Organisatie | Overijssel |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Regeling ligplaatsen Overijssel |
Citeertitel | Regeling ligplaatsen Overijssel |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 7-6-2011
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Provinciaal Blad nr. 2011/0092367
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-06-2011 | artikel 1 en 4 | 07-06-2011 Provinciaal Blad nr. 2011/0092367 | 2011/0092112 | ||
01-04-2010 | 10-06-2011 | nieuwe regeling | 16-03-2010 Provinciaal Blad nr. 2010/0042492 | - |
De provincie hecht grote waarde aan verkeersveiligheid, bereikbaarheid en leefbaarheid. Ter bescherming en ter bevordering hiervan is een goede doorstroming en een veilige afwikkeling van de scheepvaart op vaarwegen van belang. Een duidelijke en eenduidige regeling voor ligplaatsen draagt hieraan bij.
Provinciale staten mogen regelingen vaststellen voor hun vaarwegen, mits deze niet in strijd zijn met hogere regelgeving zoals de Scheepvaartverkeerswet. Voor het vaarwegbeheer heeft de provincie in hoofdstuk 4, paragraaf 3, van de omgevingsverordening enkele verbodsbepalingen opgenomen.
Het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) bevat algemene regels voor het ligplaats nemen. Hieraan moeten schippers zich altijd houden. In het BPR is ook geregeld dat gedeputeerde staten door middel van een verkeersbesluit kunnen aangeven waar het ligplaats nemen verboden dan wel toegestaan is. In 1990 zijn langs de provinciale vaarwegen verkeerstekens aangebracht waarbij ligplaatsverboden zijn ingesteld. Deze ligplaatsenverboden blijven krachtens het overgangsartikel van de nieuwe ligplaatsenregeling ongewijzigd.
De Richtlijn Vaarwegen 2005 (Rijkswaterstaat) beschrijft welke ruimte een vaartuig nodig heeft om te kunnen varen en manoeuvreren en welke ruimte in een bocht vrij moet blijven van begroeiing en bebouwing. Wanneer ruimte op de vaarweg resteert en het zicht niet beperkt wordt, kan een ontheffing voor een ligplaats worden afgegeven. De richtlijn heeft geen wettelijke status, maar de provincie hanteert de uitgangspunten van de richtlijn.
De regeling ligplaatsen is, net als de bepalingen in de Omgevingsverordening Overijssel 2009, gericht op:
• het verzekeren van de veiligheid en het vlotte verloop van het scheepvaartverkeer;
• het instandhouden van scheepvaartwegen;
• het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan en
• het voorkomen of beperken van schade door het scheepvaartverkeer aan de waterhuishouding, oevers en waterkeringen, of werken gelegen in of over scheepvaartwegen.
Voor het ligplaats nemen langs provinciale vaarwegen geldt op grond van de omgevingsverordening dat het altijd verboden is:
- het voor het scheepvaartverkeer noodzakelijke uitzicht op en bij scheepvaartwegen te belemmeren;
- de veiligheid en het vlotte verloop van het scheepvaartverkeer op de scheepvaartweg in gevaar te brengen.
Artikel 8. Aanvraag ontheffing
Een aanvraag voor een ontheffing als bedoeld in artikel 6 of 7 van deze regeling wordt in behandeling genomen na ontvangst van het volledig ingevulde aanvraagformulier zoals dat bij deze regeling is gevoegd (bijlage II).
[Toelichting: In beginsel geldt de regeling voor alle provinciale vaarwegen. Er zijn twee plaatsen uitgezonderd. In de Vaarweg Beukers-Steenwijk is een gedeelte waar bijzondere regelingen gelden. Met de gemeente Steenwijkerland is een overeenkomst gesloten voor een deel van de vaarweg. Daarnaast zijn een aantal ontheffingen verleend voor bijvoorbeeld rondvaartboten. In de vaarweg Almelo – De Haandrik is een strook uitgezonderd die ingevolge een overeenkomst door de gemeente Hardenberg kan worden gebruikt als de jachthaven vol is. Daarnaast is een strook verkocht aan de gemeente Twenterand, die daar ligplaatsen zal realiseren. ]
[Toelichting: In beginsel wordt een ligplaatsverbod aangegeven met een bord. Voor ruime wateren, waar vanwege hun breedte langs de oever aangebrachte verkeerstekens van het vaarwater onvoldoende kunnen worden waargenomen, zoals de meren in Noord West Overijssel is het voldoende om deze regeling bekend te maken . ]
[Toelichting: In het eerste onderdeel van artikel 5 is aangegeven dat de afstand tussen de woning en de vaarweg maximaal 20 meter bedraagt. Het is geen bezwaar indien er een openbare weg tussen de vaarweg en het perceel ligt. De bevoegde autoriteit beoordeelt de aanvraag op basis van de Richtlijn Vaarwegen (2005, of de meest recente versie) en de plaatselijke omstandigheden. ]
[Toelichting: In het zesde onderdeel van artikel 6 wordt aangegeven dat de benodigde vaarbreedte van de desbetreffende vaarweg ter plaatse vrij dient te blijven van afgemeerde schepen. In de Richtlijn Vaarwegen 2005 wordt beschreven welke ruimte een vaartuig nodig heeft om te kunnen varen en manoeuvreren. Naar aanleiding hiervan worden voor de provinciale vaarwegen o.a. de minimale bevaarbare breedte en de minimale bodem breedte van het vaarwater (= bevaarbare deel van de vaarweg) opgesteld (Baggerplan provincie Overijssel). De daadwerkelijke breedte van de vaarweg ter plaatse zal in vele gevallen minder zijn dan de norm. Dit heeft tot gevolg dat de breedte, die resteert voor het innemen van ligplaatsen, in vele gevallen minder zal zijn.
Na realisatie van het baggerplan resteert voor het ligplaats nemen in een vaarweg een exacte breedte ter plaatse. Deze breedte hangt nauw samen met de breedte van de vaarweg ter plaatse afgezet tegen de minimaal bevaarbare breedte van de vaarweg. Een eventuele resterende ligplaatsbreedte geldt voor beide zijden van de vaarweg. In de praktijk betekent dit dat aan één zijde van de vaarweg voor de helft aan ligplaatsbreedte kan worden ingenomen. ]
[Toelichting: Voor bepaalde bedrijven geldt dat zij hun oeverstrook nodig hebben voor hun bedrijfsmatige activiteiten. Daarom biedt de regeling voor deze bedrijven ruimere mogelijkheden om ontheffing te krijgen. Het gaat hier bijvoorbeeld om bedrijven in de watersport- of horecasector, de riethandel of om campings, maar het kunnen ook andere bedrijven zijn die voor hun bedrijfsvoering afhankelijk zijn van het gebruik van de vaarweg. ]