Organisatie | Utrecht (Utr) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2010, inclusief de bijbehorende tarieventabel |
Citeertitel | Verordening precariobelasting 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | belasting |
Deze regeling wordt vervangen door de Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2011.
Onbekend.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | 01-01-2011 | intrekking | 11-11-2010 Gemeenteblad van Utrecht, 2010, 107 | Raadsvoorstel jaargang 2010, nr. 133 | |
26-11-2009 | 01-01-2011 | nieuwe regeling | 05-11-2009 Gemeenteblad van Utrecht 2009, nr. 66 | Raadsvoorstel jaargang 2009, nr. 125 |
Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2010, inclusief de daarbij behorende tarieventabel 2010
(raadsbesluit van 5 november 2009)
De raad van de gemeente Utrecht, gelet op het voorstel van b. en w.
VERORDENING op de heffing en invordering van precariobelasting 2010, inclusief de daarbij behorende tarieventabel 2010
Onder de naam “precariobelasting" wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.
De precariobelasting wordt geheven van degene die één of meer in de tabel opgenomen voorwerpen heeft onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, dan wel van degene ten behoeve van wie die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond worden aangetroffen.
De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van voorwerpen in, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond:
2e welke ter uitvoering van een aan een gemeentelijk orgaan opgedragen publiekrechtelijke taak, het openbaar belang dienende, zijn aangebracht;
3e waarvoor de gemeente een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;
1etoegelaten instellingen als bedoeld in artikel 70 van de Woningwet;
2e de gemeente, in verband met het bepaalde in de artikelen 75 en 80 van de Woningwet;
1e voorwerpen ten behoeve van de afvoer van regen- of grondwater;
2e een spionnetje, bloembak, lamp, beweegbaar zonnescherm of luifel, rolluik, luik, deur, blind, spandoek, buitenbrievenbus, receptenbus, privaatput, overstortinrichting of enig ander soortgelijk voorwerp;
3e vlaggenstokhouders, vlaggenstokken en vlaggen, uitsluitend aangebracht en geplaatst ten behoeve van het vlaggen op algemeen erkende feestdagen;
4e alarminstallaties, tv-camera’s en dergelijke, uitsluitend aangebracht ten behoeve van de veiligheid;
g.uitbouwen die met een gebouwd eigendom zijn verbonden en daarvan niet kunnen worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis aan één der zaken wordt toegebracht, zoals:
1e voorwerpen die een verdiepte ingang voor een hoge stoep, een trede, een verhoogde trede voor de zogenaamde stoeplijn, een trap, een kelderingang, een pothuis of enig ander soortgelijk buiten het gevelvlak uitstekende uitbouw betreffen, of
2e die een stoeptrede voor een bestaande ingang, een koekoek, een licht- of luchtkolk voor een bestaand raam betreffen waar voor het plaatsen, in verband met een wijziging van het straatprofiel, door het college van burgemeester en wethouders schriftelijk toestemming is verleend;
met uitzondering echter van uitbouwen waarmee het bevorderen van het betreden van het gebouwde eigendom of het bieden van bescherming tegen weersinvloeden wordt beoogd;
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
Toplocaties in de binnenstad. Het gebied dat de volgende straten betreft:
Overige locaties in het gebied binnen de singels.
Het gebied dat begrensd wordt door de Catherijnesingel, de Weerdsingel, de Wittevrouwensingel, de Maliesingel en de Tolsteegsingel, met uitzondering van de locaties die genoemd zijn onder Gebied A.
Artikel 6 Berekening van de precariobelasting
Indien een tarief per oppervlakte-eenheid is vastgesteld, wordt de precariobelasting berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, waarbij wordt uitgegaan van de maten van het grootste buitenwerks gemeten oppervlak, tenzij anders is bepaald. De oppervlakte van andere dan rechthoekige voorwerpen wordt gesteld op het product van de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek.
Indien in de tabel voor het hebben van voorwerpen zowel een dag-, week-, maand-, seizoen- of jaartarief is opgenomen, is voor de berekening van de precariobelasting het tarief van toepassing dat het meest aansluit bij een ter zake door de gemeente verleende vergunning. In de gevallen waarin geen vergunning is verleend, geldt het tarief voor de kleinste tijdseenheid.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting
Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld voor de niet in artikel 9 genoemde gevallen
Andere precariobelasting dan die bedoeld in artikel 9 is verschuldigd bij de aanvang van het belastbaar feit, tenzij deze over een belastingtijdvak wordt geheven.
Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.
Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel
De Verordening precariobelasting 2009, vastgesteld bij raadsbesluit van 6 november 2008 (Gemeenteblad van Utrecht 2008, nr. 73), wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 5 november 2009.
Drs. A.A.H. Smits Mr. A. Wolfsen
BIJLAGE BEHOREND BIJ GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2009, NR. 66
Tarieventabel behorende bij de Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2010, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 5 november 2009
Tarieventabel precariobelasting 2010
Par. 1 Algemeen tarief precariobelasting
1.1 Het tarief bedraagt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond:
indien telkens hetzelfde gedeelte van de grond wordt ingenomen en voor zover in deze tarieventabel niet in een bijzonder tarief is voorzien
2.1 Het tarief bedraagt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond:
voor balkons en niet beweegbare luifels:
Par. 3 Uitstallen en verkopingen
3.1 Het tarief bedraagt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond:
3.1.1 voor het uitspreiden, uithangen of uitstallen van goederen, het plaatsen en hebben van bakken, manden, tafels, rekken, jukken, uitstalkasten, toonkasten en sandwichborden, met dien verstande dat de belasting wordt geheven over de ruimte die ingenomen wordt als de goederen zijn uitgespreid, uitgehangen of uitgestald
3.1.2 voor een kraam of een andere soortgelijke inrichting voor de verkoop van eet- of andere koopwaren, alsmede voor het plaatsen of hebben van in het openbaar te verkopen goederen
3.1.3 voor een noodwinkel voor de verkoop van eet- of andere koopwaren
4.1 Het tarief bedraagt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond:
voor een uit één of meer tenten, stallen, berghokken of andere gebouwen c.q. getimmerten bestaande inrichting, waarin voor het publiek toegankelijke voorstellingen of vertoningen worden gegeven, waaronder mede worden begrepen, in afwijking van het bepaalde onder 3.1.2, de erbij behorende inrichtingen tot verkoop van eet- of andere koopwaren:
per dag bij een totaal ingenomen oppervlakte
5.1 Het tarief bedraagt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond:
5.1.1 voor terrassen, onderscheidenlijk geheven naar de gebieden A, B en C zoals omschreven in artikel 5 van de Verordening
Par. 6 Loswallen, hijskranen en putten
6.1 Het tarief bedraagt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond:
6.1.1 voor een loswal, kade of oever in gebruik om goederen te laden of te lossen:
6.1.2 voor een hijskraan of trechter in verband met het laden en lossen van schepen en vrachtwagens
7.1 Het tarief bedraagt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond:
voor een lichtbak, uithangbord, neonreclame of een ander tot reclame dienend voorwerp per m² voor reclame bestemd oppervlak:
Par. 8 Verkoopplaatsen van motorbrandstoffen
8.1 Het tarief bedraagt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond:
8.1.2 voor een pomp voor motorbrandstof
8.1.3 voor een pomp voor motorbrandstof, indien een aftappunt gelegenheid biedt tot aflevering van meer dan één soort motorbrandstof van verschillend octaangehalte
8.1.4 voor een pomp uitsluitend bestemd voor mengsmeringbrandstof
8.1.5 voor een tank gerelateerd aan de grootste horizontale doorsnede
8.1.6 voor pompeilanden of perrons
8.1.7 voor water- of luchtaftappunten en lichtmasten behorende tot een verkooppunt van motorbrandstof
8.1.8 voor leidingen behorende tot een verkooppunt voor motorbrandstof
8.1.9 voor een vul- en peilpunt
Par. 9 Bouwmaterialen en bouwmaterieel
9.1 Het tarief bedraagt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond:
in ieder geval voor keten, loodsen, bouwwerktuigen (waaronder begrepen rails en bouwkranen) en steigers en voor ruimte ingenomen door laden, lossen en opslaan van goederen, bouwmaterialen en grond