Organisatie | Zwolle |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gedragscode gemeenteraad Zwolle |
Citeertitel | Gedragscode gemeenteraad Zwolle |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Bestuurlijke organisatie |
Welke regels gelden met betrekking tot de integriteit van de raad?
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-02-2008 | 16-07-2015 | nieuwe regeling | 07-01-2008 n.v.t. | gb1-2008.003 |
Kernbegrippen bestuurlijke integriteit
De leden van de raad houden zich bezig met het bestuur van de gemeente Zwolle. De belangen van de gemeente zijn het primaire richtsnoer en daarbij realiseren raadsleden zich dat zij als vertegenwoordiger van het publiek belang een voorbeeldfunctie hebben. Hun gedrag en hun beleidsbeslissingen dienen daarom door doelmatigheid maar evenzeer door bestuurlijke integriteit te worden gekenmerkt. Reeds bij hun aantreden wordt dit van hen verwacht, o.a. door het afleggen van een eed. In artikel 14 van de Gemeentewet is opgenomen: Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de leden van de raad in de vergadering, in handen van de voorzitter, de eed /belofte af:
“Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van de raad benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de raad naar eer en geweten zal vervullen. Zo waarlijk helpe mij God Almachtig! (Dat verklaar en beloof ik!)”.
Bestuurlijke integriteit houdt in dat de leden van de raad de verantwoordelijkheid die met de functie samen hangt aanvaarden en daarmee de bereidheid daarover verantwoording af te leggen. Ten opzichte van collega raadsleden en tegenover degenen ten dienste van wie zij hun functie vervullen.
Bestuurlijke integriteit kan met behulp van een aantal kernbegrippen nader worden omschreven:
Gegeven de democratische verhoudingen waarbinnen het openbaar bestuur opereert en de verantwoordingsbereidheid die van raadsleden wordt verwacht is openheid ten aanzien van handelingen en handelingsredenen een noodzakelijk vereiste, opdat verantwoording mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht hebben in de handelingen van het raadslid.
Belangenverstrengeling in verband met nevenwerkzaamheden
Het kader om ongewenste belangenverstrengeling van raadsleden tegen te gaan, wordt in de eerste plaats gevormd door bepalingen inzake bestuurlijke integriteit. De in deze gedragscode opgenomen bepalingen inzake bestuurlijke integriteit zijn soms een uitleg van of een aanvulling op deze wettelijke bepalingen. Aanvullend hebben raadsleden hun eigen verantwoordelijkheid om ongewenste belangenverstrengeling en zelfs de schijn daarvan te vermijden.
In het kader van belangenverstrengeling en nevenwerkzaamheden wordt in artikel 12 van de Gemeentewet met betrekking tot raadsleden het volgende gemeld:
Belangenverstrengeling bij aanbestedingen en opdrachtverstrekking
Belangenverstrengeling is groot daar waar de overheid en het bedrijfsleven, overheid en overheid of overheid en semi-overheidsinstellingen elkaar ontmoeten. Dit is onder andere het geval bij aanbesteding en het verstrekken van bepaalde opdrachten aan externe organisaties. Hier is het vertrouwen in de overheid het meest kwetsbaar. De integriteit van de overheid is hier van groot belang.
Bij aanbestedingen spelen er voor de overheid naast belangen (kostenbeheersing, goede prijs-kwaliteitverhouding, tijdige oplevering e.d.) ook doelstellingen een rol. Te weten:
Indien zich bij het aanbestedingsbeleid en/ of opdrachtverstrekking persoonlijke belangen voordoen (bijvoorbeeld het raadslid heeft familie- of vriendschapsbetrekkingen met de aanbieder van de diensten), dient het raadslid dit vooraf in de Raad te melden. In dit soort situaties is het verstandig dat het raadslid, op wie de betrekkingen van toepassing zijn, zich onthoudt van deelname aan besluitvorming. Ook dient het raadslid erop te achten dat hij geen faciliteiten of diensten aanneemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente, die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kan beïnvloeden.
Om eventuele belangenverstrengeling te voorkomen is in artikel 15 van de Gemeentewet het volgende opgenomen:
Uit deze wettekst volgt dat een raadslid zich afzijdig dient te houden bij het tot stand komen en het uitvoeren van de overeenkomst tussen de gemeente en een (privaatrechtelijke) rechtspersoon, waaraan het raadslid ook verbonden is. Dit kan zijn in het geval dat een raadslid een verhouding heeft met de partij waarmee de gemeente een overeenkomst wil aangaan of in het geval van rechtshandelingen waarbij het raadslid betrokken is en die direct of indirect verband houden met de af te sluiten overeenkomst en tot bevoordeling van het raadslid kunnen leiden. Deze vallen onder het verbod van artikel 15, lid 1, onderdeel d. Dit verbod geldt ook indien het raadslid een overeenkomst wil sluiten met een organisatie, waarvan de financiële en organisatorische band met de gemeente zo nauw is, dat de overeenkomst in feite met de gemeente wordt gesloten. Het raadslid dient de schijn van belangenverstrengeling te voorkomen. Het raadslid moet erop achten dat hij/zij bij dit soort verhoudingen op geen enkele wijze persoonlijk voordeel behaalt. Gedeputeerde staten kunnen op grond van artikel 15, lid 2, van de Gemeentewet ontheffing verlenen. Een ontheffing verleend op grond van dit artikel is een besluit als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht (Abw). Dit besluit dient wel gemotiveerd te worden. Op grond van artikel 4:82, Awb kan bij het motiveren worden volstaan met een verwijzing naar een gedragsregel indien deze is neergelegd in een beleidsregel. De beleidsregels bevatten onder meer regels met betrekking tot de gegevens en bescheiden die moeten worden overgelegd bij een verzoek om ontheffing (zie brochure “Beleidsregels ontheffingen van verboden handelingen. Weging integer handelen”, november 2002).
Voor raadsleden geldt een stortingsplicht voor vergoedingen die zij ontvangen uit nevenwerkzaamheden die verband houden met het raadslidmaatschap. Ook de onkostenvergoeding die eventueel wordt verkregen dient te worden gestort in de gemeentekas. De gemaakte onkosten worden op declaratiebasis vergoed.
Aanname geschenken & faciliteiten aangeboden door derden (en aan derden)
Raadsleden zullen uit hoofde van hun functie regelmatig geschenken of faciliteiten ontvangen, waarbij het de intentie is om een goede relatie met de gemeente Zwolle te onderhouden. Daartoe behoren geschenken die raadsleden ontvangen in verband met hun optreden bij officiële gelegenheden en geschenken en faciliteiten die alleen zijdelings verband houden met de uitoefening van de functie. Al deze geschenken worden aangemerkt als gemeente-eigendom. Wel kan er in de praktijk verschillend mee worden omgegaan.
Geschenken en giften, ontvangen uit hoofde van de functie of bij een officieel optreden namens de gemeenteraad, worden aangemerkt als gemeente-eigendom en als zodanig gemeld aan de raadsgriffier, of een door hem aangewezen persoon. Daarop wordt een gemeentelijke bestemming voor het geschenk bepaald. Ook geschenken of giften die in het vooruitzicht worden gesteld, worden gemeld. De raadsgriffier, of een door hem aangewezen persoon is belast met de zorg voor de registratie van geschenken en giften. In gedachte dient gehouden te worden dat aan aanbiedingen risico’s verbonden zijn. Daarom is toestemming voor het aannemen van geschenken nodig. Deze toestemming kan de burgemeester verlenen, die eventueel na terugkoppeling aan het betreffende raadslid, dit voorlegt aan het presidium. Onder bepaalde omstandigheden kan een geschenk met een waarde van een paar tientjes al onaanvaardbaar zijn.
Geschenken die raadsleden ontvangen en die een waarde vertegenwoordigen van € 50 of minder, kunnen worden behouden en behoeven niet te worden geregistreerd, tenzij het geschenk de kennelijke bedoeling heeft om de bestuurder te beïnvloeden. De tendens is dat kleine relatiegeschenken, die niet duur zijn, en die vrijblijvend aangeboden worden – die de onafhankelijkheid dus niet beperken – acceptabel zijn.
Uitnodigingen voor lunches, diners en recepties
Raadsleden hebben contacten met andere overheden, het bedrijfsleven en de burgers. De werkzaamheden van een raadslid brengen met zich mee dat een netwerk in stand gehouden moet worden. In dit kader is er regelmatig sprake van uitnodigingen voor lunches, diners en recepties die men ontvangt uit hoofde van de functie. Bij het accepteren van uitnodigingen voor diners e.d. van relaties van de gemeente kunnen raadsleden immer het belang van het contact verantwoorden. Niet functionele bezoeken zijn ook mogelijk, maar ook in dit geval geldt dat er een grote mate van openheid betracht moet worden zodat controle en verantwoording mogelijk is.
Uitnodiging voor reizen, verblijven en werkbezoeken
De ambtsuitoefening van raadsleden kan uitnodigingen met zich meebrengen. Hieronder zijn ook uitnodigingen voor (buitenlandse) reizen, verblijven en werkbezoeken.
Excursies en werkbezoeken op uitnodiging dienen functioneel te zijn en in het belang van de gemeente. Gemeentelijke vergoedingen zijn in beginsel afgestemd op belastingvrij te verstrekken vergoedingen. Voor meerdaagse buitenlandse dienstreizen en eendaagse (ook binnenlandse) dienstvliegreizen zijn er richtlijnen opgesteld. Deze zijn als volgt:
Indien een raadslid, in opdracht en op kosten van de gemeente de dienstreis maakt, gelden de volgende regels:
Invitaties voor reizen, verblijven en werkbezoeken op kosten van derden worden altijd aan het presidium voorgelegd.Bij de besluitvorming dient het gemeentebelang een doorslaggevende factor te zijn. Voorwaarde om op een uitnodiging in te gaan is de controleerbaarheid. Van buitenlandse reizen wordt een reisverslag overgelegd en wordt er melding van gemaakt in het jaarverslag. De raad is gemachtigd een (reis)programma aan te passen.
Reisafrekening geschiedt uiterlijk binnen 14 dagen na beëindiging van de dienstreis, door en onder verantwoordelijkheid van de raadsgriffier plaats te vinden. Indien het reiskrediet met 5% of meer is overschreden, dient hier (onder overlegging van de betreffende nota’s en belegstukken) verantwoording aan het presidium plaats te vinden, onder vermelding van de reden van overschrijding.
Gebruik gemeentelijke voorzieningen, faciliteiten en onkostenvergoedingen
Met het oog op hun functie-uitoefening beschikken raadsleden over interne voorzieningen van algemene aard, zoals computerapparatuur met toebehoren, telefoon, fax, etc., zoals ook verwoord in de brochure “De rechtspositie van gemeentelijke politieke ambtsdragers (raadsleden en commissieleden)”. Het beleid dat ten aanzien van het gebruik van voorzieningen en faciliteiten is ontwikkeld, is als volgt:
Voor de duur van de raadsperiode kunnen de raadsleden op verzoek een pc in bruikleen krijgen. De gemaakte telefoonkosten als gevolg van het gebruik van de apparatuur kunnen niet apart worden gedeclareerd bij de gemeente. Voor dergelijke kosten ontvangt het raadslid een vaste onkostenvergoeding, waarin een component is opgenomen voor telefoonkosten.
Raadsleden van de gemeente Zwolle hebben de beschikking over een individueel opleidingsbudget. Raadsleden kunnen dit budget gebruiken voor het volgen van opleidingen, cursussen, seminars e.d.. Raadsleden kunnen cursus- en opleidingsgelden declareren bij de gemeente, waarna deze kosten ten laste zullen worden gebracht van het individueel opleidingsbudget.
Aan de hand van overzichten ziet de raadsgriffier toe op het gebruik van gemeentelijke faciliteiten en het declaratiegedrag.
Declaraties worden zo veel mogelijk ingediend door middel van een daartoe ontwikkeld formulier. Kosten worden alleen vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond. Dit gebeurt door vermelding van de reden waarom de kosten zijn gemaakt en de daarbij betrokken personen. Zo veel als mogelijk is worden de relevante bescheiden overgelegd. Gemaakte kosten worden in de regel binnen een maand gedeclareerd.
Omgaan met vertrouwelijke informatie
Van raadsleden wordt verwacht dat zij vertrouwelijk omgaan met vertrouwelijke informatie en deze slechts gebruiken voor het doel waarvoor de informatie bedoeld is. Het oneigenlijk gebruik van kennis verkregen uit hoofde van het lidmaatschap van de Raad is niet aanvaardbaar; het prevaleren van eigenbelang of misbruik van voorkennis zijn in dit verband aparte voorbeelden. Een oneigenlijk gebruik wordt mede aanwezig geacht indien vertrouwelijke of geheime informatie openbaar wordt gemaakt.