Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Aa en Hunze

Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAa en Hunze
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting 2014
CiteertitelVerordening Forensenbelasting 2014
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt per 1 januari 2014 de Verordening Forensenbelasting 2012.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 222 

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201401-01-2015Wijziging

25-06-2014

gmb-2015-98360

Onbekend.
01-01-201401-01-2014nieuwe regeling

13-11-2013

De Schakel, 04-12-2013

2013/13-11/6e

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting 2014

De raad van de gemeente Aa en Hunze;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze;

gelet op artikel 223 van de Gemeentewet;

besluit :

vast te stellen de

“Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting 2014”

(Verordening Forensenbelasting 2014)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning:

een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1.

    Onder de naam ‘forensenbelasting’ wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.

  • 2.

    Belastingplichtig zijn de natuurlijke personen, bedoeld in artikel 2 lid 1, die in de gemeente geen hoofdverblijf hebben.

  • 3.

    Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 3 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 4 Heffingsmaatstaf

  • 1.

    De heffingsmaatstaf van de belasting is de waarde in het economische verkeer van de woning.

  • 2.

    De waarde in het economische verkeer wordt bepaald op die welke aan de woning dient te worden toegekend indien de volle en onbezwaarde eigendom daarvan zou kunnen worden overgedragen en de verkrijger de woning in de staat waarin deze zich bevindt, onmiddellijk en in volle omvang in gebruik zou kunnen nemen.

  • 3.

    De waarde in het economische verkeer is die bij het begin van het belastingjaar.

Artikel 5 Belastingtarief

De belasting bedraagt bij een waarde:

 

 

tot € 50.000,-- € --

€ 169,75

van € 50.000,-- tot € 75.000,--

€ 297,15

van € 75.000,-- tot € 130.000,--

€ 424,35

van € 130.000,-- tot € 200.000,--

€ 552,20

meer dan € 200.000,--

€ 678,95

Artikel 6 Vrijstellingen

  • 1.

    Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een vertegenwoordigend openbaar lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.

  • 2.

    De belasting wordt niet geheven als de belastingplichtige en zijn gezin verblijf houden in de voor zich en zijn gezin beschikbaar gehouden gemeubileerde woning en er ter zake van dit verblijf ook toeristenbelasting wordt geheven overeenkomstig de verordening toeristenbelasting.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen een maand later.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de forensenbelasting.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de forensenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening forensenbelasting 2012”, vastgesteld bij raadsbesluit van 9 november 2011 en voor het laatst gewijzigd bij raadsbesluit van 31 oktober 2012, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Forensenbelasting 2014’.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Aa en Hunze, gehouden op

13 november 2013.

De griffier, De voorzitter,

Mr. E.P. van Corbach. Drs. H.F. van Oosterhout.