Organisatie | Sluis |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van watertoeristen-belasting 2013 |
Citeertitel | Verordening watertoeristenbelasting 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Artikel 224 Gemeentewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 01-01-2018 | art. 2 | 19-12-2013 Zeeuwsch-Vlaams Advertentieblad, 20 december 2013 | Onbekend | |
01-01-2013 | 01-01-2014 | Onbekend | 20-12-2012 Zeeuwsch-Vlaams Advertentieblad, 27 december 2012 | Onbekend |
De raad van de gemeente Sluis;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van november 2012;
gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;
gezien het advies van de commissie Samenleving/Middelen van 4 december 2012;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van watertoeristen-belasting 2013
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
Ter zake van het houden van verblijf binnen de gemeente op of met vaartuigen waarvoor wegens de aanwezigheid in het watergebied van de gemeente in welke vorm dan ook een vergoeding wordt betaald door personen, die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personenzijn ingeschreven, wordt onder de naam ‘watertoeristenbelasting’ een directe belasting geheven.
De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.
Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing
Ter zake van vaartuigen met een vaste ligplaats wordt, indien een belastingplichtige als bedoeld in artikel 3, eerste lid, is aangewezen:
Artikel 7 Opteren voor niet forfaitaire maatstaf van heffing
In afwijking van het bepaalde in artikel 6, wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal etmalen dat verblijf is gehouden, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op de voet van artikel 6 berekende aantal.
Geen belastingaanslag wordt opgelegd indien het aantal etmalen dat gelegenheid tot verblijf
is of wordt gegeven, gedurende het belastingtijdvak minder dan tien zal of heeft belopen.
Artikel 12 Termijnen van betaling
1.In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de
laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
2.De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande lid gestelde termijnen.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot verblijf verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet,
Artikel 16 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de watertoeristenbelasting.
De ‘Verordening watertoeristenbelasting 2011’, vastgesteld bij raadsbesluit van 23 december 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 18 genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.