Algemene Plaatselijke Verordening festiviteitenregeling uitvoeringsbesluit

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

• a.

  verordening: De APV De Marne, vastgesteld bij besluit van de raad d.d. 29 oktober 2002, nr. 12, nadien gewijzigd

• b.

  inrichting: een inrichting als bedoeld in het Besluit horeca-, sport en recreatie-inrichtingen milieubeheer

• c.

  houder van een inrichting: degene die als eigenaar, bedrijfsleider, beheerder of anderszins een inrichting drijft;

• d.

  festiviteit: het houden van een disco, live-muziek en dergelijke;

• e.

  collectieve festiviteit: festiviteit die niet specifiek aan één of een klein aantal inrichtingen is verbonden;

• f.

  incidentele festiviteit: festiviteit of activiteit die gebonden is aan één of een klein aantal inrichtingen.

Artikel 2 Collectieve festiviteiten

• 1.

  Als collectieve festiviteiten als bedoeld in artikel 4.1.2 van de verordening worden in ieder geval bedoeld Koninginnedag en de oud- en nieuwjaarsviering aan als collectieve festiviteit aangewezen;

• 2.

  Als de Nationale Bevrijdingsdag valt in een lustrumjaar, kan deze tevens als collectieve festiviteit worden aangewezen.

Artikel 3 Incidentele Festiviteiten

• 1.

  Voor het organiseren van incidentele festiviteiten in horeca-inrichtingen en dorpshuizen geldt dat de houder van een inrichting op grond van artikel 4.1.3 van de Algemene Plaatselijke Verordening burgemeester en wethouders in kennis stelt van deze festiviteit;

• 2.

  Er mogen maximaal 12 incidentele festiviteiten per inrichting per jaar worden gehouden;

• 3.

  Het gaat hierbij om festiviteiten die betrekking hebben op voorschriften omtrent geluid, bijvoorbeeld disco’s, live-muziek en dergelijke.

Artikel 4 Kennisgeving incidentele festiviteiten

• 1.

  De houder van een inrichting dient ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit burgemeester en wethouders daarvan in kennis te stellen;

• 2.

  De kennisgeving dient te geschieden door middel van een door burgemeester en wethouders goedgekeurd formulier;

• 3.

  De kennisgeving dient eerst te zijn gedaan wanneer het in het tweede lid vermelde formulier, volledig en naar waarheid ingevuld, tijdig is ingeleverd op de plaats op dat formulier vermeld.

Artikel 5 Voorschriften en beperkingen

• 1.

  Het aantal incidentele festiviteiten per kalendermaand worden beperkt door tussen 2 opeenvolgende incidentele festiviteiten per inrichting een periode te laten liggen van minimaal 3 vrije weekenden;

• 2.

  Tijdens een evenement kan van de periode van 3 vrije weekeinden alleen worden afgeweken, indien:

  • -

    er een evenementenvergunningen aan ten grondslag ligt;

  • -

    het aantal festiviteiten per kalendermaand niet meer dan 2 bedraagt;

  • -

    het maximaal aantal van 12 incidentele festiviteiten per inrichting per jaar niet overschreden wordt;

• 3.

  De eindtijd voor incidentele festiviteiten wordt gesteld op:

  • -

    02.00 uur op zaterdag (= de nacht van vrijdag op zaterdag) en op zondag (= de nacht van zaterdag op zondag);

  • -

    00.00 uur op maandag (= de nacht van zondag op maandag) tot en

met vrijdag (= de nacht van donderdag op vrijdag);

4.Voor de in artikel 2, lid 2, genoemde oud- en nieuwjaarviering gelden geen eindetijden;

Artikel 6 Publiceren

• 1.

  Collectieve festiviteiten worden tenminste vier weken voor aanvang van het nieuwe jaar bekend gemaakt;

• 2.

  Incidentele festiviteiten worden maximaal 2 weken voor aanvang van de festiviteit bekend gemaakt;

• 3.

  De bekendmaking geschiedt door middel van een publicatie in een in de gemeente verschijnend huis-aan-huis blad of op andere geschikte wijze.

Artikel 8 Overgangsbepaling

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2008. De kennisgevingen die zijn ingediend vóór de datum van inwerkingtreding, worden afgehandeld volgens de Algemeen Plaatselijke Verordening en worden geacht te zijn gedaan op grond van deze regeling.

Artikel 9 Slotbepaling

Deze regeling kan worden aangehaald als: “Festiviteitenregeling Uitvoeringsbesluit”.