Organisatie | De Bilt |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening rechtspositie politieke ambtsdragers 2014 |
Citeertitel | Verordening rechtspositie politieke ambtsdragers 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Met inwerkingtreding van deze verordening komen de 'Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2010' en de 'Regeling PC-vergoeding wethouders en raadsleden 2009' te vervallen
1.geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-03-2014 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 27-02-2014 Biltbuis 12-03-2014 | rv |
De raad van de gemeente De Bilt;
-sinds de inwerkingtreding van de ‘Verordening rechtsposities wethouders-, raads- en commissieleden 2010’ de desbetreffende rechtsposities aan verandering onderhevig zijn geweest.
-een aantal voorzieningen voor wethouders, raads- en commissieleden zijn komen te vervallen.
-het bepaalde in de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet
vast te stellen het navolgende:
Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a.politieke ambtsdragers: wethouders, raads- en commissieleden;
b.wethouder: lid van het college van burgemeester en wethouders, niet zijnde de burgemeester
c.raadslid: lid van de gemeenteraad, niet zijnde wethouder;
d.commissie: een commissie als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet;
e.commissielid: een persoon die tot lid van een raadscommissie is benoemd,
niet zijnde een raadslid, op wie de artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet van toepassing is;
f.gemeentesecretaris: de secretaris, bedoeld in artikel 102 van de
g.griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;
h.Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22
i Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994,
j.Regeling rechtspositie wethouders: de ministeriële regeling van 20 februari
41 als bedoeld in artikel 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders;
k.Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken
Hoofdstuk 2. Voorzieningen voor raadsleden
Zakelijke reis- en verblijfkosten
1.Aan het raadslid worden de ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed.
2.De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:
a.bij gebruik van openbare middelen van vervoer: een volledige
vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;
b.bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in de Reisregeling binnenland.
3.De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het raadslid vergoed, met inachtneming van de in de Reisregeling binnenland genoemde maximum bedragen.
Artikel 3. Buitenlandse dienstreis
1.De gemeenteraad kan een raadslid toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland. De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.
2.De in het eerste lid bedoelde excursie of reis wordt door of vanwege de gemeente georganiseerd.
3.De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente.
Artikel 4. Cursus, congres, seminar of symposium
1.De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.
2.Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap.
Artikel 5. Computer en internetverbinding
1.Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 7a van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden verleent het college van burgemeester en wethouders een raadslid voor de uitoefening van het raadslidmaatschap op aanvraag:
a.een tegemoetkoming voor het gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software;
b.een tegemoetkoming in de extra gebruikskosten van de eigen computer zoals papier en cartridges, die het gevolg zijn van de invoering van het raadsinformatiesysteem;
c.de abonnementskosten voor de internetverbinding van de in het eerste lid genoemde computerapparatuur.
2.De in lid 1 sub a en b bedoelde tegemoetkoming bedraagt € 25,- per maand. Conform de huidige fiscale regelgeving is dit een belaste vergoeding die wordt uitbetaald via de salarisadministratie.
3.De in lid 1 sub c bedoelde tegemoetkoming bedraagt € 25,- per maand. Conform de huidige fiscale regelgeving is dit een onbelaste vergoeding die wordt uitbetaald via de salarisadministratie.
4.Het raadslid dat aanspraak wil maken op de hierboven genoemde vergoedingen, dient hiertoe een aanvraag in op een door de gemeente nader te bepalen wijze (aanvraagformulier PC-vergoeding).
Artikel 6. Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid
De vergoeding voor de werkzaamheden kan, conform het bepaalde in artikel 12 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, op verzoek van een raadslid worden verlaagd in het geval hij een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid conform van WAO.
Artikel 7. Compensatie korting werkloosheidsuitkering
1.In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding, conform het bepaalde in artikel 12 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.
2.In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding, conform het bepaalde in artikel 12 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.
Artikel 8. Ziektekostenvoorziening
1.Een raadslid ontvangt, conform het bepaalde in artikel 11 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, een tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering.
2.In het geval een raadslid gedurende een gedeelte van het kalenderjaar lid van de raad is geweest ontvangt hij de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.
3.De betaling van de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, geschiedt in maandelijkse termijnen.
Hoofdstuk 3. Voorziening voor de wethouders
De wethouder ontvangt, conform het bepaalde in artikel 25 van het Rechtspositiebesluit wethouders, een onkostenvergoeding voor overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten.
Artikel 10. Reiskosten woon-werkverkeer
De wethouder heeft aanspraak op een vergoeding van kosten voor woon-werkverkeer, conform het bepaalde in artikel 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders. De hoogte van de vergoeding is overeenkomstig artikel 3 van de Regeling rechtspositieregeling wethouders.
Artikel 11. Zakelijke reis- en verblijfskosten
1.De wethouder heeft aanspraak op een vergoeding van reis- en verblijfkosten voor reizen gemaakt voor de uitoefening van het ambt conform het bepaalde in artikel 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders.
2.De hoogte van in het eerste lid bedoelde vergoeding is overeenkomstig artikel 4 van de Regeling rechtspositieregeling wethouders en betreft:
a.bij gebruik van openbare middelen van vervoer: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;
b.bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in de Reisregeling binnenland.
3.De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan de wethouder vergoed, met inachtneming van de in de Reisregeling binnenland genoemde maximum bedragen.
Artikel 12. Buitenlandse dienstreis
1.Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed.
2.Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van het college vereist.
Artikel 13. Cursus, congres, seminar of symposium
1.De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden
aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.
2.De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder.
Artikel 14. Computer en internetverbinding
1.Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 27a van het Rechtspositiebesluit wethouders verleent het college van burgemeester en wethouders een wethouder voor de uitoefening van het wethouderschap op aanvraag:
a.een tegemoetkoming voor het gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software;
b.een tegemoetkoming in de extra gebruikskosten van de eigen computer zoals papier en cartridges, die het gevolg zijn van de invoering van het raadsinformatiesysteem;
c.de abonnementskosten voor de internetverbinding van de in het eerste lid genoemde computerapparatuur.
2.De in lid 1 sub a en b bedoelde tegemoetkoming bedraagt € 25,- per maand. Conform de huidige fiscale regelgeving is dit een belaste vergoeding die wordt uitbetaald via de salarisadministratie.
3.De in lid 1 sub c bedoelde tegemoetkoming bedraagt € 25,- per maand. Conform de huidige fiscale regelgeving is dit een onbelaste vergoeding die wordt uitbetaald via de salarisadministratie.
4.De wethouder die aanspraak wil maken op de hierboven genoemde vergoedingen, dient hiertoe een aanvraag in op een door de gemeente nader te bepalen wijze (aanvraagformulier PC-vergoeding).
1.Op aanvraag wordt de wethouder voor uitsluitend de uitoefening van zijn ambt een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking gesteld.
2.De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met de gemeente.
3.Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
4.Voor zover de in bruikleen beschikbaar gestelde mobiele telefoon voor privé-doeleinden is gebruikt, vindt maandelijks een verrekening van de gesprekskosten plaats.
Artikel 16. Vergoeding verhuiskosten
De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt heeft, conform het bepaalde in artikel 22 van het Rechtspositiebesluit wethouders,
ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:
b.een vergoeding van verhuiskosten in verband met de benoeming in de gemeente.
Hoofdstuk 4. Voorzieningen voor commissieleden
Artikel 17. Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen
Het commissielid heeft aanspraak op een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie, op grond van het bepaalde in artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
Artikel 18. Zakelijke reis- en verblijfkosten
1.Aan het commissielid worden de ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed.
2.De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:
a.bij gebruik van openbare middelen van vervoer: een volledige
vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;
b.bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in
redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in de Reisregeling binnenland.
3.De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het commissielid vergoed, met inachtneming van de in de Reisregeling binnenland genoemde maximum bedragen.
Artikel 19. Buitenlandse dienstreis
1.De gemeenteraad kan een commissielid toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland. De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.
2.De in het eerste lid bedoelde excursie of reis wordt door of vanwege de gemeente georganiseerd.
3.De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente.
Artikel 20. Cursus, congres, seminar of symposium
1.De kosten van deelname van een commissielid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.
2.Het commissielid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van het commissielidmaatschap.
Artikel 21. Computer en internetverbinding
1.In de geest van het bepaalde in artikel 7a van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden verleent het college van burgemeester en wethouders een commissielid voor de uitoefening van het commissielidmaatschap op aanvraag:
a.een tegemoetkoming voor het gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software;
b.een tegemoetkoming in de extra gebruikskosten van de eigen computer zoals papier en cartridges, die het gevolg zijn van de invoering van het raadsinformatiesysteem;
c.de abonnementskosten voor de internetverbinding van de in het eerste lid genoemde computerapparatuur.
2.De in lid 1 sub a en b bedoelde tegemoetkoming bedraagt € 25,- per maand. Conform de huidige fiscale regelgeving is dit een belaste vergoeding die wordt uitbetaald via de salarisadministratie.
3.De in lid 1 sub c bedoelde tegemoetkoming bedraagt € 25,- per maand. Conform de huidige fiscale regelgeving is dit een onbelaste vergoeding die wordt uitbetaald via de salarisadministratie.
4.Het commissielid dat aanspraak wil maken op de hierboven genoemde vergoedingen, dient hiertoe een aanvraag in op een door de gemeente nader te bepalen wijze (aanvraagformulier PC-vergoeding).
Hoofdstuk 5. De procedure van declaratie
Artikel 22. Betaling van kosten
Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door
Artikel 23. Declaratie van vooruit betaalde kosten
1.Voor de vergoeding van declarabele kosten wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald.
2.Bij het indienen van een declaratie worden de declaratierichtlijnen in acht genomen.
Hoofdstuk 6. Citeertitel en inwerkingtreding
Artikel 24. Intrekking oude regeling
1.De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2010, vastgesteld op 18 februari 2010, wordt ingetrokken op de datum van inwerkingtreding van deze verordening.
2.De Regeling PC-vergoeding wethouders en raadsleden 2009, vastgesteld op 10 maart 2009, wordt ingetrokken op de datum van inwerkingtreding van deze verordening.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 27 februari 2014,
de gemeenteraad van gemeente De Bilt,
de griffier,
de voorzitter,
drs. F.A. van Hooijdonk
A.J. Gerritsen