Overheidsorganisatie | Gemeente Raalte |
---|---|
Officiële naam regeling | Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Raalte |
Citeertitel | Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Raalte |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-03-2014 | 23-07-2015 | nieuwe regeling | 25-02-2014 | 4731 |
Burgemeester en wethouders van Raalte
Gelet op artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;
Gelet op de artikelen 1.61, eerste lid, 1.65, eerste lid, 1.66 en 1.72, eerste lid Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;
Gelet op de artikelen 2.19, eerste lid, 2.23, eerste lid, 2.24 en 2.28, eerste lid, Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen,
besluiten:
de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Gemeente Raalte vast te stellen.
Deze beleidsregels zijn van toepassing op de handhaving naar aanleiding van overtreding van de bij of krachtens de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gestelde regelgeving.
Bij het uitvoeren van het handhavingsbeleid heeft het college de mogelijkheid tot het opleggen van een herstelsanctie.
1. De kwaliteitseisen, waar aan voldaan moet worden, staan genoemd in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en alle aanverwante regelgeving. Ze worden tevens expliciet in het door de toezichthouder opgestelde rapport genoemd.
2. In deze Beleidsregels Handhaving kinderopvang en peuterspeelzalen gemeente Raalte wordt uitgegaan van deze kwaliteitseisen.
3. In het afwegingsoverzicht dat als bijlage aan deze beleidsregels is toegevoegd worden voor de prioritering per domein de kwaliteitseisen geclusterd weergegeven.
1. Indien gebleken is dat een houder van een kindercentrum, een gastouderbureau, voorziening voor gastouderopvang of een peuterspeelzaal niet voldoet aan één of meer kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en alle daaruit voortvloeiende regelgeving, start het college in beginsel een herstellend traject. Dit traject is gericht op beëindiging van de overtreding(-en) en voorkoming van herhaling van de overtreding(-en)
2. Bij het uitvoeren van het herstellend traject hanteert het college de volgende stappen:
stap 1: aanwijzing
stap 2: last onder dwangsom/last onder bestuursdwang,
stap 3: exploitatieverbod
stap 4: verwijdering uit het landelijk register kinderopvang of het register peuterspeelzalen
3. Indien de overtreding hiertoe aanleiding geeft, kan het college besluiten om een bepaalde stap of bepaalde stappen van het herstellende traject over te slaan dan wel meerdere keren toe te passen.
4. De duur van de hersteltermijn is afhankelijk van de prioriteit die is toegekend aan de kwaliteitseis zoals afgeleid kan worden uit het afwegingsoverzicht dat als bijlage is opgenomen.
5. Bij het opleggen van een aanwijzing gelden de volgende hersteltermijnen:
prioriteit hoog: maximaal 3 maanden
prioriteit gemiddeld: maximaal 10 maanden
prioriteit laag: maximaal 10 maanden
Indien niet (langer) wordt voldaan aan de definities van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen voor wat betreft de te registreren voorzieningen (dagopvang, buitenschoolse opvang, gastouderbureau, voorziening voor gastouderopvang of peuterspeelzaal) zal de registratie worden verwijderd uit het register kinderopvang danwel peuterspeelzaalwerk.
1. Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Raalte”.
2. Deze beleidsregels treden in werking op de dag na publicatie.
Prioriteit | Hersteltermijn reg. model |
Hoog | Max. 3 maanden |
Gemiddeld | Max. 10 maanden |
Laag | Max. 10 maanden |
De hersteltermijn gaat in vanaf datum constatering overtreding (de inspectiedatum)
Prioritering overtredingen
Dagopvang
Domein | Subdomein | Prioriteit reg. model |
1. Ouders | 1.1 Reglement oudercommissie | Laag |
1.2 Instellen oudercommissie | Laag | |
1.2.1 voorwaarden OC | Laag | |
1.2.2 adviesrecht OC | Gemiddeld | |
1.3 Informatie | Laag | |
2. Personeel | 2.1 VOG | Hoog |
2.2 Passende beroepskwalificatie | Hoog | |
2.3 Voorwaarden en inzet PMIO | Hoog | |
2.4 Voertaal | Hoog | |
3. Veiligheid en gezondheid | Hoog | |
4. Accommodatie en inrichting | 4.1 Binnenspeelruimte en 4.2 slaapruimte | Hoog |
4.3 Buitenspeelruimte | Hoog | |
5. Groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio | Hoog | |
6. Pedagogisch beleid | 6.1 Pedagogisch beleidsplan | Hoog |
6.1.1 Inhoud beleidsplan | Hoog | |
6.1.2 Pedagogische praktijk | Hoog | |
6.2 Emotionele veiligheid | Hoog | |
6.3 Persoonlijke competentie | Hoog | |
6.4 Sociale competentie | Hoog | |
6.5 Overdracht normen en waarden | Hoog | |
7. Klachten | Laag | |
8. Voorschoolse educatie | Laag |
Buitenschoolse opvang
Domein | Subdomein | Prioriteit reg. model |
1. Ouders | 1.1 Reglement oudercommissie | Laag |
1.2 Instellen oudercommissie | Laag | |
1.2.1 voorwaarden OC | Laag | |
1.2.2 adviesrecht OC | Gemiddeld | |
1.3 Informatie | Laag | |
2. Personeel | 2.1 VOG | Hoog |
2.2 Passende beroepskwalificatie | Hoog | |
2.3 Voorwaarden en inzet PMIO | Hoog | |
2.4 Voertaal | Hoog | |
3. Veiligheid en gezondheid | Hoog | |
4. Accommodatie en inrichting | Binnenspeelruimte | Hoog |
Buitenspeelruimte | Hoog | |
5. Groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio | Hoog | |
6. Pedagogisch beleid | 6.1 Pedagogisch beleidsplan | Hoog |
6.1.1 Inhoud beleidsplan | Hoog | |
6.1.2 Pedagogische praktijk | Hoog | |
6.2 Emotionele veiligheid | Hoog | |
6.3 Persoonlijke competentie | Hoog | |
6.4 Sociale competentie | Hoog | |
6.5 Overdracht normen en waarden | Hoog | |
7. Klachten | Laag |
Gastouderbureau
Domein | subdomein | Prioriteit reg. model |
1. Administratie | Lid 1: contract per vraagouder | Hoog |
Lid 2: kopieen VOG gastouder+huisgenoten | Hoog | |
Lid 3: kopieen getuigschriften gastouder | Hoog | |
Lid 4: betaling vraagouders inzichtelijk | Gemiddeld | |
Lid 5: betaling gastouder inzichtelijk | Gemiddeld | |
Lid 6: risico-inventarisatie | Hoog | |
2. Ouders | 2.1 Informatie voor vraagouders (m.u.v. lid 1) | Gemiddeld |
2.1, lid 1 | Gemiddeld | |
2.2 Reglement oudercommissie | Laag | |
2.3 Instellen oudercommissie | Laag | |
2.3.1 Voorwaarden OC | Laag | |
2.3.2 Adviesrecht OC | Gemiddeld | |
Het GOB is goed bereikbaar | Hoog | |
3. Personeel | Hoog | |
4. Pedagogisch beleid | 4.1 Pedagogische beleidsplan | Hoog |
4.1.1 inhoud beleidsplan | Hoog | |
4.1.2 Pedagogische praktijk | Hoog | |
5. Klachten | Laag | |
6. Veiligheid en gezondheid | Hoog | |
7. Kwaliteit gastouderbureau | Hoog |
Gastouderopvang
Domein | Subdomein | Prioriteit reg. model |
2. Gastouder | VOG gastouder en huisgenoten vanaf 18 jaar (2.1 vw 1 t/m 4) | Hoog |
Geen kinderen van gastouder onder toezicht | Hoog | |
Gastouder niet ontheven uit ouderlijk gezag | Hoog | |
Kwalificaties (2.3 vw 1 en vw 2) | Hoog | |
Gastouder is 18 jaar of ouder | Hoog | |
Telefonische bereikbaarheid gastouder | Hoog | |
Voertaal | Hoog | |
3. Accommodatie en inrichting | 3.1, vw 1: Rookvrije ruimtes | Hoog |
3.1 vw 2 Binnenspeelruimte | Hoog | |
3.1 vw 3: Buitenspeelruimte | Hoog | |
3.1 vw 4: Aanwezigheid werkende rookmelders | Hoog | |
3.2 vw 1 en vw 2: Slaapruimte | Hoog | |
4. Pedagogisch beleid | Hoog | |
5. Aantal kinderen | Hoog | |
6. Veiligheid en gezondheid | Hoog | Hoog |
Peuterspeelzalen
Domein | Subdomein | Prioriteit reg. Model |
2. Ouder | 2.1 Informatie | Laag |
2.2 Reglement oudercommissie | Laag | |
2.3 Instellen oudercommissie | Laag | |
2.3.1 voorwaarden OC | Laag | |
2.3.2 adviesrecht OC | Laag | |
3. Personeel | 3.1 VOG | Hoog |
3.2 Beroepskwalificaties | Hoog | |
3.3 voertaal | Hoog | |
3.4 Vrijwilligersbeleid | Gemiddeld | |
3.4.1 inhoud vrijwilligersbeleid | Gemiddeld | |
3.4.2 aansprakelijkheidsverzekering vrijwilligers | Hoog | |
4. Veiligheid en gezondheid | Hoog | |
5. Groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio | Hoog | |
6. Pedagogisch beleid | 6.1 Pedagogisch beleidsplan | Hoog |
6.1.1 Inhoud beleidsplan | Hoog | |
6.1.2 Pedagogische praktijk | Hoog | |
6.2 Emotionele veiligheid | Hoog | |
6.3 Persoonlijke competentie | Hoog | |
6.4 Sociale competentie | Hoog | |
6.5 Overdracht normen en waarden | Hoog | |
7. Klachten | Laag | |
8. Voorschoolse educatie | Laag |
In een herstellend traject zijn verschillende stappen te onderscheiden.
Stap 1: aanwijzing (artikel 1.65, eerste lid en 2.23, eerste lid van de Wko)
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waarin zich een kindercentrum, een voorziening voor gastouderopvang, een gastouderbureau of een peuterspeelzaal bevindt dat de bij of krachtens hoofdstuk 1 afdeling 3, paragrafen 2 en 3, of hoofdstuk 2, afdeling 2, paragrafen 2 en 3 gegeven voorschriften (de ‘kwaliteitseisen”) niet of in onvoldoende mate naleeft, geeft de houder een schriftelijke aanwijzing.
In een aanwijzing wordt met redenen omkleed aangegeven op welke punten de bedoelde voorschriften niet of in onvoldoende mate worden nageleefd. Ook wordt aangegeven welke maatregelen door de houder binnen de gestelde termijn genomen dienen te worden. De duur van de hersteltermijn is afhankelijk van de prioriteit die is toegekend aan de kwaliteitseis zoals afgeleid kan worden uit het afwegingsoverzicht dat als bijlage is opgenomen.
In geval van een overtreding met de prioriteit hoog, zal de hersteltermijn maximaal 3 maanden bedragen. Is er sprake van een overtreding met een gemiddelde of lage prioriteit dan bedraagt de hersteltermijn maximaal respectievelijk 10 maanden.
Na het verstrijken van de hersteltermijn dient de overtreding beëindigd te zijn. Ter controle hiervan kan de handhaver schriftelijke bewijsstukken opvragen dan wel opdracht geven voor een herinspectie. Is de overtreding niet beëindigd, dan zal een volgende stap worden ingezet.
Stap 2: last onder dwangsom of last onder bestuursdwang (artikel 125, tweede lid Gemeentewet en artikel 5:32 Awb)
De algemene bestuursdwangbevoegdheid is neergelegd in artikel 125 van de Gemeentewet. In gevallen waarin het bestuursorgaan de mogelijkheid heeft om zelf de overtreding te beëindigen (op kosten van de overtreder) kan een last onder bestuursdwang opgelegd worden.
De bevoegdheid tot het opleggen van een last onder dwangsom is een van de bestuursdwangbevoegdheid afgeleide bevoegdheid; neergelegd in artikel 5:32 Awb.
Een last onder dwangsom wordt opgelegd met als doel herstel van de overtreding en/of voorkoming van herhaling van de overtreding.
De stap last onder dwangsom kan meerdere keren worden genomen voor een geconstateerde overtreding. Indien een eerste last onder dwangsom geen resultaat heeft gehad, kan worden overwogen een nieuwe, hogere last onder dwangsom op te leggen. Dit vereist dan wel een nieuw besluit. Ook kan besloten worden een volgende stap in het herstellend traject te zetten.
De last onder dwangsom kan ook preventief worden opgelegd. Van een preventieve last is sprake als de last wordt opgelegd voordat enige overtreding heeft plaatsgevonden. Hiervoor geldt dat het gevaar van de overtreding klaarblijkelijk dreigt, dat wil zeggen dat de overtreding zich met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zal voordoen.
Stap 3: exploitatieverbod (artikel 1.66 en 2.24 Wko)
Het college kan de houder verbieden een kindercentrum, een voorziening voor gastouderopvang, een gastouderbureau of peuterspeelzaal in exploitatie te nemen danwel de exploitatie voort te zetten. Dit kan het college in de volgende gevallen:
zolang de houder een bevel of aanwijzing niet opvolgt en het opleggen van een last onder bestuursdwang niet mogelijk is
als een kindercentrum, gastouderbureau, voorziening voor gastouderopvang of peuterspeelzaal niet of niet langer aan de kwaliteitseisen voldoet
Stap 4: verwijdering uit het landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 1.47a, tweede lid en 2.4a, tweede lid van de Wko en artikel 8, eerste lid en artikel 14, eerste lid van het Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
Er zijn verschillende gronden waarop het college, in het kader van handhaving, een voorziening uit het register kinderopvang of het register peuterspeelzaalwerk kan verwijderen:
• indien is gebleken dat de houder niet langer de kinderopvangvoorziening of peuterspeelzaal exploiteert;
• indien uit een GGD-inspectie of anderszins is gebleken dat de houder naar verwachting niet dan wel niet langer voldoet aan de bij en krachtens hoofdstuk 1 afdeling 3, paragrafen 2 en 3 danwel hoofdstuk 2 afdeling 2 , paragrafen 2 en 3 gegeven voorschriften;
• indien drie maanden na de registratie de exploitatie van de organisatie voor kinderopvang of peuterspeelzaal niet daadwerkelijk is aangevangen.
Vanaf het moment dat een voorziening is verwijderd uit het register, is er geen sprake meer van kinderopvang of peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet. Voortzetten van exploitatie leidt tot illegale kinderopvang of peuterspeelzaalwerk en tot een boete of vervolging door het Openbaar Ministerie op basis van overtreding van de Wet Economische Delicten.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1
Dit artikel spreekt voor zich.
Artikel 2
In dit artikel worden de vormen van handhaving benoemd.
Een herstelsanctie is gericht op herstel van een overtreding en/of voorkoming van herhaling.
Een bestraffende sanctie is gericht op bestraffen van een begane overtreding. In de Algemene wet bestuursrecht wordt ook wel gesproken over leedtoevoeging.
Artikel 3
De kwaliteitseisen waaraan bij of krachtens de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen voldaan moet worden staan in de wet-en regelgeving. Een volledige opsomming is ook terug te vinden in de door de toezichthouder gebruikte modelrapporten.
Artikel 4
Voor een uitgebreide toelichting wordt verwezen naar de algemene toelichting op hoofdstuk 2 hierboven.
Artikel 5
Indien een geregistreerde voorziening, te weten dagopvang, buitenschoolse opvang, gastouderbureau, voorziening voor gastouderopvang of peuterspeelzaal, niet meer voldoet aan de definitie hiervan in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, zal deze uit het register worden verwijderd. Dit omdat uitsluitend voorzieningen die aan de definitie voldoen dienen te worden geregistreerd. Er zal in dit geval geen herstellend handhavingstraject worden ingezet, als herstel niet aan de orde zal zijn.
Artikel 6 Citeertitel
Dit artikel spreekt voor zich.