Organisatie | Zeeland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke regeling voor het Natuur- en Recreatieschap De Grevelingen |
Citeertitel | Gemeenschappelijke regeling voor het Natuur- en Recreatieschap De Grevelingen |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | Natuur en Landschap |
Geen.
Wet gemeenschappelijke regelingen
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | 14-06-2006 | Nieuwe regeling | 13-06-2006 Provinciaal blad, 2006, 16 | Onbekend. |
Het in lid 1 genoemde lichaam verwezenlijkt zijn doel onder meer door de nu volgende taken:
het verwerven van de eigendom van of van andere zakelijke rechten op daarvoor in aanmerking komende binnen het gebied liggende of buiten het gebied liggende maar voor het gebied van belang zijnde gronden, wateren en opstallen, voorzover dit voor de verwezenlijking van zijn taak noodzakelijk moet worden geacht;
Met inachtneming van het gestelde in artikel 54 van de Wet gemeenschappelijke regelingen worden aan het Algemeen Bestuur van het natuur- en recreatieschap voor de realisatie van het in artikel 2, lid 3, omschreven doel alle bevoegdheden van regeling en bestuur toegekend.
Een lid kan te allen tijde door Gedeputeerde Staten en de gemeenteraad die hem/haar hebben, respectievelijk heeft aangewezen worden ontslagen, dan wel zelf ontslag nemen. Gedeputeerde Staten wijzen en de gemeenteraad wijst zo snel mogelijk nadat zijn/haar plaats door ontslag of anderszins is opengevallen, een nieuw lid aan.
Het bestuursorgaan dat een lid van het Algemeen Bestuur aanwijst, kan een plaatsvervangend lid aanwijzen dat het door hem aangewezen lid in geval van ontstentenis of verhindering vervangt. Het bepaalde in de voorgaande leden van dit artikel, alsmede artikel 11 is ten aanzien van een plaatsvervangend lid van overeenkomstige toepassing.
Aan het Algemeen Bestuur worden alle bevoegdheden toegekend die gekoppeld zijn aan het in artikel 2, leden 3 en 4, omschreven doel en de taken van het natuur- en recreatieschap. Het gaat hierbij om bevoegdheden, die niet in of op grond van deze regeling aan het Dagelijks Bestuur of de voorzitter zijn opgedragen.
Het Algemeen Bestuur kan alleen in een openbare vergadering beraadslagen en besluiten over het vaststellen, wijzigen of intrekken van belastingverordeningen en de andere door strafbepaling of bestuursdwang te handhaven verordeningen. Dit geldt eveneens voor de begroting, begrotingswijzigingen, de jaarrekening en de in artikel 21 van deze regeling genoemde verordening.
Het Algemeen Bestuur besluit met meerderheid van stemmen, tenzij in deze regeling anders is aangegeven. Bij staking van stemmen wordt het nemen van een besluit uitgesteld tot een volgende vergadering, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend. Indien de stemmen over hetzelfde voorstel voor de tweede maal staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
Het Algemeen Bestuur kan bepalen dat de leden en plaatsvervangende leden van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur met inachtneming van het gestelde in artikel 52 juncto artikel 21 van de Wet gemeenschappelijke regelingen recht hebben op een tegemoetkoming in de kosten en een vergoeding voor hun werkzaamheden.
Het Dagelijks Bestuur is bevoegd om bij de uitvoering van besluiten van het Algemeen Bestuur, zoals bedoeld in artikel 13, lid 1 onder b, op te treden tegen hetgeen in strijd met het voorschrift van het Algemeen Bestuur is of wordt gedaan, gehouden of nagelaten. De kosten van het doen wegnemen, beletten, verrichten of in de vorige toestand herstellen kunnen in rekening gebracht worden bij de overtreders. Met uitzondering van spoedeisende gevallen wordt van deze bevoegdheid niet eerder gebruik gemaakt, nadat betrokkene schriftelijk is gewaarschuwd.
Alle besluiten worden bij meerderheid van stemmen opgemaakt. Bij staking van stemmen wordt het nemen van een besluit uitgesteld tot een volgende vergadering, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend. Indien de stemmen over hetzelfde voorstel voor de tweede maal staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
Het Algemeen Bestuur is met inachtneming van het bepaalde in artikel 156, leden 2 en 3, van de Gemeentewet en in artikel 152, leden 2 en 3 Provinciewet bevoegd voor de uitoefening van het doel en de taken van het natuur- en recreatieschap verordeningen vast te stellen. Op overtreding van de in of op grond van deze verordeningen gegeven voorschriften kan straf of bestuursdwang worden gesteld.
Voorzover een verordening van het natuur- en recreatieschap voorziet in hetzelfde onderwerp als een verordening van een of meer deelnemers, regelt eerstgenoemde verordening de onderlinge verhouding. Zij kan bepalen dat een verordening van een of meer deelnemers voor het gehele gebied, dan wel voor een gedeelte daarvan geheel of gedeeltelijk ophoudt te gelden.
Het Dagelijks Bestuur zendt een verordening in ontwerp ter instemming aan Burgemeester en Wethouders van de deelnemende gemeenten en aan Gedeputeerde Staten van de deelnemende provincies toe. Het Algemeen Bestuur besluit tot vaststelling van de verordening binnen acht weken na de datum van verzending van het ontwerp.
Het Algemeen Bestuur stelt een verordening voor het financiële beleid, beheer en organisatie vast. In deze verordening wordt rekening gehouden met het gestelde elders in deze regeling, de geldende wetten regelgeving en de hieruit voortvloeiende eisen ten aanzien van rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid.
Het boekjaar van het natuur- en recreatieschap is gelijk aan het kalenderjaar. Het eerste boekjaar loopt echter vanaf de inwerkingtreding van deze regeling tot 1 januari van het daarop volgende jaar.
Jaarlijks stelt het Algemeen Bestuur een begroting op die voldoet aan de geldende wet- en regelgeving alsmede daaruit voortvloeiende eisen. De vaststelling door het Algemeen bestuur geschiedt met meerderheid van stemmen.
Het Dagelijks Bestuur zendt de ontwerp-begroting zes weken - voordat zij aan het Algemeen Bestuur wordt aangeboden overeenkomstig het bepaalde in artikel 59 van de Wet gemeenschappelijke regelingen - toe aan Provinciale Staten van de deelnemende provincies en aan de raden van de deelnemende gemeenten.
De ontwerp-begroting wordt door de zorg van de deelnemers, voor een ieder ter inzage gelegd en tegen betaling van de kosten algemeen verkrijgbaar gesteld. De bekendmaking van de ter inzage legging en de verkrijgbaarheid van de ontwerp-begroting geschiedt door een openbare kennisgeving. De raden van de deelnemende gemeenten beraadslagen over de ontwerp-begroting niet eerder dan twee weken na de openbare kennisgeving.
Provinciale Staten van de deelnemende provincies en de raden van de deelnemende gemeenten kunnen bij het Dagelijks Bestuur hun zienswijze over de ontwerp-begroting kenbaar maken. Het Dagelijks Bestuur voegt de commentaren, waarin deze zienswijze is vervat bij de ontwerp-begroting, zoals deze aan het Algemeen Bestuur wordt aangeboden.
Provinciale Staten van de deelnemende provincies en de raden van de deelnemende gemeenten worden van het gestelde in lid 4 en 5 van dit artikel op de hoogte gesteld. Zo nodig wordt bij deze kennisgeving ook een exemplaar van de vastgestelde begroting gevoegd. Genoemde bestuursorganen kunnen binnen zes weken na de kennisgeving cq toezending hun zienswijze over de vastgestelde begroting aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties doen blijken.
Provinciale Staten van de deelnemende provincies en de raden van de deelnemende gemeenten ontvangen tegelijkertijd een exemplaar van de vastgestelde jaarrekening. Genoemde bestuursorganen kunnen binnen zes weken na de toezending hun zienswijze over de vastgestelde jaarrekening aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties doen blijken.
Een nadelig saldo van de rekening van baten en lasten van het natuur- en recreatieschap wordt gebracht ten laste van de provincie Zuid-Holland voor 62,5%, de provincie Zeeland voor 25% en de deelnemende gemeenten tezamen voor 12,5% over hen te verdelen naar rato van het aantal inwoners per 1 januari van het jaar waarop het nadelig saldo betrekking heeft.
Vanaf het jaar 2009 kan het Algemeen Bestuur op voorstel van één of meer deelnemers maximaal één keer per vijf jaar besluiten tot een wijziging van verdeelsleutel. Deze wijziging wordt niet eerder toegepast dan in het tweede jaar na het jaar waarin het betreffende besluit is genomen.
Wanneer de begroting een over de deelnemers om te slaan tekort aanwijst, zal de in de begroting geraamde bijdrage door de deelnemers bij wijze van voorschot worden voldaan in vier gelijke termijnen, vervallende respectievelijk 1 februari, 1 mei, 1 augustus en 1 november van het desbetreffende begrotingsjaar.
De bepalingen van de Archiefwet 1995 en de daaruit voortvloeiende uitvoeringsvoorschriften, voorzover betrekking hebbende op de archiefbescheiden van de deelnemers, zijn van overeenkomstige toepassing op het natuur- en recreatieschap. Het Algemeen Bestuur treft terzake een nadere regeling in overleg met de Inspecteur der Provinciale Archieven van Zuid-Holland.
Als gevolg van de uittreding van het Rijk dient de huidige gemeenschappelijke regeling voor het Natuur- en Recreatiegebied De Grevelingen aangepast te worden.
In dat kader is de gemeenschappelijke regeling onder andere in overeenstemming gebracht met de Wet gemeenschappelijke regelingen en de circulaires van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Bijvoorbeeld aanduidingen zoals “lichaam” en “Raad van Bestuur” zijn respectievelijk gewijzigd in “natuur- en recreatieschap” en “Algemeen Bestuur”.
Tevens is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de regeling te bezien op de leesbaarheid en overzichtelijkheid. Ook qua samenhang heeft een koppeling van de artikelen plaatsgevonden.
De artikelen van de “oude” regeling, waarin gesproken wordt over eigen schapspersoneel, zijn op basis van het besluit van de Raad van Bestuur van 17 december 2004 om een dienstverleningsovereenkomst met de provincie Zuid-Holland aan te gaan, geschrapt. Een en ander zal nader uitgewerkt worden in nieuwe Financiële Verordening van uw schap.
Overigens is de naam van de gemeenschappelijke regeling, van oorsprong “Natuur- en Recreatiegebied De Grevelingen” in overeenstemming gebracht met de huidige praktijk. Daarom is deze benaming gewijzigd in “Natuur- en Recreatieschap De Grevelingen”.
Tenslotte zullen de hiervoor bedoelde wijzigingen waar nodig per artikel aangegeven worden.
Omwille van de duidelijkheid zijn de (wettelijke) begripsbepalingen in de gemeenschappelijke regeling opgenomen. Deze begrippen zijn doorgevoerd in de andere artikelen.
In de publicatie van de gemeenschappelijke regeling zal opgenomen worden waar het (ondersteunend) secretariaat van het schap gevestigd is. Dit is van belang in verband met werkingsgebied van onder andere de rechtbank. Hiermee wordt voorkomen dat een wijziging van het adres van het schap steeds via het Algemeen Bestuur ter instemming naar de deelnemers moet.
Betreft de nieuwe samenstelling van het Algemeen Bestuur. Tevens is in het nieuwe artikel rekening gehouden met de wens van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland en Zeeland om de aanwijzing van vertegenwoordigers vanuit dit college in het Algemeen Bestuur mogelijk te maken. Overigens is in lid 1 voor wat betreft de gemeentelijke deelnemers wel de algemene omschrijving van de Wet gemeenschappelijke regelingen ten aanzien van de benoeming van de leden van het Algemeen Bestuur aangehouden. Hiermee wordt de mogelijkheid aan de gemeenteraad geboden om zelf een keuze te maken ten aanzien van hun vertegenwoordigers in het schapsbestuur.
Betreft de nieuwe samenstelling van het Dagelijks Bestuur. Tevens is aangegeven dat de leden van het Dagelijks Bestuur elk één stem hebben.
Lid 2 biedt het Dagelijks Bestuur de mogelijkheid om, naast de plaatsvervangend voorzitter zoals aangegeven in artikel 12, lid 1 onder b, een of meer plaatsvervangende voorzitters aan te wijzen. De opname van deze mogelijkheid is gebaseerd op een praktische ervaring bij de Zuid-Hollandse (natuur- en) recreatieschappen. Hiermee kan worden voldaan aan het vereiste in artikel 9, lid 7 en in artikel 15, lid 4 dat de voorzitter of een plaatsvervangend voorzitter altijd bij de vergaderingen van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur aanwezig moet zijn.
Met geldende wet- en regelgeving wordt onder andere bedoeld de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Circulaires van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (waaronder het Besluit Begroten en Verantwoorden en de wijze van toezicht door genoemd ministerie), de Provinciewet en het Besluit Accountantscontrole Provincies en Gemeenten. Uiteraard moeten de begroting (artikel 24) en de jaarrekening (artikel 26) ook voldoen aan deze vereisten.