Organisatie | Bedum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit Individuele Voorzieningen Gemeente Bedum 2014 |
Citeertitel | Besluit Individuele Voorzieningen Gemeente Bedum 2013 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-01-2014 | 01-01-2021 | Nieuwe regeling | 23-12-2013 | Onbekend |
Paragraaf 1 - Algemene regels over het persoonsgebonden budget
Paragraaf 2 - Eigen bijdrage hulp bij het huishouden
Artikel 4. Vaststelling en inning eigen bijdrage
Bij verstrekking van hulp in het huishouden in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt het vaststellen van de vierwekelijkse eigen bijdrage uitgevoerd door het CAK. Het opleggen, het innen en het eventueel verrekenen van de vierwekelijkse eigen bijdrage wordt uitgevoerd door Menzis Wmo support.
Artikel 5. Omvang van de eigen bijdrage voor ongehuwde personen
Paragraaf 3 - Hulp in het huishouden
Artikel 7. Vaststelling bedrag persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden
De vaststelling van een persoonsgebonden budget ten aanzien van hulp in de huishouding vindt als volgt plaats. Er wordt een bruto bedrag beschikbaar gesteld dat per uur bedraagt:
Hulp in het huishouden, categorie 1 (schoonmaakwerkzaamheden) € 16,46
Hulp in het huishouden, categorie 2 € 19,09
(schoonmaakwerkzaamheden met andere lichte ondersteuning in de huishouding)
Bovengenoemde tarieven zijn gebaseerd op de gemiddelde prijzen van de gecontracteerde aanbieders minus 20%.
Artikel 8. Voorwaarde met betrekking tot persoonsgebonden budget
De budgethouder dient schriftelijke overeenkomsten te sluiten met de door hem of haar ingeschakelde hulpverleners.
Paragraaf 4 - Woonvoorzieningen
De financiële vergoeding of het persoonsgebonden budget voor woonvoorzieningen wordt vastgesteld als tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in de door het college geaccepteerde offerte.
Artikel 11. Hoogte persoonsgebonden budget en financiële vergoeding
De hoogte van een door het college te verlenen financiële tegemoetkoming in de kosten van onderhoud, keuring en reparatie van een woonvoorziening ten behoeve van het resultaat “ wonen in een geschikt huis” zoals bedoel in artikel 10 van de Verordening bedraagt maximaal het in bijlage I genoemde bedrag.
Artikel 12. Antispeculatiebeding woningaanpassing
1.Het afschrijvingsschema van woningaanpassingen die worden verstrekt ten behoeve van het bereiken van het resultaat “wonen in een geschikt huis” ziet er als volgt uit:
voor het eerste jaar: 100 % van de meerwaarde;
voor het tweede jaar: 90 % van de meerwaarde;
voor het derde jaar: 80 % van de meerwaarde;
voor het vierde jaar: 70 % van de meerwaarde;
voor het vijfde jaar: 60 % van de meerwaarde;
voor het zesde jaar: 50 % van de meerwaarde;
voor het zevende jaar: 40 % van de meerwaarde;
voor het achtste jaar: 30 % van de meerwaarde;
Artikel 13. Onderhoud en verzekering
De belanghebbende is verplicht om gedurende de gebruiksduur de getroffen voorziening of de aangeschafte zaak voldoende te laten onderhouden en voor zover van toepassing, toereikend te verzekeren.
Artikel 14. Verklaring gereedkoming werkzaamheden woonvoorziening
Als een woonvoorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget of financiële tegemoetkoming wordt verstrekt is een gereedmelding noodzakelijk. Dit moet direct na de voltooiing van de werkzaamheden, maar uiterlijk binnen 12 maanden na de datum van de toekenning van de toekenning van de voorziening. De gereedmelding gaat vergezeld van de op de werkzaamheden betrekking hebbende facturen. De gereedmelding leidt niet tot nabetaling.
Paragraaf 5 - Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel
Artikel 15. Hoogte financiële vergoeding/persoonsgebonden budget, in geval van koop
De financiële tegemoetkoming of het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen ten behoeve van het resultaat “ zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel” zoals bedoeld in artikel 15 van de Verordening wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst-compenserende voorziening, indien nodig verhoogd met een bedrag voor onderhoud en reparatie, gebaseerd op het gemiddelde bedrag voor onderhoud en reparatie voor een periode van vijf jaar, uitgaande van een economische afschrijving van vijf jaar.
Artikel 16. Hoogte financiële vergoeding/persoonsgebonden budget, in geval van huur
De financiële vergoeding of het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen ten behoeve van het resultaat “ zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel” zoals bedoeld in artikel 15 van de Verordening wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de huurprijs van de goedkoopstcompenserende voorziening inclusief onderhoud en reparatie zoals dat door het college aan de leverancier wordt betaald.
Artikel 17. Hoogte financiële tegemoetkoming in de kosten van het gebruik
De hoogte van een door het college te verlenen gemaximeerde financiële tegemoetkoming voor vervoersvoorzieningen ten behoeve van het resultaat “ zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel” zoals bedoeld in artikel 15 van de Verordening bedraagt voor het gebruik van eigen auto € 1.043,00.
Artikel 18. Verstrekken nieuwe voorziening binnen gebruiksduur
Het verstrekken van een volgende vervoersvoorziening binnen afloop van de normale gebruiksduur kan slechts in die gevallen waarin dat ook bij naturaverstrekking gebeurt, als wijziging in medische of andere relevante omstandigheden daartoe aanleiding geven.
Paragraaf 6 – Verplaatsen in en rond de woning
Artikel 19. Persoonsgebonden budget voor rolstoelen
Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt vastgesteld als tegenwaarde van de goedkoopstcompenserende voorziening. Indien nodig verhoogd met een bedrag voor onderhoud en reparatie voor een periode van vijf jaar, uitgaande van een economische afschrijving van vijf jaar.
Artikel 20. Persoonsgebonden budget en sportrolstoel
Een sportrolstoel wordt uitsluitend verstrekt als persoonsgebonden budget. Het bedrag van dit persoonsgebonden budget bedraagt maximaal €3.000,00 welk bedrag bedoeld is als tegemoetkoming in aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel voor een periode van drie jaar. De belanghebbende is na verstrekking van de voorziening verplicht een kopie van het bewijs van aanschaf te overleggen aan de gemeente.
Artikel 21. Onderhoud en verzekering
De belanghebbende is verplicht om gedurende de gebruiksduur de aangeschafte rolstoel voldoende te laten onderhouden. In geval van een elektrische rolstoel is het verplicht om minimaal een aansprakelijkheidsverzekering (WA) af te sluiten gedurende de gebruiksduur van de rolstoel. De normale gebruiksduur van een rolstoel is vijf jaar.
Artikel 22. Verstrekken nieuwe voorziening binnen gebruiksduur
Het verstrekken van een volgende voorziening binnen afloop van de normale gebruiksduur kan slechts in die gevallen waarin dat ook bij naturaverstrekking gebeurt, als wijziging in medische of andere relevante omstandigheden daartoe aanleiding geven.
Aantal m2 waarvoor ten hoogste een financiële tegemoetkoming kan worden verleend ingevolge artikel 10 van de Verordening voorzieningen Wmo gemeente Bedum, aangegeven per vertrek in een zelfstandige woning.
Het aantal m2 verhard pad tussen de openbare weg en de hoofdingang tot een woonruimte, dan wel tussen tweede ingang en een berging en / of tuinpoort dat bij het nieuw aanleggen van paden, dan wel bij het aanpassen van bestaande paden ten hoogste voor financiële tegemoetkoming in aanmerking komt bedraagt 20 m2.