Organisatie | Voorst |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen |
Citeertitel | Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-03-2014 | Nieuwe regeling | 10-03-2014 Gemeenteblad 11-03-2014, 503 | Z-13-04054_2013-48319 |
DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 december 2013, nummer 2013-48330;
* gelet op artikel 255 van de Gemeentewet, artikel 26 van de Invorderingswet 1990, de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, de Leidraad Invordering 2008 en de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen;
overwegende dat het gewenst is om nadere regels te stellen voor het verlenen van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen;
vast te stellen de volgende regeling: Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen
Artikel 1 Uitgesloten van kwijtschelding
De gemeente verleent geen kwijtschelding voor reinigingsrechten, toeristenbelasting, leges, marktgelden, lijkbezorgingsrechten, onroerende-zaakbelastingen eigenaar niet-woning, onroerende-zaakbelastingen gebruiker niet-woning, rioolheffing gebruiker niet-woning en reclamebelasting.
Artikel 4 Netto kosten kinderopvang
Als uitgaven als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 worden mede in aanmerking genomen de in artikel 28, derde lid, van genoemde regeling bedoelde netto kosten van kinderopvang.
Artikel 5 Kwijtschelding aan ondernemers
Met inachtneming van het overigens in dit besluit bepaalde, wordt een verzoek om kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen die geen verband houden met de uitoefening van het bedrijf of beroep, van een natuurlijk persoon die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefent, behandeld volgens de bepalingen van hoofdstuk II, afdelingen 1, 2 en 5 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.
Dit besluit wordt aangehaald als: Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen.
Artikel 1 Uitgesloten van kwijtschelding
Het verlenen van kwijtschelding is geen verplichting maar een bevoegdheid. De wet zegt namelijk dat gehele of gedeeltelijke kwijtschelding kan worden verleend aan een belastingplichtige die zijn belastingaanslag of een deel daarvan niet anders dan met buitengewoon bezwaar kan betalen. De raad bepaalt of en zo ja, van welke belasting kwijtschelding wordt verleend.
Hiertoe heeft de raad zich in het verleden al uitgesproken via het vaststellen van de diverse belastingverordeningen. Praktijk is dat de raad heeft besloten om alleen kwijtschelding te verlenen voor de afvalstoffenheffing, de rioolheffing voor woningen en de onroerende-zaakbelastingen voor woningen.
Artikel 2 Beperking kwijtschelding
Om te voorkomen dat de kwijtschelding voor de afvalstoffenheffing mis- of gebruikt gaat worden om voor een onevenredige beloning in aanmerking te komen wordt de kwijtschelding ingeperkt tot:
voor de Voorster afvalzakken: kwijtschelding tot een maximaal zakkenvolume van 5000 liter. Het is daarbij niet noodzakelijk dat de belastingplichtige één van te voren bepaald zakkenvolume kiest. Het uiteindelijke totaal van de verschillende sets die belanghebbende aanschaft mag per jaar niet boven de 5000 liter uitkomen. Dat betekent bijvoorbeeld 4 sets van 25 stuks van 50 liter of 2 sets van 25 stuks van 50 liter en 4 sets van 25 stuks van 25 liter of combinaties daarvan binnen de drie volumecategorieën die mogelijk zijn;
De Uitvoeringsregeling stelt de kosten van bestaan op 90% van de bijstandsnorm. Op grond van artikel 255, vierde lid, van de Gemeentewet hebben gemeenten echter de mogelijkheid om dit percentage hoger vast te stellen. Aan een hoger percentage zijn echter wel grenzen gesteld. Gemeenten mogen het percentage voor de kosten van bestaan vaststellen op maximaal 100% van de bijstandsnorm. De raad van de gemeente Voorst heeft besloten om de norm van 100% te hanteren.
Voor personen die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt kan de raad besluiten om de reguliere kwijtscheldingsnormen voor AOW-gerechtigden, te verhogen tot 100% van de toepasselijke netto AOW-bedragen. Deze maatregel voorkomt dat AOW’ers minder aanspraak op kwijtschelding van gemeentelijke belastingen kunnen maken. Door de wet ‘Geleidelijke afbouw van de dubbele heffingskorting in het referentieminimumloon tot een keer de algemene heffingskorting met uitzondering van het referentieminimumloon voor de Algemene Ouderdomswet’ komen AOW-ers zonder aanvullende maatregelen in mindere mate in aanmerking voor kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen.
Artikel 4 Netto kosten kinderopvang
Gemeenten mogen bij het verlenen van kwijtschelding rekening houden met de kosten van kinderopvang. Op grond van artikel 28, derde lid, van de Uitvoeringsregeling kan de gemeente - als de raad daartoe besluit - bij het bepalen van het netto-besteedbare inkomen voor de kwijtschelding rekening houden met de netto-kosten van kinderopvang. De netto-kosten worden dan aangemerkt als uitgaven als bedoeld in artikel 15 van de Uitvoeringsregeling.
Het gaat om de kosten die huishoudens voor kinderopvang moeten maken, na aftrek van ontvangen kinderopvangtoeslag. Als het huishouden een tegemoetkoming in de te betalen kosten van kinderopvang van de gemeente dan wel van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) ontvangt, gaat het om de kosten van kinderopvang na aftrek van deze tegemoetkomingen.
Voor de berekening van de kosten van kinderopvang mag maximaal worden gerekend met de maximum-uurprijs zoals vermeld in artikel 4, eerste lid, van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang. De maximale uurprijzen worden jaarlijks geïndexeerd.
Artikel 5 Kwijtschelding aan ondernemers (natuurlijke personen)
Natuurlijke personen die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefenen kunnen in aanmerking komen voor kwijtschelding van hun privé belastingschulden. Voorwaarde is dat de raad de kwijtschelding voor deze groep heeft opengesteld. In de praktijk gaat het om rioolheffing en afvalstoffenheffing.
De voorwaarden waaronder kwijtschelding aan een ondernemer wordt verleend, zijn gelijk aan de voorwaarden die voor natuurlijke personen/niet-ondernemers gelden. Dat wil zeggen dat van dezelfde betalingscapaciteit en hetzelfde vermogen wordt uitgegaan.
Op het moment dat een ondernemer om kwijtschelding verzoekt, is het netto besteedbare inkomen doorgaand nog niet in te schatten. De gemeente zou dit kunnen oplossen door de belanghebbende van wie zij vermoedt dat hij voor kwijtschelding in aanmerking komt, te vragen te zijner tijd een inkomensverklaring van de Belastingdienst over de betrokken periode over te leggen aan de hand waarvan dan definitief op het kwijtscheldingsverzoek kan worden beslist. In de tijd die ligt tussen indiening en beslissing kan uitstel van betaling worden verleend. In de praktijk kan er ruime tijd zijn gelegen tussen het moment waarop een ondernemer om kwijtschelding verzoekt en het moment waarop het netto besteedbare inkomen is in te schatten.
Belastingschuldigen die hun onderneming in een rechtspersoon (B.V. of N.V.) hebben ondergebracht, zijn in loondienst van hun onderneming. Zij oefenen dus geen bedrijf of zelfstandig beroep uit. Mits de vermogens- en inkomenstoets dat toelaten, kunnen ook deze belastingschuldigen in aanmerking komen voor kwijtschelding.