Organisatie | Olst-Wijhe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening rioolheffing 2010 |
Citeertitel | Verordening rioolheffing 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Beleidsregels aanwijzen belastingplichtige in een keuze situatie
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-11-2008 | 14-12-2010 | Nieuwe regeling | 02-11-2009 Huis-aan-Huis, 12-11-2009 | Raadsstuk 2009/60 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Een onroerende zaak dient in hoofdzaak tot woning als de waarde, die volgens hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak, in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning of volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden.
Artikel 2 Aard van de belasting
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven om de kosten te bestrijden die voor de gemeente verbonden zijn aan:
Artikel 4 Grondslag van heffing
Voor een perceel als bedoeld in lid 1b wordt het aantal kubieke meters leiding- en grondwater gesteld op het aantal kubieke meters leiding- en grondwater dat in de laatste aan het einde van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode naar het perceel is toegevoerd of
opgepompt. Als de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de hoeveelheid water herrekend naar twaalf maanden. Daarbij wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand gerekend.
voor een perceel dat niet of niet in hoofdzaak tot woning dient, voor elke toegevoerde of opgepompte kubieke meter leiding- of grondwater:
€ 200,14 voor de eerste 500 m³;
€ 250,00 boven de 500 m³ tot en met 1.500 m³;
€ 300,00 boven de 1.500 m³ tot en met 3.000 m³;
€ 350,00 boven de 3.000 m³ tot en met 5.000 m³;
€ 400,00 boven de 5.000 m³ tot en met 7.500 m³;
€ 450,00 boven de 7.500 m³ tot en met 10.000 m³;
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsduur
Als de belastingplicht voor het perceel in de loop van het belastingjaar begint, is de belasting verschuldigd over de in dat jaar resterende volledige kalendermaanden. De hoogte van de belasting wordt berekend door het tarief per belastingjaar te delen door twaalf en de uitkomst te vermenigvuldigen met het resterende aantal volledige kalendermaanden.
Als de belastingplicht voor het perceel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat recht op ontheffing van de verschuldigde belasting voor de in dat jaar resterende volledige kalendermaanden. De hoogte van de ontheffing wordt berekend door het tarief per belastingjaar te delen door twaalf en de uitkomst te vermenigvuldigen met het resterende aantal volledige kalendermaanden.
Artikel 9 Termijnen van betaling
De aanslagen moeten, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijn twee maanden later.
In afwijking van het eerste lid van dit artikel en in afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, geldt dat als de belastingplichtige een machtiging voor automatische Betalingsincasso heeft afgegeven de op het aanslagbiljet verenigde aanslagbedragen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie bedraagt en maximaal tien. De eerste termijn vervalt dan één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen steeds een maand later. Deze machtiging voor automatische betalingsincasso is alleen mogelijk als het totaalbedrag van de op het aanslagbiljet vermelde aanslag(en) meer is dan € 45,00.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven over de heffing en de invordering van de rioolheffing.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
De “Verordening op de heffing en invordering van rioolrechten 2009”, vastgesteld bij raadsbesluit van de gemeente Olst-Wijhe van 3 november 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.