Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Vlaardingen

Werktijdenregeling gemeente Vlaardingen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVlaardingen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingWerktijdenregeling gemeente Vlaardingen
CiteertitelWerktijdenregeling gemeente Vlaardingen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpPersoneel en organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling treedt met terugwerkende kracht inwerking op 01-03-2014. De “Werktijdenregeling gemeente Vlaardingen 2011” wordt ingetrokken per 01-03-2014.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 160

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-03-201401-03-2014nieuwe regeling

25-02-2014

Elektronisch Gemeenteblad 05-03-2014

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Werktijdenregeling gemeente Vlaardingen

Het college van de gemeente Vlaardingen Besluit gelet op artikel 4:1 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten (CAR), de Uitwerkingsovereenkomst (UWO) en de arbeidstijdenwet; gelet op artikel 160 van de Gemeentewet; na verkregen instemming van de OR; tot vaststelling van de navolgende regeling en deze op te nemen in de arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Vlaardingen: Werktijdenregeling  gemeente Vlaardingen

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

1. Bedrijfstijd

De tijd waarin medewerkers op kantoor werkzaamheden kunnen verrichten.

2. Medewerker

De ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR-UWO, alsmede uitzendkrachten,

detacheringkrachten, stagiaires en personen die anderszins werkzaam zijn bij of voor de gemeente Vlaardingen.

3. Formele arbeidsduur

De volgens de aanstelling vastgestelde omvang van het aantal uren gedurende welke de medewerker in een bepaalde periode arbeid moet verrichten.

4. Feitelijke arbeidsduur

Het aantal uren gedurende welke de medewerker in een bepaalde periode arbeid verricht.

5. Werkpatroon

Het aantal te werken uren per week die verdeeld zijn over de werkdagen.

6. Werktijd

De periode waarop door de medewerker arbeid wordt verricht.

7. Pauze

Een periode van een onafgebroken aantal minuten waarop geen arbeid wordt verricht.

 

Artikel 2 Toepassing

Lid 1

Deze werktijdenregeling is van toepassing op alle medewerkers. De regeling bestaat uit een standaard en een bijzondere regeling. De bijzondere regeling is alleen van toepassing op de in de bijlage opgenomen functiegroepen en functies. Lid 2

De standaardregeling geldt voor de medewerkers die zelf (enige) regelruimte hebben met betrekking tot het bepalen van hun werktijden. Lid 3

De bijzondere regeling is van toepassing op medewerkers die op wisselende tijden / volgens rooster werken, waarvoor de individuele werktijden eenzijdig door de werkgever worden vastgesteld. Het college bepaalt welke functiegroepen onder de bijzondere regeling vallen. Deze functiegroepen en functies zijn opgenomen in de bijlage van deze regeling.

 

Artikel 3 Bedrijfstijd en arbeidsduur

Lid 1 

De bedrijfstijd is vastgesteld van maandag tot en met vrijdag van 7.00 uur tot 19.00 uur Lid 2

De formele arbeidsduur bedraagt bij een voltijd aanstelling 36 uur per week. Voor een deeltijd medewerker komt dit overeen met de in de aanstelling opgenomen uren. Lid 3

Indien een medewerker meer dan 5 ½ uur tot en met 10 uur aangesloten werkt, dient hij/zij ten minste een half uur pauze te nemen, die eventueel kan worden gesplitst in 2 keer een kwartier. Lid 4 

Indien een medewerker meer dan 10 uur per dag werkt, heeft hij/zij ten minste recht op 45 minuten pauze, die in 2 keer dient te worden opgenomen. Lid 5 

De feitelijke arbeidsduur mag maximaal 11 uur per dag en 50 uur per week bedragen. De leidinggevende kan daartoe na overleg met de werknemer besluiten. Een verzoek hiertoe van de leidinggevende wordt ten minste één maand voor aanvang van de werkzaamheden aan de medewerker gedaan. Wegens dienstbelang kan hiervan worden afgeweken. De medewerker heeft in dat geval recht op een verschuivingsvergoeding.

 

Hoofdstuk 2 De standaardregeling

Artikel 4 Dagvenster

Medewerkers kunnen werkzaamheden verrichten binnen het dagvenster van maandag tot en met vrijdag tussen 7.00 uur en 22.00 uur.

Artikel 5 Bezetting en werkafspraken

Lid 1

De leidinggevende draagt zorg voor een adequate en verantwoorde bezetting van zijn of haar organisatieonderdeel. Lid 2

Tussen leidinggevende en medewerker worden basisafspraken gemaakt over de werktijden, verlof en werkplanning binnen het dagvenster, Deze afspraken worden besproken, vastgelegd en geëvalueerd binnen de jaarlijkse gesprekscyclus. Lid 3

De afspraken omtrent de werktijden worden vastgelegd in een formulier werkpatroon. Dit formulier werkpatroon wordt door leidinggevende doorgegeven aan P&O. Er zijn verschillende varianten mogelijk, zoals bijvoorbeeld:

- 4 dagen van 9 uur

- 5 dagen van 7,2 uur

- 4 dagen van 8 uur en 1 dag van 4 uur

- 5 dagen van 8 uur en 4 dagen van 8 uur Lid 4

Uitgangspunt bij het maken van de basisafspraken over werktijden is een efficiënte en effectieve bedrijfsvoering, een goede voortgang van de werkzaamheden op de afdeling, de bereikbaarheid en een optimale samenwerking op en tussen de afdeling. Lid 5

Wanneer de medewerker binnen het dagvenster werkzaamheden moet verrichten buiten de afgesproken werktijden, wordt de gewerkte tijd op een ander moment gecompenseerd. Leidinggevende en medewerker maken afspraken om de uren op korte termijn te compenseren. De uren kunnen niet worden opgespaard of worden omgezet in vakantieuren.

Artikel 6 Buitendagvenstervergoeding

Lid 1

Indien de medewerker buiten het dagvenster werkzaamheden moet verrichten, komt hij in aanmerking voor de buitendagvenstervergoeding zoals beschreven in artikel 3:8 CAR/UWO. Deze vergoeding bedraagt per gewerkt uur een percentage van het uurloon. De gewerkte uren buiten het dagvenster worden in tijd gecompenseerd. De medewerker maakt over het compenseren nadere afspraken met leidinggevende. Lid 2

De medewerker die een functie bekleedt waaraan een functieschaal 11 of hoger verbonden is, heeft conform artikel 3:8 CAR-UWO geen recht op een buitendagvenstervergoeding.

Artikel 7 Bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdiensten

Lid 1

De medewerker die aangewezen is voor het verrichten van bereikbaarheids- of beschikbaarheidsdiensten heeft recht op een vergoeding zoals opgenomen in de regeling vergoeding bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdiensten. Lid 2

Indien de medewerker daadwerkelijk opgeroepen wordt tijdens zijn beschikbaarheidsdienst en werkzaamheden verricht binnen het dagvenster, heeft de medewerker recht op vergoeding overeenkomstig het gestelde in de regeling bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst (o.b.v. overwerk), in afwijking van het gestelde in artikel 3.3A, lid 2 CAR/UWO. Medewerker en leidinggevende maken nadere afspraken over de compensatie van de gewerkte uren.  Lid 3

Indien de medewerker daadwerkelijk opgeroepen wordt tijdens zijn beschikbaarheidsdienst en werkzaamheden verricht buiten het dagvenster, heeft de medewerker recht op een vergoeding overeenkomstig het gestelde in de regeling bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst (o.b.v. overwerk), in afwijking van het gestelde in artikel 3.3A, lid 2 CAR/UWO. Medewerker en leidinggevende maken nadere afspraken over de compensatie van de gewerkte uren.

 

Hoofdstuk 3 De bijzondere regeling

Artikel 8 Bijzondere regeling

Lid 1

De bijzondere regeling is van toepassing op de in bijlage opgenomen functiegroepen en functies. Lid 2

De werktijden voor deze groep medewerkers worden vastgesteld door werkgever, conform artikel 4.4 CAR/UWO. Lid 3

Het college kan met instemming van de OR de in de bijlage genoemde functiegroepen en functies wijzigen.   Lid 4

Medewerkers die vallen binnen de bijzondere regeling kunnen conform de bepalingen in de CAR-UWO aanspraak maken op de overwerkvergoeding (artikel 3.2), toelage onregelmatige dienst (artikel 3.3), beschikbaarheidsvergoeding (artikel 3:3a) en  verschuivingsvergoeding (artikel 3.4). Nader uitgewerkt in de lokale regelingen.

 

Artikel 9 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan het college een bijzondere voorziening treffen.

 

Artikel 10 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze regeling kan worden aangehaald als “Werktijdenregeling gemeente Vlaardingen” en treedt in werking met ingang van 1 maart 2014. Op de datum van inwerkingtreding wordt de “Werktijdenregeling gemeente Vlaardingen 2011” ingetrokken. 

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders op 25 februari 2014.

De secretaris,   De burgemeester, Ir. C. Kruyt   drs. H.B. Eenhoorn

Bijlage  

Functies en functiegroepen die vallen onder de Bijzondere regeling zoals vastgelegd in hoofdstuk 3 van deze werktijdenregeling:

Openbare Werken Sectie Stadsvoorzieningen: Medewerkers kinderboerderij

Havenbeambten (inclusief adjunct havenmeester) Sectie Wijkbeheer: Medewerkers serviceteam

Groenmedewerkers

Medewerkers veegploeg

Opzichters Sectie Toezicht en handhaving: Handhavers

Toezichthouders

Stadswachten Sectie Uitvoering: Groenmedewerker/chauffeur

Medewerkers technische installaties

Medewerkers meubilair/verkeersmaatregelen

Medewerker stadswerf

Medewerkers waterhuishouding/riolering (inclusief senior/opzichter) Publiekszaken Sectie Contactcentrum: Baliemedewerkers

Bestuurszaken Sectie Bestuursondersteuning: Bodes Ruimtelijke en Maatschappelijke Ontwikkeling Sectie Stadsbibliotheek: Medewerkers uitlening

Bibliotheekmedewerkers