Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leeuwarden

Gedragscode voor burgemeester en de wethouders van de gemeente Leeuwarden 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeeuwarden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGedragscode voor burgemeester en de wethouders van de gemeente Leeuwarden 2014
CiteertitelGedragscode voor de burgemeester en de wethouders van de gemeente Leeuwarden 2014
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Bij besluit van de raad van Leeuwarden van 2 januari 2018 is deze gemeentelijke regeling van toepassing verklaard op het hele grondgebied van de gemeente Leeuwarden, zoals dat per 1 januari 2018, op grond van de Wet van 8 maart 201 tot herindeling van de gemeenten Franekeradeel, het Bildt, Leeuwarden, Leeuwarderadeel, Littenseradiel, Menameradiel en Sudwest-Fryslan, is ontstaan. N.B. besluit is van kracht per 01-01-2018

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-01-201401-01-2016Nieuwe regeling

06-01-2014

GVOP: 18 januari 2014 en Huis aan Huis: 15 januari 2014

19435

Tekst van de regeling

Intitulé

Gedragscode voor burgemeester en de wethouders van de gemeente Leeuwarden 2014

1 Algemene bepalingen

1.1 In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is vindt bespreking plaats in het college.

1.2 De code is openbaar en op toegankelijke wijze te raadplegen.

1.3 De burgemeester en de wethouders ontvangen bij het aantreden een exemplaar van de code.

 

2 Kernbegrippen bestuurlijke integriteit

2.1 Kernbegrippen van bestuurlijk integriteit zijn dienstbaarheid, functionaliteit, onafhankelijkheid, openheid, betrouwbaarheid en zorgvuldigheid.

2.2 Deze kernbegrippen vormen de toetssteen voor de in deze code vastgelegde gedragsafspraken.

 

3 Belangenverstrengeling

3.1 De burgemeester en de wethouders doen opgave van hun financiële belangen.

3.2 Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomen de burgemeester en de wethouders (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

3.3 Een oud-burgemeester dan wel oud-wethouder wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn ambtstermijn uitgesloten van het verrichten van werkzaamheden voor de gemeente Leeuwarden.

3.4 Indien de onafhankelijke oordeelsvorming over een onderwerp in het geding kan zijn, geeft de burgemeester c.q. de wethouder bij de besluitvorming daarover aan in hoeverre het onderwerp hem persoonlijk aangaat.

3.5 De burgemeester of een wethouder die familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten of zaken aan de gemeente, onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

3.6 De burgemeester noch een wethouder neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente of een indiener van een verzoek, geschenken, faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder of indiener kunnen beïnvloeden.

3.7 De burgemeester en de wethouders vervullen geen nevenfuncties die een structureel risico vormen voor een integere invulling van het ambt.

3.8 De burgemeester en de wethouders geven ten behoeve van de openbaarmaking van hun nevenfuncties en q.q.-nevenfuncties aan voor welke organisatie de functies worden verricht, wat het tijdsbeslag is en of de functies bezoldigd zijn.

3.9 De burgemeester en de wethouders behouden geen inkomsten uit een q.q.-nevenfunctie. De inkomsten komen ten goede aan de kas van de gemeente.

 

4 Informatie

4.1 De burgemeester en de wethouders gaan zorgvuldig en correct om met informatie waarover zij uit hoofde van het ambt beschikken. Zij zorgen ervoor dat stukken met vertrouwelijke gegevens veilig worden opgeborgen en dat computerbestanden beveiligd zijn.

4.2 De burgmeester noch de wethouders verstrekken informatie die vertrouwelijk of geheim is, zolang het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd of waarin de vertrouwelijkheid is afgesproken deze niet heeft opgeheven.

4.3 De burgemeester en de wethouders houden geen informatie achter, tenzij deze geheim of vertrouwelijk is en het niet geven van informatie mogelijk is op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur.

4.4 De burgemeester noch de wethouders maken ten eigen bate of ten bate van hun persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

4.5 De burgemeester en de wethouders gaan verantwoord om met de e-mail- en internetfaciliteiten van de gemeente.

 

5 Aannemen van geschenken, diensten en uitnodigingen

5.1 De burgemeester en de wethouders accepteren geen geschenken, faciliteiten of diensten indien hun onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed, c.q. de schijn hiervan wordt gewekt. In onderhandelingssituaties weigeren zij alle door betrokken relaties aangeboden geschenken of andere voordelen.

5.2 Geschenken en giften die de burgemeester of de wethouders uit hoofde van hun functie ontvangen, worden gemeld en geregistreerd.

5.3 Geschenken en giften die de burgemeester of de wethouders uit hoofde van hun functie ontvangen en die een geschatte waarde van meer dan € 50 vertegenwoordigen zijn eigendom van de gemeente. Er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht. Geschenken en giften die een waarde van € 50 of minder vertegenwoordigen kunnen worden behouden.

5.4 Geschenken en giften worden niet op het huisadres ontvangen. Indien dit toch is gebeurd, wordt dit in het college gemeld, waarna een besluit over de bestemming van het geschenk wordt genomen.

5.5 Aanbiedingen voor privé-werkzaamheden of kortingen op privé-goederen worden niet geaccepteerd.

5.6 De burgemeester en de wethouders maken in het college melding van uitnodigingen voor excursies en evenementen op kosten van derden.

 

6 Bestuurlijke uitgaven, onkostenvergoedingen, buitenlandse reizen en Voorzieningen

6.1 Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond. De burgemeester en de wethouders zijn terughoudend bij het in rekening brengen van uitgaven die zich op het grensvlak van privé en publiek bevinden.

6.2 De burgemeester noch de wethouders declareren kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

6.3 In geval van twijfel omtrent een declaratie of over het correct gebruik van een creditcard, wordt dit voorgelegd aan de burgemeester, en zonodig ter besluitvorming aan het college voorgelegd.

6.4 De burgemeester en de wethouders die het voornemen hebben, uit hoofde van zijn functie, een buitenlandse reis te maken of zijn uitgenodigd voor een buitenlandse reis of werkbezoek op kosten van derden, hebben vooraf toestemming nodig van het college. Het gemeentelijk belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming. Indien toestemming aan de burgemeester of een wethouder wordt verleend, wordt de gemeenteraad van de besluitvorming in het college op de hoogte gesteld.

6.5 De burgemeester en de wethouders melden het voornemen tot een buitenlandse reis of een uitnodiging daartoe in het bestuursorgaan waar zij deel van uitmaken en verschaffen daarbij informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap, de geraamde kosten en de wijze waarop van de reis verslag wordt gedaan.

6.6 Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van een politieke ambtsdrager naar en in het buitenland is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming betrokken.

6.7 Het anderszins meereizen naar en in het buitenland van derden op kosten van de gemeente is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is toegestaan en wordt in dat geval bij de besluitvorming betrokken.

6.8 Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privé-doeleinden is toegestaan, mits dit is betrokken bij de besluitvorming. De extra reis- en verblijfkosten komen volledig voor rekening van het betreffende collegelid.

6.9 Gebruik van gemeentelijke eigendommen of -voorzieningen voor privé-doeleinden is niet toegestaan tenzij het betreft de bruikleen van een fax, mobiele telefoon en computer die mede voor privé-doeleinden kunnen worden gebruikt.

6.10 Het college kan bepalen dat zij voor hun dienstreizen gebruik maken van de dienstauto (met of zonder chauffeur) en dat van de dienstauto gebruik kan worden gemaakt voor zakelijke reizen of voor zakelijke reizen voor de uitoefening van q.q.-nevenfuncties.

 

7 Relatie met de raad

De burgemeester en de wethouders geven er in hun optreden blijk van de raad te respecteren als het hoogste bestuursorgaan van de gemeente. Zij zijn zorgvuldig en betrouwbaar in de omgang met de raad, zijn commissies en zijn leden.

 

8 Relatie in het college

De burgemeester en de wethouders geven er in hun optreden zowel ten opzichte van derden als ten opzichte van elkaar blijk van het college en de burgemeester te respecteren als dagelijkse bestuursorganen van de gemeente. Zij zijn zorgvuldig, open en betrouwbaar in hun omgang in het college en met de burgemeester, en hebben transparante werkrelaties met deze bestuursorganen.

 

9 Relatie met de ambtelijke organisatie

De burgemeester en de wethouders zijn zorgvuldig, open en betrouwbaar in hun omgang met de ambtelijke organisatie. Zij hebben transparante werkrelaties met alle medewerkers. De burgemeester en de wethouders respecteren de professionaliteit van de ambtenaren.

 

10 Handhaving

10.1 De burgemeester stelt de gedragscode en de naleving ervan één keer per jaar aan de orde in het college.

10.2 Indien de burgemeester of een wethouder een bepaling van de code overtreedt wordt een onderzoek ingesteld.

10.3 Onverminderd de voor de burgemeester en de wethouders geldende plicht strafbare feiten die bestaan in of gepaard gaan met schending van ambtsplichten of onrechtmatige toepassing van bevoegdheden te melden bij de politie, kunnen de burgemeester en de wethouders worden aangesproken op hun gedrag.

10.4 Indien geen verandering optreedt in het gedrag kan de kwestie om advies worden voorgelegd aan het Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten.