Paragraaf 1 Begripsomschrijvingen | |
5.1.1 | Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: | |
5.1.1.1 | aanlegkosten: | |
| de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft; | |
5.1.1.2 | bouwkosten: | |
| de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft. Hieraan wordt een maximum verbonden van €15.000.000,00; | |
5.1.1.3 | sloopkosten: | |
| de aannemingssom exclusief omzetbelasting,, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; | |
5.1.1.4 | Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. | |
5.1.2 | In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. | |
5.1.3 | In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. | |
Paragraaf 2 Principeverzoek/vooroverleg | |
5.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om principeverzoek/vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is: | |
5.2.1 | indien de projectkosten minder dan € 10.000 bedragen: | € 94,50 |
5.2.2 | indien de projectkosten € 10.000 tot € 50.000 bedragen: | € 189,00 |
5.2.3 | indien de projectkosten € 50.000 tot € 100.000 bedragen: | € 283,50 |
5.2.4 | indien de projectkosten € 100.000 tot € 500.000 bedragen: | € 378,00 |
5.2.5 | indien de projectkosten € 500.000 of meer bedragen: | € 472,50 |
5.2.6 | Dit bedrag wordt verhoogd met €105 (inclusief €25 administratiekosten) voor de toetsing aan de welstandcriteria. Indien een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor hetzelfde project als waarvoor een principeverzoek/vooroverleg is ingediend, in behandeling wordt genomen, worden de daarvoor te heffen leges met deze leges verrekend, op de €25 welstandsadministratiekosten na. Indien geen aanvraag om een project wordt ingediend wordt geen teruggaaf van de geheven leges verleend | |
Paragraaf 3 Omgevingsvergunning | |
5.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in deze paragraaf en paragraaf 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. Aan de bouwkosten wordt een maximum verbonden van €15.750.000,00. | |
| | |
5.3.1 | Bouwactiviteiten | |
5.3.1.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief 26,66 promille van de bouwkosten met een minimum van € 66,20. | |
| Welstand | |
5.3.1.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit waarvoor een toetsing aan welstandscriteria als bedoeld in artikel 12a Woningwet moet plaatsvinden wordt, indien hierover het advies van de welstandscommissie moet worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig artikel 5.3.1.1 berekende bedrag verhoogd overeenkomstig de navolgende tabel: | |
5.3.1.2.1 | indien de bouwkosten minder dan € 4.000 bedragen: | € 58,00 |
5.3.1.2.2 | indien de bouwkosten € 4.000 tot € 25.000 bedragen: vermeerderd met 2,10 promille van de bouwkosten | € 54,00 |
5.3.1.2.3 | indien de bouwkosten € 25.000 tot € 120.000 bedragen: vermeerderd met 1,16 promille van de bouwkosten | € 81,00 |
5.3.1.2.4 | indien de bouwkosten € 120.000 tot € 230.000 bedragen: vermeerderd met 1,16 promille van de bouwkosten | € 129,00 |
5.3.1.2.5 | indien de bouwkosten € 230.000 tot € 455.000 bedragen: vermeerderd met 0,63 promille van de bouwkosten | € 275,00 |
5.3.1.2.6 | indien de bouwkosten € 455.000 of meer bedragen: vermeerderd met 0,26 promille van de bouwkosten | € 519,00 |
5.3.1.2.7 | De legeskosten worden naar boven afgerond op € 5,--. | |
| Brandveiligheid | |
5.3.1.3 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit waarvoor een toetsing aan brandveiligheid moet plaatsvinden, wordt het overeenkomstig artikel 5.3.1.1 berekende bedrag verhoogd overeenkomstig de navolgende tabel: | |
5.3.1.3.1 | indien de bouwkosten minder dan € 4.000 bedragen: | € 56,80 |
5.3.1.3.2 | indien de bouwkosten € 4.000 tot € 25.000 bedragen: vermeerderd met 2,19 promille van de bouwkosten | € 85,25 |
5.3.1.3.3 | indien de bouwkosten € 25.000 tot € 120.000 bedragen: vermeerderd met 1,64 promille van de bouwkosten | € 85,25 |
5.3.1.3.4 | indien de bouwkosten € 120.000 tot € 230.000 bedragen: vermeerderd met 1,64 promille van de bouwkosten | € 170,50 |
5.3.1.3.5 | indien de bouwkosten € 230.000 tot € 455.000 bedragen: vermeerderd met 1,64 promille van de bouwkosten | € 355,20 |
5.3.1.3.6 | indien de bouwkosten € 455.000 of meer bedragen: vermeerderd met 1,64 promille van de bouwkosten | € 709,90 |
| | |
| Verplicht advies agrarische commissie | |
5.3.1.4 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 5.3.1.1 wordt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is, in zijn geheel doorberekend aan de aanvrager. | |
| | |
| Achteraf ingediende aanvraag | |
5.3.1.5 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 5.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit: | 150% |
| van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges. | |
| | |
5.3.2 | Aanlegactiviteiten | |
5.3.2.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 617,55 |
5.3.2.2 | Aan het verlenen van een aanlegvergunning, waarvoor bij een externe deskundige advies moet worden ingewonnen, wordt - wegens de daaraan verbonden extra kosten - het onder 5.3.2.1bedoelde tarief verhoogd met de kosten van deze externe advieskosten tot een maximum van €13.715,--. Deze kosten worden voorafgaand aan het inwinnen van dit externe advies door de gemeente schriftelijk medegedeeld aan de aanvrager. Indien de aanvrager niet akkoord gaat met de kosten van externe advisering moet hij dit binnen 10 werkdagen na dagtekening van de hiervoor genoemde schriftelijke mededeling van de gemeente schriftelijk aan de gemeente meedelen. Het externe advies wordt dan niet door de gemeente ingewonnen. Het ontbreken van een extern advies heeft tot gevolg dat verdere beoordeling van de aanvraag niet plaatsvindt. | |
| | |
5.3.3 | Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een omgevingsactiviteit | |
5.3.3.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, wordt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 5.3.1.1, verhoogd met: | |
5.3.3.1.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): vermeerderd met 8,78 promille van de bouwkosten | € 480,30 |
5.3.3.1.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): vermeerderd met 8,78 promille van de bouwkosten | € 480,30 |
5.3.3.1.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): vermeerderd met 8,78 promille van de bouwkosten | € 960,70 |
5.3.3.1.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): vermeerderd met 8,78 promille van de bouwkosten | € 480,30 |
| | |
5.3.4 | Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een omgevingsactiviteit | |
5.3.4.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
5.3.4.1.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 960,70 |
5.3.4.1.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | € 960,70 |
5.3.4.1.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € 1.921,40 |
5.3.4.1.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking) | € 960,70 |
| | |
5.3.5 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid | |
5.3.5.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
5.3.5.1.1 | Voor een bouwwerk met een gebruiksoppervlakte: Categorie Aantal m2 Toeslag 1 0 t/m 100 € 188,95 2 101 t/m 500 € 115,15 + € 1,31 per m2 3 501 t/m 2.000 € 633,70 + € 0,47 per m2 4 2.001 t/m 5.000 € 1.575,75 + € 0,11 per m2 5 5.001 t/m 50.000 € 2.165,45 + € 0,03 per m2 6 meer dan 50.000 € 3.448,15 + € 0,01 per m2 | |
5.3.5.1.2 | Indien de aanvraag om een vergunning als bedoeld in 5.3.5.1.1 betrekking heeft op een wijziging, danwel uitbreiding van een vergunning bedraagt het legestarief, indien het betreft: a. uitbreiding van de inrichting, met dien verstande dat de uitbreiding tenminste 10% van de oorspronkelijke gebruiksoppervlakte beslaat: het legestarief vermeld in onderdeel 5.3.5.1.1, met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding; b. herindeling interne verbouwing of gewijzigd gebruik van de gehele inrichting, danwel een deel van de inrichting, met dien verstande dat deze herindeling tenminste 10% van de gebruiksoppervlakte beslaat: 50% van het legestarief vermeld onder 5.3.5.1.1, met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding. | |
| | |
5.3.6 | Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten | |
5.3.6.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, bedraagt het tarief, voor het verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument: 7,84 promille van de bouwkosten. | |
| | |
5.3.7 | Sloopactiviteiten | |
5.3.7.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief gebaseerd op m3 sloopafval: | |
5.3.7.1.1 | 10 m3 tot 100 m3 | € 144,65 |
5.3.7.1.2 | 100 m3 tot 250 m3 | € 217,35 |
5.3.7.1.3 | > 250 m3 | € 507,50 |
| | |
5.3.9 | Uitweg/inrit | |
5.3.9.1 | indien de aanleg wordt uitgevoerd door of namens de gemeente: | |
5.3.9.1.1 | indien de aanleg wordt uitgevoerd door of namens de gemeente: | € 33,80 |
5.3.9.1.2 | indien de aanleg wordt uitgevoerd door derden op voorwaarden en onder toezicht van de gemeente: | € 87,90 |
| | |
5.3.10 | Opslag van roerende zaken | |
5.3.10.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het gebruik van gemeentegrond voor het plaatsen en/of opslaan van materiaal opslag waarvoor op grond van artikel 2:10 A van de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | |
5.3.10.1.1 | indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo: | € 236,25 |
5.3.10.1.2 | indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo: | € 236,25 |
5.3.10.1.3 | in afwijking van artikel 5.3.10.1.1 en 5.3.10.1.2 bedraagt het tarief indien de maximaal benodigde oppervlakte minder is dan 30 m2 en de maximale duur korter dan 10 dagen: | € 39,40 |
| | |
5.3.11 | Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 | |
5.3.11.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998, waarvoor een andere instantie advies moet uitbrengen, worden deze advieskosten in zijn geheel doorberekend aan de aanvrager. | |
5.3.11.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 , waarvoor een andere instantie advies moet uitbrengen, worden deze kosten in zijn geheel doorberekend aan de aanvrager. | |
| | |
5.3.12 | Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet | |
5.3.12.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, waarvoor een andere instantie advies moet uitbrengen, worden deze kosten in zijn geheel doorberekend aan de aanvrager. | |
| | |
5.3.13 | Omgevingsvergunning in twee fasen | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
5.3.13.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; | |
5.3.13.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. | |
| | |
5.3.14 | Beoordeling bodemrapport | |
5.3.14.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: | |
5.3.14.1.1 | voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport | € 336,00 |
5.3.14.1.2 | voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: het door de extern deskundige aan de gemeente doorberekende bedrag voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport. | |
| | |
5.3.15 | Advies | |
5.3.15.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk wordt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning in zijn geheel doorberekend aan de aanvrager. | |
| | |
5.3.16 | Verklaring van geen bedenkingen | |
5.3.16.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | |
5.3.16.1.1 | indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven wordt het tarief in zijn geheel doorberekend aan de aanvrager. | |
5.3.17 | De onder 5.3.3 en 5.3.4 bedoelde tarieven worden verhoogd met publicatiekosten indien sprake is van een uitgebreide procedure: | € 94,40 |