Organisatie | Den Helder |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Cliëntenparticipatie WWB 2012 |
Citeertitel | Verordening Cliëntenparticipatie WWB 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Regeling vervangt de Verordening Cliëntenparticipatie WWB en WIJ 2010.
Artikel 147, eerste en derde lid, en artikel 108, tweede lid Gemeentewet en artikel 47 Wet werk en bijstand
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-01-2012 | 01-01-2012 | 26-09-2020 | Nieuwe regeling | 19-12-2011 Stadsnieuws 2012, 1 | RB11.0163 |
Artikel 3 Taken en bevoegdheden CAR
De CAR geeft gevraagd en ongevraagd advies of doet voorstellen aan het college en/of de gemeenteraad over zaken die betrekking hebben op beleid, de beleidsontwikkeling en de uitvoering op het gebied van de Wet werk en bijstand en daarmee samenhangende regelingen (inclusief het minimabeleid). Evenals de uitvoering van: de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Wet inburgering en schuldhulpverlening.
Het college draagt er zorg voor dat van de zijde van de gemeente aan de CAR de nodige informatie tijdig wordt verstrekt voor het naar behoren kunnen functioneren van de adviesraad. Het betreft hier alle informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en ontwikkelingen te kunnen volgen.
Na haar bekendmaking treedt de verordening in werking op 1 januari 2012, tenzij de Wet “Wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden” (nr. 32 815) op een latere datum in werking treedt, in welk geval deze verordening in werking treedt op diezelfde latere datum.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 december 2011.
Koen Schuiling, voorzitter
mr. drs. M. Huisman, griffier
In artikel 47 van de Wet werk en bijstand is geregeld dat de gemeenteraad bij verordening regels vaststelt over de wijze waarop de doelgroep, zoals opgenomen in artikel 7 eerste lid WWB, of hun vertegenwoordigers betrokken worden bij de uitvoering van de WWB.
Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de WWB niet afzonderlijk te definiëren in de verordening. In het tweede lid worden omschrijvingen gegeven van begrippen die meer dan eens in de verordening voor komen waarvan het van belang is dat er telkens hetzelfde onder wordt verstaan.
De gemeente heeft behoefte aan ondersteuning bij de uitvoering van de WWB in de vorm van een klankbord. Daarnaast is er de politieke en bestuurlijke wens om via interactieve beleidsontwikkeling de stem van de burger beter door te laten klinken en zo een kwaliteitsimpuls aan de uitvoering te geven.
Tot de taak van de CAR wordt in ieder geval gerekend het informeren en adviseren over het uitvoeringsbeleid en de uitvoeringspraktijk. Daarbij kan gedacht worden aan: de bejegening van cliënten, de schriftelijke en
mondelinge informatievoorziening, het serviceniveau, de bereikbaarheid, wachttijden, privacybescherming, (klachten-) procedures, evenals het signaleren van ontwikkelingen, klanttevredenheidsonderzoeken.
De CAR zorgt er voor dat na afloop van het kalenderjaar er een verslag komt over de activiteiten van het voorgaande jaar.
Tenslotte is de CAR niet bevoegd om aan individuele belangenbehartiging te doen.
In dit artikel is geregeld dat de cliëntenadviesraad door cliënten wordt gevormd. Als ervaringsdeskundigen kan van de cliënten veel informatie verwacht worden over de gevolgen van beleid en over de wijze van uitvoering. Indien er vanuit de cliënten onvoldoende respons komt om zitting te nemen in de adviesraad, kunnen belangenorganisaties die met dit terrein bekend zijn, worden benaderd.
Als belangenorganisaties (gaan) deelnemen, hebben zij het recht om het namens hen benoemde lid/leden tussentijds gemotiveerd te vervangen.
In dit artikel is ook opgenomen welke (gemeentelijke) functies niet verenigbaar zijn met het lidmaatschap van de cliëntenadviesraad. Wij verstaan daar ook onder leden van adviescommissies die namens een in de raad vertegenwoordigde politieke partij daarin zitting hebben.
De leden worden door het college benoemd voor een bepaalde periode welke gelijk loopt met de zittingsperiode van de gemeenteraad. De zittingsperiode kan verlengd worden met eenzelfde (raads) periode.
Er is een beperkt aantal redenen om het lidmaatschap te beëindigen. Dat gebeurt automatisch als de zittingsduur is afgelopen (a), als de persoon door een verhuizing geen inwoner meer is van de gemeente (b), als iemand niet meer tot de doelgroep van PBZ hoort (c), als iemand daar zelf om vraagt (d) en door overlijden (e).
In de Algemene wet bestuursrecht (artikel 2:2 Awb) is bepaald dat een bestuursorgaan iemand kan weigeren als vertegenwoordiger als er tegen die persoon ernstige zijn gerezen bestaan. Op analoge wijze is de bepaling in de verordening opgenomen. Omdat het gaat om een zeer bijzondere situatie wordt geen definitie gegeven van die omstandigheden, juist omdat er vanuit gegaan wordt dat een dergelijke omstandigheid zich alleen bij zeer hoge uitzondering zal voordoen. Deze bepaling is louter in de verordening opgenomen voor het geval een dergelijke, hopelijk zeer uitzonderlijke, situatie zich voordoet.
De CAR kan gevraagd en ongevraagd adviezen geven over beleid en beleidsontwikkeling op het terrein van de WWB en het gemeentelijke minimabeleid.
De afdeling Publiekszaken voert daarnaast de werkzaamheden uit in het kader van de WMO (individuele voorzieningen), Wet inburgering en schuldhulpverlening. Voor wat betreft deze regelingen is er niet een directe wettelijke verplichting om advies te vragen aan de CAR. In voorkomende gevallen zal dit wel gevraagd kunnen worden voor zover er geen sprake is van andere adviesorganen op dit terrein (bijv. WMO platform).
Het uitbrengen van een advies is aan een termijn gebonden, omdat dit advies toegevoegd moet worden aan de stukken voor de Gemeenteraad. Er moet gedacht worden aan een termijn van vier weken, behalve in uitzonderlijke gevallen waarvoor meer tijd noodzakelijk is, zoals bij klanttevredenheidsonderzoeken. De cliëntenadviesraad stelt het college schriftelijk op de hoogte van haar advies. Een advies van de cliëntenadviesraad is niet bindend. Indien het college afwijkt van het advies wordt dit door hen schriftelijk gemotiveerd.
Het college vindt de inbreng van cliënten belangrijk om inzicht in het functioneren van de eigen organisatie te verkrijgen en de dienstverlening waar nodig te verbeteren. In de dialoog tussen de wethouder, afdelingsmanager en de voorzitter van de cliëntenadviesraad zal een duidelijke meerwaarde voor de kwaliteit van de dienstverlening door de afdeling Publiekszaken ontstaan.
Het college draagt er zorg voor dat de leden van de cliëntenadviesraad scholing kunnen ontvangen om hun taken te kunnen uitvoeren. Deze scholing kan omvatten: de hoofdlijnen van en relevante ontwikkelingen op het gebied van de WWB dan wel sociale zekerheid, trainingen op het terrein van vergadertechniek en voorzitterschap.
Het college zorgt ook voor vergaderaccommodatie en daarbij behorende aanvullende voorzieningen. Het college draagt er zorg voor dat de cliëntenadviesraad, in de vorm van een ambtelijke ondersteuning, adequaat wordt ondersteund.
Omdat burgers die vertegenwoordigd zijn in gemeentelijke adviesraden daarvoor presentiegelden kunnen ontvangen, zijn wij van mening dat de leden van de CAR een persoonlijke onkostenvergoeding dienen te ontvangen. Om te voorkomen dat deze persoonlijke onkostenvergoeding in mindering gebracht wordt op de uitkering, wordt het bedrag als een onkostenvergoeding vrijwilligerswerk aangemerkt (artikel 31 tweede lid sub k en l WWB). Het bedrag is afgestemd op de fiscale forfaitaire vrijwilligersregeling zoals die op grond van de Coördinatiewet sociale verzekeringen geldt voor de werknemersverzekering en deze vergoeding wordt ook door de belastingdienst buiten beschouwing gelaten. Dit betekent wel dat zowel binnen een maand als binnen een kalenderjaar rekening gehouden moet worden met het maximale aantal bijeenkomsten van de cliëntenadviesraad en het maximale bedrag van de vrijwilligersvergoeding (zowel per maand als op jaarbasis in verband met verrekening met uitkering of bijtelling belastingdienst) dat verstrekt kan worden.
De persoonlijke onkostenvergoeding is in ieder geval bestemd voor de uitgaven die gemoeid zijn voor de vervoerskosten tussen woonhuis en de plaats waar de vergadering van de adviesraad wordt gehouden, evenals gesprekskosten telefoon.