Organisatie | Schagen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening burgerinitiatief gemeente Schagen 2014 |
Citeertitel | Verordening Burgerinitiatief Schagen 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Burgerinitiatief |
Geen
Gemeentewet, artikelen 147 en 149
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-03-2014 | Nieuwe regeling | 25-02-2014 | 2014-09 |
De raad van de gemeente Schagen,
overwegende, dat het gewenst is de betrokkenheid van de bevolking bij de uitoefening van de taak van de gemeenteraad te vergroten door invoering van een zogenoemd burgerinitiatief;
gelet op artikel 147 en 149 van de Gemeentewet;
vast te stellen de verordening burgerinitiatief gemeente Schagen 2014.
In deze verordening wordt verstaan onder een burgerinitiatiefvoorstel: een voorstel van een initiatiefgerechtigde om een onderwerp op de agenda van de vergadering van de raad te plaatsen.
Artikel 4 Uitgezonderd van burgerinitiatief
Een burgerinitiatiefvoorstel kan geen betrekking hebben op:
a. een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van het gemeentebestuur;
b. een vraag over het gemeentelijk beleid;
c. een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;
d. een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur, of;
e.een onderwerp waarover tijdens de raadsperiode waarin indiening van het voorstel plaatsvindt door de raad een besluit is genomen, tenzij nieuwe argumenten tot een nieuwe afweging zouden kunnen leiden.
Een burgerinitiatief over een onderwerp of voorstel dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad, maar wel valt onder de bevoegdheid van het gemeentebestuur, zal door de raad, eventueelvergezeld van zijn advies, worden doorgezonden naar het college of naar de burgemeester in de hoedanigheid van portefeuillehouder.
Artikel 5 Vereisten burgerinitiatiefvoorstel
Het verzoek ter plaatsing van een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de raad. Formulieren voor indiening van een burgerinitiatief zijn bij de griffie verkrijgbaar en kunnen – na invulling – weer bij diezelfde griffie worden ingediend. De griffie zal de initiatiefnemer gedurende de verdere procedure adviseren en begeleiden.
a. een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatiefvoorstel;
b. een toelichting op het burgerinitiatiefvoorstel;
c. de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening(en) van de intiatiefnemer(s);
d. een lijst met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen;
e. bij toepassing van artikel 3, lid 1, sub b, een aanduiding van het eigendomsrecht.
Artikel 6 Behandeling door de raad
De raad agendeert het burgerinitiatief voor zijn eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het initiatief, indien het voldoet aan de vereisten zoals gesteld in artikel 5. Er dient ten minste twee weken te liggen tussen de dag van indiening van het burgerinitiatief en de dag van de vergadering waarin over het burgerinitiatief wordt beslist.
In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van deze verordening, beslist de raad op voorstel van de voorzitter.
Aldus besloten in de vergadering van 25 februari 2014.
De raad van de gemeente Schagen,
griffier voorzitter
Mevrouw E. Zwagerman Mevrouw M.J.P. van Kampen - Nouwen
Toelichting modelbepalingen burgerinitiatief
"Het burgerinitiatief geeft burgers het recht om zelf direct onderwerpen letterlijk op de politieke agenda te plaatsen en daarmee hun vertegenwoordigers voor een keuze te plaatsen. Ik beveel het burgerinitiatief van harte aan bij alle gemeentebestuurders die zich zorgen maken over hun band met de kiezers."
Dit zei toenmalig minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties Klaas de Vries op 7 juni 2000 tijdens het jaarlijkse VNG-congres. Doel van de minister was om gemeenten aan te moedigen het burgerinitiatief in te voeren en zo burgers een extra kanaal te bieden om de representatieve democratie te beïnvloeden. Het burgerinitiatief is bedoeld als verbindingsschakel tussen de representatieve en de participatieve democratie. De directe invloed van burgers versterkt de (legitimiteit van de) besluitvorming in de raad. Het burgerinitiatief is één van de mogelijkheden om participatie van burgers bij de beleidsvorming en besluitvorming door de gemeenteraad te stimuleren.
Het burgerinitiatief is een uitgewerkte vorm van het petitierecht – het in de Grondwet vastgelegde recht voor eenieder een schriftelijk verzoek in te dienen bij het bevoegd gezag. Het verschilt ervan doordat de raad zich verplicht door burgers – procedureel correct – ingediende onderwerpen of voorstellen op zijn agenda te zetten en te behandelen. Het burgerinitiatief kan op die manier de participatie en betrokkenheid van burgers vergroten en geeft hen de mogelijkheid direct invloed uit te oefenen op de politieke agenda. Onderwerpen die de gemeenteraad naar hun idee zou moeten agenderen, maar die door de raad (nog) niet zijn opgepakt, kunnen met inachtneming van bepaalde voorwaarden op de raadsagenda worden geplaatst. Natuurlijk hebben burgers ook andere mogelijkheden om te participeren in politieke besluitvormingsprocessen, zoals inspraak of interactieve beleidsvorming. Inspraak wil zeggen dat de politiek een (concept)voorstel doet, waarna burgers hun mening over dat voorstel kunnen geven.
Interactief beleid houdt in dat de politiek burgers in een vroeg stadium vraagt mee te denken over een onderwerp. Idealiter speelt de mening van de burgers een belangrijke rol in het uiteindelijke besluit of beleid. Zowel inspraak als interactief beleid is bedoeld om het draagvlak voor beleid te vergroten. In beide gevallen ligt het initiatief om de burger bij het beleid te betrekken bij de politiek. Het burgerinitiatief legt het initiatief echter bij de burger zelf.
Het burgerinitiatief is een instrument voor burgers om een nieuw onderwerp of voorstel op de agenda van de raad te plaatsen. De raad moet vervolgens over dit punt beraadslagen, mits aan de gestelde voorwaarden is voldaan.
Om het burgerinitiatief een volwaardige plaats in het democratisch bestel te geven en om de participatie en betrokkenheid van burgers daadwerkelijk te vergroten, dient het burgerinitiatief zo laagdrempelig mogelijk te zijn en met zo min mogelijk voorwaarden omgeven. De voorwaarde, dat het om nieuwe voorstellen of onderwerpen dient te gaan, voorkomt dat voorstellen die reeds door de raad zijn afgehandeld opnieuw op de agenda komen.
Oorspronkelijk was als voorwaarde voor een burgerinitiatief geformuleerd dat het alleen zou kunnen gaan om onderwerpen waarover de gemeenteraad bevoegd is. Beleidsterreinen waarover het college of de burgemeester (als portefeuillehouder) bevoegd is, konden derhalve geen onderwerp van een burgerinitiatief zijn. Vanuit het perspectief van de burger beperkt dit – nogal procedurele – onderscheid zijn recht onderwerpen of voorstellen op de politieke agenda te plaatsen. Uit het oogpunt van helderheid en duidelijkheid is het van belang dat de burger zich slechts tot één loket hoeft te wenden. Het ligt voor de hand de gemeenteraad dit loket te laten zijn. Vervolgens is het aan de gemeenteraad, het college of de burgemeester om burgerinitiatieven die zich richten op onderwerpen waarover het college of de burgemeester bevoegd is, in goede banen te leiden.
Het burgerinitiatief is een instrument om de volksvertegenwoordigende functie van de raad te versterken; één van de beoogde effecten van de dualisering. Deze meer externe oriëntatie van de raad wordt gestimuleerd door verschillende wettelijke maatregelen. Zo kunnen raadsleden hun recht van initiatief gebruiken om signalen uit de samenleving te vertalen in concrete voorstellen. Door de concentratie van bestuursbevoegdheden bij het college kunnen raadsleden zich beter richten op wat één van hun kerntaken hoort te zijn: zich oriënteren op wat er leeft in de gemeente. Door de invoering van het burgerinitiatief is het vertalen van geluiden uit de samenleving niet langer het alleenrecht van raadsleden. Burgers hebben nu zelf het recht om publieke agendapunten tot onderdeel van de politieke agenda te maken. Het burgerinitiatief biedt een extra kanaal waarlangs zaken die in de samenleving leven, hun weg naar de gemeentelijke politiek kunnen vinden.
2. Het burgerinitiatief is een activiteit van één of meer burgers
• gericht op bevordering van het algemeen belang;
• die een meerwaarde voor de gemeenschap heeft;
• die in het publieke domein plaatsvindt;
• waarbij de overheid op enig moment een rol speelt,
• maar waarbij de initiatiefnemers "geestelijk eigenaar" van het initiatief blijven.
Essentieel voor het burgerinitiatief is dat de initiatiefnemers "geestelijk eigenaar" blijven. De rol van de overheid is slechts faciliterend. Het is voor de politiek niet mogelijk een voorstel zonder toestemming van de initiatiefnemers aan te passen of (onherkenbaar) te veranderen. De burgers zullen hun eigen idee dus altijd kunnen blijven herkennen.
2.2 De bevoegdheden van de raad
Het burgerinitiatief is een instrument om de positie van de raad te versterken, omdat het de legitimiteit van raadsbesluiten vergroot en omdat het de betrokkenheid van burgers bij de gemeentelijke politiek wezenlijk inhoud geeft.
Het burgerinitiatief tast in zekere mate de bevoegdheid van de gekozen raad aan om de eigen agenda vast te stellen. Het is daarom gerechtvaardigd het initiatief aan voorwaarden te binden. Dat gebeurt in deze handreiking door middel van modelbepalingen. Gemeenten kunnen vanzelfsprekend op alle punten eigen keuzes maken. Deze zijn in hoofdstuk 3 over de modelbepalingen terug te vinden.
De voorwaarden zijn van drieërlei aard:
Om het burgerinitiatief succesvol te laten zijn, kan men ervoor kiezen in een gemeentelijke regeling, naast een eenvoudige en heldere procedure, een aantal andere procedurele en inhoudelijke eisen te stellen. Het
gaat dan bijvoorbeeld om de vraag wie initiatiefgerechtigd zijn. Het burgerinitiatief zou een mogelijkheid kunnen zijn om jongeren, die de kiesgerechtigde leeftijd nog niet bereikt hebben, bij de politiek te betrekken. Het ligt dan voor de hand om de vereiste leeftijd van initiatiefgerechtigden zo laag mogelijk te houden. Om burgers de kans te geven zich te richten op de inhoud van hun voorstel en niet op het voldoen aan al te veel procedures, zou het aantal vereiste handtekeningen niet al te hoog moeten zijn. De “oude” gemeente Schagen had in haar verordening opgenomen dat een burgeriniatitief gesteund moest worden door 15 personen, de gemeente Zijpe 50 personen en de gemeente Harenkarspel 10 personen. Om de drempel laag te houden is voor de gemeente Schagen dit aantal bepaald op 25.
Voorlichting aan burgers is van groot belang. Burgers dienen op de hoogte te worden gesteld van het bestaan van het burgerinitiatief en, mochten zij besluiten van dit recht gebruik te maken, van de procedures en vereisten. Op de gemeentelijke website zal de verordening geplaatst worden en ingegaan worden op basale vragen als: Waar zijn formulieren verkrijgbaar om een burgerinitiatief te starten? Tot wie moet het initiatief gericht worden? Wie biedt de initiatiefnemers ondersteuning?
Naast een voorlichtingscampagne is het natuurlijk ook aan raadsleden zelf – in hun rol als volksvertegenwoordigers – om burgers te wijzen op het bestaan van het burgerinitiatief. Uit onderzoek blijkt, dat de griffie(r) het meest geschikt wordt bevonden om een initiatief te ondersteunen en te begeleiden. De griffie staat de raad terzijde en voert taken uit namens de raad. Als uitvloeisel van de rol van politieke aansturing, die de raad in het duale stelsel vervult, ligt het voor de hand dat de griffie in de uitwerking van die rol de raad terzijde staat ook als het gaat om burgerinitiatieven.
Het recht om een burgerinitiatief in te dienen zou, analoog aan het recht van petitie, aan ieder individu toegekend kunnen worden. Het gaat tenslotte niet om een referendum, maar om het plaatsen van een initiatief op de agenda van de raad, waarna deze een eigen politieke afweging maakt. Natuurlijk zal een gemeenteraad inzicht willen hebben in de vraag hoe breed een burgerinitiatief wordt gedragen, maar een drempel is per definitie arbitrair. Wie kunnen een burgerinitiatief indienen en ondersteunen? Om het burgerinitiatief zo laagdrempelig mogelijk te houden, zouden criteria zo min mogelijk personen moeten uitsluiten.
In deze modelbepalingen is ervoor gekozen de term "burgerinitiatief " te hanteren ter aanduiding van het voorstel dat door een burger bij de raad kan worden ingediend.
Uit dit artikel volgt dat de raad een burgerinitiatief op de agenda van een raadsvergadering moet plaatsen indien er sprake is van een geldig verzoek, ingediend door een initiatiefgerechtigde. De gemeenteraad zal zich in dat geval dus moeten uitspreken over het burgerinitiatief. Van een geldig verzoek is sprake als (a) het onderwerp van het burgerinitiatief niet in artikel 4 is uitgezonderd en (b) aan de in artikel 5 gestelde
procedurele voorwaarden wordt voldaan. In artikel 3 (zie hierna) wordt nader omschreven wanneer een persoon initiatiefgerechtigd is.
De keuze voor deze ruime definitie van initiatiefgerechtigden ligt voor de hand. Het gaat om de kwaliteit van het initiatief; nadere criteria kunnen dan onnodig belemmerend werken. Bij indiening van een burgerinitiatief kan worden getoetst of de indiener/initiatiefnemer voldoet aan de vereisten van een initiatiefgerechtigde. Het verzoek vindt immers formeel op dat moment plaats. Om te kunnen onderzoeken of op dat moment wordt voldaan aan de vereisten, zijn verschillende gegevens nodig. Welke dat zijn wordt geregeld in artikel 5.
Initiatiefgerechtigden. Het ligt voor de hand het initiatiefrecht toe te kennen aan de inwoners van de gemeente. Om de jeugd meer bij de gemeentelijke politiek te betrekken zijn personen van 16 jaar en ouder initiatiefgerechtigd. Ook mensen die niet in onze gemeente wonen maar hier wel onroerend goed in eigendom hebben zijn initiatiefgerechtigd. Dit is vooral gedaan met het oog op de eigenaren van recreatiewoningen.
Het is weinig efficiënt om de raad te belasten met de beraadslaging over een onderwerp waarover de raad uiteindelijk geen beslissende bevoegdheid heeft. Daar komt bij dat de afstand tussen burger en bestuur alleen maar zou worden vergroot als de burger na het doorlopen van de burgerinitiatiefprocedure te horen krijgt dat de raad niets met het burgerinitiatief kan doen, omdat hij "er niet over gaat". Een vraag over gemeentelijk beleid kan ook geen onderwerp van een burgerinitiatief zijn. Voor dit soort vragen staan andere wegen open, zoals het spreekrecht in een commissie- of raadsvergadering of het spreekuur van een wethouder. Ook moet voorkomen worden dat het burgerinitiatief andere procedures zoals de bezwaar- of de klachtprocedure doorkruist. Met het oog hierop kan worden bepaald dat het burgerinitiatief geen bezwaar tegen een genomen besluit of een klacht over een gedraging van het gemeentebestuur kan inhouden. Tenslotte is het evenmin de bedoeling dat zaken, die recent nog in de raad aan de orde zijn geweest, opnieuw onderwerp van bespreking worden als gevolg van een burgerinitiatief. Dit zou de besluitvorming in de raad te zeer kunnen frustreren. Daarbij kan een raad zelf bepalen welke termijn hij daarvoor geschikt acht. Denkbaar is dat wordt gekozen voor de huidige raadsperiode. Lid e zou dan kunnen luiden: e. Een onderwerp waarover tijdens de raadsperiode – waarin indiening van het voorstel plaatsvindt – door de raad een besluit is genomen. Het is aan de initiatiefnemer om aan te tonen dat het initiatief een nieuw voorstel betreft dat nog geen onderwerp van een raadsbesluit is geweest. Een burgerinitiatief dat wordt doorgestuurd naar college of burgemeester als portefeuillehouder, is geen burgerinitiatief meer volgens de definitie van artikel 1 van deze verordening. Lid 3 is bedoeld om te voorkomen dat college of burgemeester een initiatief om die reden terzijde kan schuiven.
Het ligt voor de hand om het burgerinitiatief bij de voorzitter van de raad te laten indienen. Zolang de burgemeester nog voorzitter van de raad is, ontvangt hij/zij in die hoedanigheid de voorstellen. Om de voortgang van het burgerinitiatief ordelijk te laten verlopen, is het onvermijdelijk dat aan het verzoek een aantal minimumeisen wordt gesteld. Het is uit praktische overwegingen zoals uniformiteit, overzichtelijkheid en duidelijkheid raadzaam, dat indiening van een burgerinitiatief plaatsvindt door middel van een standaardformulier. Op dit formulier zal de initiatiefnemer naast het voorstel en een toelichting in ieder geval zijn personalia moeten aangeven. Ter voorkoming van fraude met namen kan gevraagd worden naar personalia, zoals adressen en geboortedata. Op grond van deze gegevens kan de gemeente onderzoeken of het initiatief de steun van voldoende daartoe gerechtigde personen heeft. Zie het voorbeeld "Verzoek Burgerinitiatief" in bijlage 2.
De burger moet erop kunnen vertrouwen dat de raad zijn voorstel spoedig toetst aan de vereisten en een besluit neemt over de behandeling. Hierin voorziet het eerste lid. Het gaat erom een termijn te kiezen die niet te lang is, maar ook niet zo kort dat er onvoldoende tijd is om het voorstel te kunnen controleren. Verzoeken waarover de raad niet bevoegd is, kan de raad doorzenden naar het college of de burgemeester als portefeuillehouder. Met het derde tot en met vijfde lid worden vooral waarborgen gecreëerd voor transparantie bij de afhandeling van een burgerinitiatief door de raad. Op grond van het vijfde lid wordt de indiener / initiatiefnemer altijd schriftelijk meegedeeld wat er met het ingediende voorstel gebeurt. Dat kan dus een inhoudelijk besluit zijn of de mededeling dat het verzoek is afgewezen. Wordt het verzoek tot plaatsing van het burgerinitiatief door de raad afgewezen, dan is er sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen bezwaar en beroep op de rechter openstaan. Besluit de raad het burgerinitiatief te agenderen, dan is er sprake van een voorbereidingsbeslissing die niet vatbaar is voor bezwaar of beroep (artikel 6:3 Awb). Afhankelijk van de inhoud van de beslissing op het initiatief zelf, zal er sprake zijn van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht dat vatbaar is voor bezwaar en beroep. Zo zal bijvoorbeeld bezwaar en beroep openstaan indien de raad, het college of de burgemeester naar aanleiding van het burgerinitiatief besluit een subsidie toe te kennen voor een bepaald project. Een ander voorbeeld is het besluit om een verordening op bepaalde punten aan te passen. Tegen een dergelijk besluit staan geen bezwaar en beroep bij de rechter open (artikel 8:2 Awb).
Bijlage 1: Verzoek burgerinitiatiefvoorstel
Ondergetekende verzoekt hierbij het volgende voorstel/onderwerp op de agenda van de gemeenteraad te plaatsen:
.....................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................
Toelichting op voorstel/onderwerp:
.....................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................
Naam:...........................................................................................................................................
Eerste voornaam en verdere voorleters:....................................................
Geboortedatum:.............................................................................................................................
Adres:...........................................................................................................................................
Postcode: ................................... Woonplaats:.........................................
Naam:............................................................................................................................................
Eerste voornaam en verdere voorletters:...................................................
Geboortedatum:..............................................................................................................................
Adres:............................................................................................................................................
Postcode: ................................... Woonplaats:.........................................
Het verzoek gaat vergezeld van een lijst met de namen, adressen, geboortedata en handtekeningen van .............. initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.
Iedereen die kiesgerechtigd is voor de verkiezing van de gemeenteraad,inwoners van de gemeente van zestien en zeventien jaar die vanaf hun achttiende jaar aan de gemeenteraadsverkiezingen zullen mogen deelnemen als ze dan nog in de gemeente wonen en personen die niet in de gemeente wonen maar wel onroerend goed in de gemeente in eigendom hebben, kan [kunnen] een verzoek doen om een voorstel/onderwerp op de agenda van de raadsvergadering te plaatsen. Zij zijn initiatiefgerechtigd.
Het zogenaamde burgerinitiatiefvoorstel moet worden ondersteund door ten minste 25 initiatiefgerechtigden. Hiervoor is een formulier vastgesteld. Het op het formulier voor het verzoek opgenomen voorstel wordt in dezelfde bewoordingen opgenomen boven aan het formulier met ondersteuningsverklaringen.
Het burgerinitiatiefvoorstel mag niet inhouden:
a. een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;
b. een vraag over het gemeentelijk beleid;
c. een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het
d. een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het
e. een onderwerp waarover tijdens de raadsperiode waarin indiening van het burgerinitiatiefvoorstel
plaatsvindt door de raad een besluit is genomen.
Bijlage 2: Ondersteuningsverklaringen burgerinitiatiefvoorstel
Ondergetekenden verklaren hierbij het verzoek tot het plaatsen van het volgende onderwerp/voorstel op de agenda van de gemeenteraad te ondersteunen:
1)..................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................
Naam, eerste voornaam en voorletters
1) Boven aan de lijst dient het voorstel/onderwerp van het burgerinitiatief dat wordt ondersteund te worden opgenomen in dezelfde bewoordingen als op het verzoek tot indiening van een initiatiefvoorstel. Indien meer dan één vel nodig is voor gegevens van ondersteuners van het burgerinitiatief dient boven aan elk vel het voorstel/onderwerp te worden herhaald in dezelfde bewoordingen.
2) Bevoegd tot ondersteuning van een burgerinitiatief zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de gemeenteraad, inwoners van de gemeente van zestien en zeventien jaar die vanaf hun achttiende jaar aan de gemeenteraadsverkiezingen zullen mogen deelnemen als ze dan nog in de gemeente zouden wonen en personen die niet in de gemeente wonen maar wel onroerend goed in de gemeente in eigendom hebben.