worden in principe geen kabels en leidingen verlegd. Vooraf wordt hiernaar onderzoek verricht. Indien desondanks tijdens de werkzaamheden blijkt dat een kabel of leiding aanwezig is, waardoor het plaatsen van de ondergrondse container niet mogelijk is, dan wordt er een alternatieve locatie voor de ondergrondse container gezocht.
De ondergrondse containers worden zo gesitueerd dat de verkeersveiligheid gewaarborgd blijft. De locatie is bereikbaar voor een inzamelvoertuig met een breedte van 2,50 meter en een draaicirkel van circa 21 meter. Deze voertuigen kunnen dusdanig onbelemmerd manoeuvreren dat het risico op schade gering is. De voertuigen hoeven niet achteruit te rijden. Dit beperkt het risico op aanrijding.