Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Uden

Bezoldigingsregeling Uden 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBezoldigingsregeling Uden 2014
CiteertitelBezoldigingsregeling Uden 2014
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 160 Gemeentewet en het bepaalde in artikel 3:1 van de Car-Uwo

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-03-201401-01-2016Nieuwe regeling

11-02-2014

Gemeenteblad 2014-18

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Bezoldigingsregeling Uden 2014

Het College van burgemeester en wethouders van Uden;

overwegende dat er binnen het LOGA in juli 2013 de uitwerking van de afspraken die in de Cao 2011-2012 zijn gemaakt over modernisering en flexibilisering van de werktijdenregeling in de Car-Uwo;

gelet op artikel 160 van de Gemeentewet en op het bepaalde in artikel 3:1 van de Car-Uwo;

b e s l u i t (e n)

vast te stellen de

Bezoldigingsregeling Uden 2014

I Begripsbepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

Aanloopschaal: de salarisschaal die één schaal lager is dan de functionele schaal.

Ambtenaar: de ambtenaar in de zin artikel 1:1 van de Car-Uwo.

Betrekking: de betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder b, van de Car-Uwo.

Bezoldiging: de bezoldiging als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder c, van de Car-Uwo.

Beoordeling: de beoordeling zoals is bedoeld in de Regeling jaargesprekken gemeente Uden.

Buitendagvenster: de uren niet vallende binnen de uren van het dagvenster.

Buitendagvenster-

vergoeding: de vergoeding als bedoeld in artikel 3:8 van de Car-Uwo (van toepassing voor de ambtenaar die valt onder de standaardregeling en die arbeid dient te verrichten buiten het dagvenster)

Car-Uwo: Car staat voor Centrale Arbeidsvoorwaardenregeling en Uwo staat voor Uitwerkingsovereenkomst. De gemeente Uden is een Car-Uwo gemeente.

Consignatiedienst: het op last van de organisatie gedurende een bepaalde periode bereikbaar en beschikbaar zijn, buiten het normale werkrooster, voor het verrichten van werkzaamheden in het kader van onder andere gladheidbestrijding/ storingsdiensten.

Conversie: de vertaling van de functiewaarde (totaalscore) van een functie vastgesteld via functiewaardering naar een salarisschaal.

Dagvenster: de uren van maandag tot en met vrijdag van 07.00 uur tot 22.00 uur.

Functie: het samenstel van werkzaamheden door de ambtenaar te verrichten zoals aan hem/ haar is opgedragen door de werkgever.

Functionele schaal: salarisschaal behorende bij de generieke functie en als gevolg van functiewaardering vastgesteld.

Functiewaardering: het bepalen van de functiewaarde (totaalscore) van de aangewezen functie via het daartoe vastgestelde functiewaarderingssysteem.

Inconveniënten: sterk bezwarende omstandigheden, omstandigheden

voortvloeiende uit het werk, de werkmethode en/of werkomgeving, die - naar de algemeen maatschappelijke opvattingen – als bezwarend worden ervaren en die in redelijkheid niet vermijdbaar zijn.

Maximum salaris: het hoogste bedrag van een salarisschaal.

Overwerk: het overwerk als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder l, van de Car-Uwo (van toepassing voor de ambtenaar voor wie de bijzondere regeling van de werktijden geldt).

Periodieke verhoging: het verschil tussen twee opeenvolgende bedragen in één salarisschaal.

Salaris: het salaris, als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder b, van de Car-Uwo;

Salarisschaal: de schaal als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder a, van de Car-Uwo, opgenomen in bijlage IIa van die regeling.

Standaardregeling: onder de Standaardregeling vallen alle ambtenaren die zelf regelruimte hebben over hun werktijden. Met regelruimte wordt bedoeld dat de ambtenaar die (enige) vrijheid heeft bij het bepalen van zijn werktijden.

Uurloon: het uurloon als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder o, van de Car-Uwo;

Volledige functie: de betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder k, van de Car-Uwo.

II Salaris

Recht op salaris/ bezoldiging

Artikel 2
  • 1.

    Het recht op salaris/ bezoldiging vangt aan met de dag waarop de aanstelling van de ambtenaar ingaat. Indien in het aanstellingsbesluit geen datum van ingang is vermeld, vangt het recht op salaris/ bezoldiging aan op de dag waarop de ambtenaar feitelijk zijn/ haar werkzaamheden heeft aangevangen.

  • 2.

    Het salaris/ de bezoldiging wordt per maand uitbetaald.

  • 3.

    Het recht op salaris/ de bezoldiging eindigt, in geval van ontslag, met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat.

Gebroken tijdvakken

Artikel 3

Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.

Onvolledige functie (deeltijd functie)

Artikel 4

Het salaris van de ambtenaar met een onvolledige functie (deeltijd functie) wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem/ haar zou gelden bij een volledige functie.

Salarisbedragen

Artikel 5

De salarissen van de ambtenaren, waarvan het salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage IIa (nieuwe structuur) van de Car-Uwo.

Artikel 6
  • 1.

    Het college bepaalt met inachtneming van de resultaten van de functiewaardering en aan de hand van de vastgestelde conversie de voor de ambtenaar geldende salarisschaal, tenzij zijn/ haar wijze van functioneren zich nog daartegen verzet.

  • 2.

    Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van de functiewaardering en de daarbij te hanteren methode.

  • 3.

    Anders dan bij het aanvaarden van passende of gangbare arbeid, dan wel bij wijze van disciplinaire straf, als bedoeld in de Car-Uwo, kan zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de al voor hem/ haar geldende salarisschaal.

Inschaling bij indiensttreding

Artikel 7
  • 1.

    De ambtenaar die nieuw in dienst treedt wordt ingeschaald in de voor de functie geldende salarisschaal. Het toekennen van het aantal periodieken binnen die salarisschaal is afhankelijk van de mate van het voldoen aan de gestelde eisen (aantoonbare relevante kennis, competenties en ervaring) voor de functie en de verwachting dat hij/ zij de functie naar voldoening zal vervullen.

  • 2.

    Wanneer de ambtenaar niet aan de gestelde eisen voor de functie voldoet op het gebied van kennis, competenties, ervaring of er nog geen juist beeld is van zijn/ haar wijze van functioneren, kan hij/ zij worden ingeschaald in de aanloopschaal.

  • 3.

    Als er sprake is van het ontbreken van de benodigde kennis, competenties, ervaring of in beperkte mate aanwezig is, kan inschaling plaatsvinden in een lagere salarisschaal dan de aanloopschaal.

Periodieke verhoging van het salaris

Artikel 8
  • 1.

    Het salaris van de ambtenaar die voldoende functioneert wordt, binnen de voor hem/ haar geldende salarisschaal, jaarlijks periodiek verhoogd tot het naast hogere bedrag.

  • 2.

    De periodieke verhogingen worden toegekend aan de ambtenaar, die het maximumsalaris van de voor hem/ haar geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, voor de eerste maal na twaalf maanden van indiensttreding en vervolgens steeds na een periode van twaalf maanden na indiensttreding.

  • 3.

    Het tijdstip, zoals genoemd in lid 2, voor het toekennen van de eerste periodieke verhoging kan worden vervroegd aan de hand van een beoordeling.

  • 4.

    Het tijdstip, zoals genoemd in lid 2, voor het toekennen van de eerste periodieke verhoging bij het inschalen van de ambtenaar in een nieuwe hogere inschaling als gevolg van functiewaardering wordt bepaald op de datum van ingang van de nieuwe hogere inschaling.

  • 5.

    Als er in een betreffend jaar niet meer dan zes maanden arbeid is verricht, kan het college bepalen, dat niet kan worden vastgesteld of er sprake is van voldoende functioneren in de zin van lid 1. Als dit het geval is, wordt de toekenning van de jaarlijkse periodieke verhoging opgeschort.

Extra periodieke verhoging van het salaris

Artikel 9
  • 1.

    Aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem/ haar geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan een extra periodieke salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris, worden toegekend als hij/ zij structureel blijkt geeft van een uitstekende functievervulling of hij/ zij sneller groeit in de uitoefening van de functie dan normaliter mocht worden verwacht.

  • 2.

    Bij de toepassing van het vorige lid blijft het tijdstip waarop ingevolge artikel 8, lid 2, een salarisverhoging wordt toegekend ongewijzigd, tenzij anders wordt besloten.

Geen periodieke verhoging

Artikel 10
  • 1.

    Als de ambtenaar onvoldoende functioneert, kan worden bepaald dat voor hem/ haar de in artikel 8 bedoelde periodieke verhoging van het salaris achterwege wordt gelaten. Het onvoldoende functioneren dient te blijken uit een opgestelde en besproken beoordeling.

  • 2.

    Nadien kan worden bepaald dat de periodieke salarisverhoging, welke met toepassing van het eerste lid achterwege is gelaten, al dan niet met terugwerkende kracht alsnog wordt toegekend.

  • 3.

    Als er een besluit wordt genomen over het toepassen van lid 1, wordt de ambtenaar daarvan zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte gesteld. Dit gebeurt in ieder geval vóór de datum waarop anders de periodieke salarisverhoging zou zijn ingegaan. Deze schriftelijke mededeling bevat tevens de redenen voor het betreffende besluit.

Van lagere schaal naar aanloopschaal

Artikel 11
  • 1.

    De ambtenaar die is ingeschaald in een lagere schaal dan de aanloopschaal wordt ingeschaald in de aanloopschaal, wanneer hij/ zij beter voldoet aan de gestelde eisen voor de functie op het gebied van kennis, competenties, ervaring, maar de functie nog niet volledig en naar voldoening uitoefent. Het besluit tot inschaling in de aanloopschaal vindt plaats aan de hand van een vastgestelde beoordeling van de betrokken ambtenaar.

  • 2.

    Wanneer de ambtenaar van een lagere schaal naar de aanloopschaal gaat, wordt het salaris in de aanloopschaal vastgesteld op hetzelfde bedrag of op het bedrag onmiddellijk gelegen boven het salaris dat de ambtenaar in de lagere schaal heeft en vervolgens verhoogd met één periodiek. De periodieke verhoging als bedoeld in artikel 8, lid 2, komt eenmalig te vervallen.

Van aanloopschaal naar functionele schaal

Artikel 12
  • 1.

    De ambtenaar die is ingeschaald in de aanloopschaal wordt in principe na één jaar ingeschaald in de functionele schaal, onder de voorwaarde dat hij/ zij voldoet aan de gestelde eisen voor de functie en de functie volledig en naar voldoening uitoefent. Het besluit tot inschaling in de functionele schaal vindt plaats aan de hand van een vastgestelde beoordeling van de betrokken ambtenaar.

  • 2.

    Wanneer de ambtenaar van aanloopschaal naar functionele schaal gaat, wordt het salaris in de functionele schaal vastgesteld op hetzelfde bedrag of op het bedrag onmiddellijk gelegen boven het salaris dat de ambtenaar in de aanloopschaal heeft en vervolgens vermeerderd met één periodiek. De periodieke verhoging als bedoeld in artikel 8, lid 2, komt eenmalig te vervallen.

Naar hogere schaal als gevolg van bevordering

Artikel 13

Wanneer voor de ambtenaar een salarisschaal gaat gelden met een hoger maximumsalaris als gevolg van een bevordering, wordt het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op hetzelfde bedrag of op het bedrag onmiddellijk gelegen boven het salaris dat de ambtenaar in de oude schaal zou hebben genoten en vervolgens verhoogd met één periodiek. De periodieke verhoging als bedoeld in artikel 8, lid 2, komt eenmalig te vervallen.

Naar hogere schaal als gevolg van functiewaardering

Artikel 14
  • 1.

    Wanneer voor de ambtenaar een salarisschaal gaat gelden met een hoger maximumsalaris als gevolg van functiewaardering, wordt het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op hetzelfde bedrag of op het bedrag onmiddellijk gelegen boven het salaris dat de ambtenaar in de oude schaal zou hebben genoten met inachtneming van lid 2 t/m lid 4.

  • 2.

    De vooruitgang in salaris ten gevolge van de indeling in de schaal met een hoger maximumsalaris mag niet minder bedragen dan 75% van de normale periodieke verhoging van de schaal waarin de ambtenaar was ingedeeld.

  • 3.

    Indien de ambtenaar in de oude schaal meer dan één jaar het maximumsalaris heeft genoten, dan ontvangt hij/zij één periodieke verhoging op het moment van inschaling in de nieuwe schaal.

  • 4.

    Lid 2 van dit artikel wordt niet toegepast als hierdoor het maximum van de nieuwe salarisschaal wordt overschreden.

Garantiebepalingen

Artikel 15
  • 1.

    De ambtenaar die als gevolg van een interne organisatiewijziging wordt overgeplaatst naar een andere functie binnen de gemeentelijke organisatie, behoudt (op basis van het bepaalde in het Sociaal Statuut) recht op het salaris en het salarisperspectief, zoals die voor hem/ haar/ haar golden in de oude functie.

  • 2.

    De ambtenaar aan wie een bepaald salaris, bezoldiging of toelagen is gegarandeerd op basis van de voorgaande regelingen omtrent salaris, bezoldiging of toelagen, behoudt deze tenzij daarover afspraken voor afbouw worden overeengekomen.

  • 3.

    De garantietoelage komt geheel te vervallen bij bevordering naar een hogere salarisschaal of als gevolg van een inschaling in een hogere salarisschaal als gevolg van functiewaardering. Indien mogelijk wordt de garantietoelage volledig opgenomen (gecompenseerd) in de inschaling in de hogere salarisschaal. Mocht de garantietoelage niet geheel kunnen worden opgenomen (gecompenseerd), dan behoudt de ambtenaar het verschil aan salaris als garantietoelage.

III Instrumenten flexibele beloning

Individuele beloning bij geleverde arbeidsprestatie

Artikel 16
  • 1.

    Door het college kan aan de ambtenaar direct na een geleverde arbeidsprestatie een beloning worden toegekend.

  • 2.

    Een beloning op basis van lid 1 van dit artikel bedraagt maximaal € 100,00 netto en wordt toegekend als er sprake is van:

    • a.

      een aantoonbare arbeidsprestatie die uitstijgt boven wat normaliter aan arbeidsprestatie van de ambtenaar mag worden verwacht.

    • b.

      extra inzet of inspanning(en) gedurende een bepaalde periode naast het reguliere werk.

Deze beloning wordt uitgekeerd in de vorm van een gratificatie, een bloemetje, een (diner)bon, een etentje, verlofuren, een tegemoetkoming voor het volgen een workshop/ seminar/ opleiding dan wel het aanbieden van een uitdagende klus op verzoek van de medewerker. De vorm van beloning wordt in overleg met de betrokken medewerker bepaald.

  • 3.

    Op gemotiveerde voordracht van het afdelingshoofd of de gemeentesecretaris kan, na bespreking in het managementteam, aan de ambtenaar een beloning worden toegekend vanwege bijzondere verdienstelijkheid.

  • 4.

    Een beloning op basis van lid 3 van dit artikel bedraagt of € 250,00 netto of

    € 500,00 netto en wordt toegekend als er sprake is van:

    • a.

      meer dan gemiddeld effectief presteren in een bepaalde taak of probleemsituatie op een voor de omgeving herkenbare wijze.

    • b.

      bijzondere initiatieven in het werk (o.a. voorbeeldgedrag) of bijzondere extra inzet naast het reguliere werk met een hoge mate van flexibiliteit.

    • c.

      het tijdelijk verrichten van werkzaamheden van een hoger niveau, zonder dat de ambtenaar in aanmerking komt voor een waarnemingstoelage op basis van artikel 3:1:2 van de Car-Uwo.

Deze beloning wordt uitgekeerd in de vorm van een gratificatie, een bloemetje, een (diner)bon, een etentje, verlofuren, een tegemoetkoming voor het volgen een workshop/ seminar/ opleiding dan wel het aanbieden van een uitdagende klus op verzoek van de medewerker. De vorm van beloning wordt in overleg met de betrokken medewerker bepaald.

  • 5.

    De toegekende individuele beloningen worden met motivatie voor periodieke toetsing voorgelegd aan de gemeentesecretaris dan wel het managementteam.

  • 6.

    Periodiek worden de toegekende individuele beloningen met motivatie door de betreffende leidinggevende bekend gemaakt via intranet.

Groepsbeloning bij geleverde arbeidsprestatie

Artikel 17
  • 1.

    Door het college kan aan een groep ambtenaren direct na een geleverde arbeidsprestatie een beloning worden toegekend.

  • 2.

    Een beloning op basis van lid 1 van dit artikel bedraagt maximaal € 100,00 netto per persoon en wordt toegekend als er sprake is van:

    • a.

      een aantoonbare collectieve arbeidsprestatie die uitstijgt boven wat normaliter aan arbeidsprestatie van de betreffende groep van ambtenaren mag worden verwacht.

    • b.

      collectieve extra inzet of inspanning(en) gedurende een bepaalde periode naast het reguliere werk van een groep ambtenaren.

  • 3.

    De toegekende groepsbeloningen worden met motivatie voor periodieke toetsing voorgelegd aan de gemeentesecretaris dan wel het managementteam.

  • 4.

    Periodiek worden de toegekende groepsbeloningen met motivatie door de leidinggevende bekend gemaakt via intranet.

Tijdelijke persoonlijke toelage bij langer dan één jaar bijzonder presteren

Artikel 18
  • 1.

    Aan de ambtenaar die bijzonder heeft gepresteerd binnen zijn functie gedurende een tijdvak van minimaal één jaar, kan door het college een tijdelijke persoonlijke toelage worden toegekend.

  • 2.

    Er is sprake van een bijzondere individuele prestatie als bedoeld in lid 1, indien:

    • a.

      de ambtenaar één of meerdere taken van zijn/ haar eigen functie op uitzonderlijk goede wijze heeft verricht gedurende een tijdvak van minimaal één jaar.

    • b.

      de ambtenaar in opdracht van of met instemming van de direct leidinggevende tijdelijk werkzaamheden heeft verricht, welke van een hoger niveau zijn dan het niveau van zijn/ haar eigen functie, zonder dat er sprake is van waarneming gedurende een tijdvak van minimaal één jaar.

  • 3.

    De in het eerste lid bedoelde toelage wordt ten hoogste eenmaal binnen een tijdvak van één jaar toegekend. De ambtenaar kan ten hoogste twee achtereenvolgende jaren voor een tijdelijke persoonlijke toelage in aanmerking komen.

  • 4.

    De toekenning vindt plaats op basis van een vastgestelde beoordeling van de betrokken ambtenaar, waarin is aangetekend of waaruit blijkt dat er sprake is van een prestatie als bedoeld in lid 2.

  • 5.

    De hoogte van deze tijdelijke persoonlijke toelage bedraagt 5% van het voor de ambtenaar geldende salarisbedrag per maand gedurende een periode van één jaar.

  • 6.

    Periodiek worden de toegekende tijdelijke persoonlijke toelagen met motivatie bekend gemaakt via intranet.

Structurele persoonlijke toelage na bereiken maximum functionele schaal

Artikel 19
  • 1.

    Aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem/ haar geldende salarisschaal heeft bereikt, kan door het college een structurele persoonlijke toelage, worden toegekend, als de ambtenaar, naar het oordeel van het college, blijk heeft gegeven van het op langdurige uitzonderlijke goede wijze vervullen van de functie. Onder langdurig wordt verstaan minimaal drie jaar.

  • 2.

    Het toekennen van een structurele persoonlijke toelage na het bereiken van het maximum van de functionele schaal vindt plaats op basis van ten minste drie vastgestelde beoordelingen van de betrokken ambtenaar, waarin bij elke personeelsbeoordeling is aangetekend of waaruit blijkt dat sprake is van een bijzondere langdurige uitoefening van de eigen functie.

  • 3.

    De in het eerste lid bedoelde toelage bedraagt 10% van het salaris van de betrokken ambtenaar, waarbij het maximum van de naast hogere salarisschaal niet mag worden overschreden.

  • 4.

    De in het eerste lid bedoelde toelage wordt ingetrokken, als de gronden waarop de toelage werd toegekend niet meer aanwezig zijn, tenzij het college van oordeel is dat er omstandigheden zijn om de toelage geheel of gedeeltelijk te handhaven.

  • 5.

    De ambtenaar die op grond van een eerdere geldende regeling een persoonlijke toelage, zoals in dit artikel is bedoeld, is toegekend, behoudt deze toelage, tenzij de ambtenaar wordt bevorderd naar een hoger salarisniveau of op basis van functiewaardering wordt ingeschaald in een hoger salarisniveau. Mocht de toegekende persoonlijke toelage niet geheel kunnen worden opgenomen (gecompenseerd), dan behoudt de ambtenaar het verschil aan salaris in de vorm van een garantietoelage.

  • 6.

    Periodiek worden de toegekende structurele persoonlijke toelagen met motivatie bekend gemaakt via intranet.

Arbeidsmarkttoelage en bindingspremie

Artikel 20
  • 1.

    Aan de ambtenaar kan door het college om redenen van werving of behoud een arbeidsmarkttoelage respectievelijk bindingspremie worden toegekend, wanneer het niet mogelijk blijkt om zonder toekenning hiervan een functie op adequate wijze in te vullen of te blijven invullen wegens een krapte op de arbeidsmarkt.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde toelage/ premie wordt tijdelijk toegekend voor een tijdvak dat tevoren is vastgesteld met een maximum van drie jaar. De in het eerste lid bedoelde toelage/ premie kan bij hoge uitzondering structureel worden toegekend.

  • 3.

    De hoogte van de toelage/ premie als bedoeld in het eerste lid bedraagt maximaal het verschil tussen het maximum van de functionele schaal en het maximum van de naaste hogere salarisschaal.

  • 4.

    De toelage als bedoeld in het eerste lid eindigt op de ingevolge het tweede lid vastgestelde vervaldatum. Wanneer de arbeidsmarktsituatie waarop de toelage is gebaseerd nog steeds bestaat, kan opnieuw een toelage als bedoeld in het eerste lid aan de ambtenaar worden toegekend.

Geen afbouwregeling

Artikel 21

Bij het beëindigen van de instrumenten van flexibele beloning als bedoeld in de artikelen 18 t/m 20 wordt geen afbouwregeling toegepast.

IV Overige toelagen en vergoedingen

Oplegprofiel

Artikel 22
  • 1.

    Aan de ambtenaren die de functie van coördinator uitoefenen, wordt een oplegprofiel toegekend van 8% van het voor hun vastgestelde bruto maandsalaris.

  • 2.

    Aan de ambtenaar die is aangewezen als eerste loco gemeentesecretaris wordt een oplegprofiel toegekend van 8% van het voor hem/ haar vastgestelde bruto maandsalaris.

  • 3.

    Aan de ambtenaar die is aangewezen als tweede loco gemeentesecretaris wordt een oplegprofiel toegekend van 4% van het voor hem/ haar vastgestelde bruto maandsalaris.

  • 4.

    Het oplegprofiel zoals opgenomen in lid 1 t/m 3 vervalt zodra de ambtenaar niet langer is geplaatst in de functie van coördinator of niet langer is aangewezen als eerste of tweede loco gemeentesecretaris.

Waarnemingstoelage

Artikel 23

Een waarnemingstoelage wordt toegekend op basis van artikel 3:1:2 van de Car-Uwo.

Overwerkvergoeding

Artikel 24
  • 1.

    De ambtenaar die valt onder de bijzondere regeling werktijden als bedoeld in artikel 4:3 van de Car-Uwo heeft recht op een vergoeding voor overwerk op basis van artikel 3:2:1, vijfde lid van de Car-Uwo. Het overwerk wordt per maand of per kwartaal gedeclareerd. De uren van overwerk worden in tijd uitgekeerd en de overwerktoeslag wordt uitbetaald, tenzij anders wordt overeengekomen.

  • 2.

    Werkzaamheden buiten de normale werktijd in het kader van de gladheidbestrijding en rampenbestrijding, inclusief oefeningen, vallen onder de overwerkvergoeding.

Buitendagvenstervergoeding

Artikel 24A
  • 1.

    De ambtenaar die valt onder de standaardregeling werktijden en die aangewezen is voor het verrichten van beschikbaarheidsdiensten als bedoeld in artikel 2:1B, tweede lid, onderdeel c, heeft over de uren buiten het dagvenster (maandag tot en met vrijdag van 07.00 tot 22.00 uur) dat hij daadwerkelijk arbeid verricht recht op een buitendagvenstervergoeding.

  • 2.

    De ambtenaar die valt onder de standaardregeling voor de werktijden en die door het college aangewezen is om arbeid te verrichten buiten het dagvenster (maandag tot en met vrijdag van 07.00 tot 22.00 uur) als bedoeld in artikel 4:2, tweede lid, heeft recht op een buitendagvenstervergoeding.

  • 3.

    De hoogte van de buitendagvenstervergoeding is bepaald in artikel 3:8 van de Car-Uwo.

  • 4.

    De ambtenaar die een functie bekleedt waaraan een functieschaal niveau 11 of hoger verbonden is, heeft geen recht op een buitendagvenstervergoeding.

Vergoeding onregelmatige dienst

Artikel 25
  • 1.

    De ambtenaar die valt onder de bijzondere regeling werktijden als bedoeld in artikel 4:3 van de Car-Uwo heeft recht op een vergoeding op de werktijd vastgesteld op:

    • a.

      Maandag tot en met vrijdag tussen 0.00 en 08.00 uur en tussen 18.00 en 24.00 uur;

    • b.

      Zaterdag tussen 0.00 en 24.00 uur;

    • c.

      Zondag tussen 0.00 en 24.00 uur.

  • 2.

    De vergoeding als bedoeld in het eerste lid bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de ambtenaar geldende salaris per uur tot het maximum van salarisniveau 7 en wel:

    • a.

      20% voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 6.00 en 8.00 uur en tussen 18.00 en 22.00 uur;

    • b.

      30% voor uren op zaterdag tussen 6.00 en 22.00 uur;

    • c.

      40% voor de uren op maandag tot en met zaterdag tussen 0.00 en 6.00 uur en tussen 22.00 en 24.00 uur;

    • d.

      45% voor de uren op zondag en op de feestdagen genoemd in artikel 4:5 , derde lid, van de Car-Uwo.

  • 3.

    Voor de in het vorige lid onder a genoemde morgen- en avonduren wordt de vergoeding slechts toegekend, indien de arbeid is aangevangen vóór 7.00 uur, respectievelijk is beëindigd na 19.00 uur.

  • 4.

    In bijzondere gevallen kan een regeling worden getroffen die het bepaalde in de vorige leden aanvult of daarvan afwijkt.

  • 5.

    Bij arbeidsongeschiktheid langer dan 30 dagen komt deze toelage bij voortduring van de arbeidsongeschiktheid te vervallen.

Inconveniëntentoelage *

Artikel 26
  • 1.

    Aan de ambtenaar die werkzaamheden verricht waaraan bezwarende arbeidsomstandigheden zijn verbonden, wordt een inconveniëntentoelage toegekend.

  • 2.

    De vaststelling van de functies en de ambtenaren, die voor toekenning van de in het eerste lid bedoelde toelage in aanmerking komen, worden door het college bepaald.

  • 3.

    De inconveniëntentoelage bedraagt € 68,00 bruto per maand. .

  • 4.

    De ambtenaar die deze toelage ten minste gedurende één jaar heeft genoten, behoudt bij arbeidsongeschiktheid langer dan 30 dagen deze toelage gedurende maximaal 12 maanden.

* Vanaf 1 oktober 2011 wordt geen inconveniëntentoelage meer toegekend voor nieuw in dienst tredende medewerkers werkzaam bij de buitendienst en voor nieuw in dienst tredende vakmannen werkzaam bij Interne Zaken. Uit gehouden arbeidsdeskundig onderzoek is gebleken dat er geen dusdanige bezwarende omstandigheden zijn, die een dergelijke toelage rechtvaardigen. De inconveniëntentoelage wordt alleen nog toegekend aan toezichthouders en boa’s in afwachting van de regionalisering.

Consignatiediensten ten behoeve van gladheidbestrijding

Artikel 27
  • 1.

    De ambtenaar die valt onder de bijzondere regeling werktijden als bedoeld in artikel 4:3 van de Car-Uwo die is aangewezen om buiten de volgens voor hem/ haar geldende werktijden bereikbaar en beschikbaar te zijn voor het bij oproep verrichten van werkzaamheden in het kader van gladheidbestrijding (controle gladheid/ strooiwerkzaamheden) gedurende de winterperiode wordt een vergoeding toegekend.

  • 2.

    De toelage als bedoeld in het eerste lid van dit artikel bedraagt:

    5% voor de uren op maandag tot en met vrijdag

    10% voor de uren op zaterdag, zondag en op algemeen erkende feestdagen van het maximum bruto maandsalaris van salarisschaal 7 per maand.

  • 3.

    Indien de ambtenaar gedurende de consignatiedienst daadwerkelijk ter plaatse arbeid bij oproep verricht, ontvangt hij/ zij daarvoor een overwerkvergoeding op basis van zijn/ haar geldend bruto maandsalaris, overeenkomstig het bepaalde in 3:2:1, vijfde lid van de Car-Uwo.

  • 4.

    Wanneer de weersomstandigheden zodanig zijn, dat redelijkerwijs vorst dan wel gladheid is te verwachten, dan dient de dienstdoende ambtenaar binnen dertig minuten op de voor hem bestemde werkplek te zijn.

Consignatiediensten ter opvang van calamiteiten of storingen openbare ruimten en gebouwen

Artikel 28
  • 1.

    De ambtenaar die valt onder de bijzondere regeling werktijden als bedoeld in artikel 4:3 van de Car-Uwo die is aangewezen om buiten de volgens voor hem/ haar geldende werktijden bereikbaar en beschikbaar te zijn voor oproepen ter opvang van calamiteiten of storingen wordt een toelage toegekend.

  • 2.

    De toelage als bedoeld in het eerste lid van dit artikel bedraagt:

    5% voor de uren op maandag tot en met vrijdag

    10% voor de uren op zaterdag, zondag en op algemeen erkende feestdagen van het maximum bruto maandsalaris van salarisschaal 7 per maand.

  • 3.

    Indien de ambtenaar gedurende de consignatiedienst daadwerkelijk ter plaatse arbeid bij oproep verricht, ontvangt hij/ zij daarvoor een overwerkvergoeding op basis van zijn/ haar geldend bruto maandsalaris, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3:2:1, vijfde lid, van de Car-Uwo.

Piketregeling voor ambtenaar openbare veiligheid (AOV)

Artikel 29
  • 1.

    De ambtenaar die valt onder de bijzondere regeling werktijden als bedoeld in artikel 4:3 van de Car-Uwo die is aangewezen om buiten de volgens voor hem/ haar geldende werktijden bereikbaar en beschikbaar te zijn voor oproepen in het kader van veiligheid wordt een toelage toegekend.

  • 2.

    De toelage als bedoeld in het eerste lid van dit artikel bedraagt:

    2,5% voor de uren op maandag tot en met vrijdag

5% voor de uren op zaterdag, zondag en op algemeen erkende feestdagen van het maximum bruto maandsalaris van salarisschaal 7 per maand.

3.Indien de ambtenaar gedurende de consignatiedienst daadwerkelijk ter plaatse arbeid bij oproep verricht, ontvangt hij/ zij daarvoor een overwerkvergoeding op basis van zijn/ haar geldend bruto maandsalaris, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3:2:1, vijfde lid, van de Car-Uwo.

Toelage bedrijfshulpverlening/ Agressie Interventieteam

Artikel 30
  • 1.

    Aan de ambtenaren die zijn aangewezen als bedrijfshulpverlener of lid zijn van het Agressie Interventieteam wordt een toelage uitgekeerd van € 13,50 bruto per maand oftewel € 162,00 bruto per jaar.

  • 2.

    De toelage als bedoeld in lid 1, wordt verhoogd met het percentage van de stijging van de algemene salarisverhoging zoals wordt overeengekomen voor de CAO van de sector gemeenten.

  • 3.

    Bij arbeidsongeschiktheid langer dan 30 dagen komt deze toelage bij voortduring van de arbeidsongeschiktheid te vervallen.

Afbouw toelage

Artikel 31
  • 1.

    Aan de ambtenaar van wie de bezoldiging een blijvende verlaging ondergaat, als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage, als bedoeld in de artikelen 25 t/m 28 van dit besluit, wordt een afbouw van de toelage toegekend.

  • 2.

    De afbouw van de in het eerste lid bedoelde toelagen kent het volgende verloop:

    • a.

      het eerste jaar ontvangt de ambtenaar 100%,

    • b.

      het tweede jaar ontvangt de ambtenaar 75%,

    • c.

      het derde jaar ontvangt de ambtenaar 50%,

    • d.

      het vierde jaar ontvangt de ambtenaar 25%,

      van de daling van de bezoldiging, die het gevolg is van het vervallen van de toelage(n).

  • 3.

    In afwijking van lid 1 behoudt de ambtenaar de toelage als bedoeld in artikelen 25 t/m 28 indien hij/ zij die toelage ten minste 10 jaar zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

  • 4.

    Onder wezenlijke onderbreking wordt verstaan een onderbreking van langer dan twee maanden.

V Overige bepalingen

Onvoorziene gevallen

Artikel 32

Voor gevallen waarin dit besluit niet of niet naar billijkheid voorziet, treft het college een bijzondere regeling nadat de commissie voor Georganiseerd Overleg hierover is geraadpleegd.

Slotbepalingen

Artikel 33
  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 maart 2014.

  • 2.

    Deze regeling wordt aangehaald als Bezoldigingsregeling Uden 2014;

  • 3.

    De Bezoldigingsregeling Uden versie maart 2013 is ingetrokken op de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

Uden, 11 februari 2014

Burgemeester en wethouders van Uden

de secretaris

de burgemeester

 

 

mr. J.M. Smarius

drs. H.A.G. Hellegers

Namens de vertegenwoordigers van de werknemersdelegatie van de commissie GO

CNV Publieke Zaak, AbvaKabo/ FNV,