Organisatie | Winsum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit Individuele Voorzieningen Gemeente Winsum 2014 |
Citeertitel | Besluit Individuele Voorzieningen Gemeente winsum 2014 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Besluit Individuele Voorzieningen Gemeente Winsum 2013
Verordening Wmo
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 17-12-2013 De Wiekslag, 24-12-2013 | Onbekend |
Bij verstrekking van hulp in het huishouden in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt het vaststellen van de vierwekelijkse eigen bijdrage uitgevoerd door het CAK. Het opleggen, het innen en het eventueel verrekenen van de vierwekelijkse eigen bijdrage wordt uitgevoerd door het Menzis Wmo support.
Het bedrag dat de gehuwde personen indien een van beiden de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt of beiden die leeftijd nog niet hebben bereikt en bij een verzamelinkomen van meer dan € 29.174,00 maximaal aan eigen bijdrage dienen te betalen per vier weken wordt als volgt vastgesteld:
De vaststelling van een persoonsgebonden budget ten aanzien van hulp in de huishouding vindt als volgt plaats. Er wordt een bruto bedrag beschikbaar gesteld dat per uur bedraagt:
Hulp in het huishouden, categorie 1 (schoonmaakwerkzaamheden) € 17,06
Hulp in het huishouden, categorie 2 (schoonmaakwerkzaamheden met andere lichte ondersteuning in de huishouding) € 19,48
De budgethouder dient schriftelijke overeenkomsten te sluiten met de door hem of haar ingeschakelde hulpverleners.
Het persoonsgebonden budget wordt netto, na aftrek van de eigen bijdrage, rechtstreeks aan de belanghebbende of diens (wettelijke) vertegenwoordiger uitbetaald.
De volgende betalingsfrequentie is van toepassing op de jaarbedragen:
-een PGB tussen € 5.000,00 en € 7.500,00 op jaarbasis: per kwartaal
De hoogte van een woningaanpassing ten behoeve van het bereiken van het resultaat “wonen in een geschikt huis” zoals bedoeld in artikel 9 van de Verordening bedraagt ten hoogste
De financiële vergoeding of het persoonsgebonden budget voor woonvoorzieningen wordt vastgesteld als tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in de door het college geaccepteerde offerte.
De hoogte van de tegemoetkoming in de kosten van een woningsanering ten behoeve van het bereiken van het resultaat “wonen in een geschikt huis” zoals bedoeld in artikel 9 van de Verordening wordt bepaald door rekening te houden met de ouderdom van de voorziening (bijvoorbeeld vloerbedekking voor carapatiënten). Naarmate de bestaande stoffering ouder en gedeeltelijk afgeschreven is, neemt de kostenvergoeding af. Voor de bepaling van de afschrijving geldt de volgende richtlijn:
De hoogte van een door het college te verlenen financiële tegemoetkoming in de kosten van onderhoud, keuring en reparatie van een woonvoorziening ten behoeve van het resultaat “ wonen in een geschikt huis” zoals bedoel in artikel 9 van de Verordening bedraagt maximaal het in bijlage I genoemde bedrag.
Aan de eigenaar van de woonruimte kan door het college een financiële tegemoetkoming in de kosten in verband met huurderving worden verleend voor de periode van maximaal 6 maanden, te rekenen vanaf één maand na de melding of de tweede maand van de leegstand. Voor de berekening van de financiële tegemoetkoming wordt uitgegaan van de kale huur. De hoogte van de tegemoetkoming is nooit hoger dan de maximumhuur waarvoor individuele huurtoeslag wordt verleend.
Het bedrag dat als maximum verstrekt wordt bij het bezoekbaar maken van een woning als genoemd in artikel 22, lid 2 onder g van de Verordening bedraagt € 2.000,00.
Indien voorzieningen ten behoeve van het bereiken van resultaat “wonen in een geschikt huis” zoals bedoeld in artikel 9 van de Verordening het noodzakelijk maken dat extra grond moet worden verworven kan het college een bijdrage verlenen op basis van maximaal het aantal m² zoals vastgesteld in bijlage II.
Vóór aanvang van een woningaanpassing waarvan de totale kosten € 20.420,00 of hoger zijn ten tijde van de toekenning én bij een voorgenomen verkoop van de woning, dient de eigenaar-bewoner van de woning aan het college een taxatierapport van de woning te verstrekken. De vaststelling van de eventuele meerwaarde geschiedt door een beëdigd taxateur aan te wijzen door de eigenaar-bewoner en het college. De eigenaar-bewoner draagt zelf zorg voor de kosten van de taxatie.
De belanghebbende is verplicht om gedurende de gebruiksduur de getroffen voorziening of de aangeschafte zaak voldoende te laten onderhouden en voor zover van toepassing, toereikend te verzekeren.
Het persoonsgebonden budget of de financiële tegemoetkoming voor verhuiskosten of voorzieningen die van niet bouwkundige of woontechnische aard worden ineens en rechtstreeks aan de belanghebbende of diens (wettelijke) vertegenwoordiger uitbetaald.
Als een woonvoorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget of financiële tegemoetkoming wordt verstrekt is altijd een gereedmelding noodzakelijk. De gereedmelding gaat vergezeld van de op de werkzaamheden betrekking hebbende facturen. De gereedmelding leidt niet tot nabetaling.
De financiële tegemoetkoming of het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen ten behoeve van het resultaat “ zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel” zoals bedoeld in artikel 14 van de Verordening wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst-compenserende voorziening, indien nodig verhoogd met een bedrag voor onderhoud en reparatie, gebaseerd op het gemiddelde bedrag voor onderhoud en reparatie voor een periode van 7 jaar, uitgaande van een economische afschrijving van 7 jaar.
De financiële vergoeding of het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen ten behoeve van het resultaat “ zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel” zoals bedoeld in artikel 14 van de Verordening wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de huurprijs van de goedkoopstcompenserende voorziening inclusief onderhoud en reparatie zoals dat door het college aan de leverancier wordt betaald.
De belanghebbende is verplicht om gedurende de gebruiksduur de aangeschafte vervoersvoorziening voldoende te laten onderhouden. In geval van een scootmobiel is de belanghebbende verplicht om minimaal een aansprakelijkheidsverzekering (WA) af te sluiten gedurende de gebruiksduur van de scootmobiel. De normale gebruiksduur van een scootmobiel is 7 jaar.
De hoogte van een door het college te verlenen gemaximeerde financiële tegemoetkoming voor vervoersvoorzieningen ten behoeve van het resultaat “ zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel” zoals bedoeld in artikel 14 van de Verordening bedraagt:
Het verstrekken van een volgende vervoersvoorziening binnen afloop van de normale gebruiksduur kan slechts in die gevallen waarin dat ook bij naturaverstrekking gebeurt, als wijziging in medische of andere relevante omstandigheden daartoe aanleiding geven.
Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt vastgesteld als tegenwaarde van de goedkoopstcompenserende voorziening. Indien nodig verhoogd met een bedrag voor onderhoud en reparatie voor een periode van 7 jaar, uitgaande van een economische afschrijving van 7 jaar.
De belanghebbende is verplicht om gedurende de gebruiksduur de aangeschafte rolstoel voldoende te laten onderhouden. In geval van een electrische rolstoel is het verplicht om minimaal een aansprakelijkheidsverzekering (WA) af te sluiten gedurende de gebruiksduur van de rolstoel. De normale gebruiksduur van een rolstoel is 7 jaar.
Het verstrekken van een volgende voorziening binnen afloop van de normale gebruiksduur kan slechts in die gevallen waarin dat ook bij naturaverstrekking gebeurt, als wijziging in medische of andere relevante omstandigheden daartoe aanleiding geven.
Dit besluit kan worden aangehaald als het Besluit Individuele Voorzieningen gemeente Winsum 2014.
Aldus vastgesteld in zijn vergadering d.d. 17 december 2013.
Burgemeester en wethouders van de gemeente Winsum
Bijlage I – Maximale vergoeding van kosten in verband met onderhoud, keuring en reparatie als bedoeld in artikel 12, lid 4 van dit Besluit.
Maximale vergoeding van kosten van onderhoud, keuring en reparatie van liften ingevolge artikel 14, lid 1 onder e van de Verordening.
Alleen de werkelijk gemaakte kosten (met een maximum van de in de tabel genoemde bedragen) van keuring, onderhoud en reparatie aan de hieronder genoemde onderdelen komen in aanmerking voor een financiële tegemoetkoming:
Maximale toeslagen op bovengenoemde tarieven:
Bijlage 2 – Aantal m² waarvoor een financiële tegemoetkoming kan worden gegeven ingevolge artikel 14 van dit Besluit.
Verwerven van extra grond ten behoeve van een aanbouw of uitbreiding van een bepaald vertrek indien dit op grond van ergonomische belemmeringen noodzakelijk zou zijn.
Het aantal m² dat voor een financiële tegemoetkoming in aanmerking komt is per vertrek (zie onderstaand tabel) gemaximeerd.
Aantal m2 per vertrek in een zelfstandige woning
Het aantal m² verhard pad tussen de openbare weg en de hoofdingang tot een woonruimte, dan
wel tussen een tweede ingang en een berging en/of tuinpoort dat bij het nieuw aanleggen van
paden, dan wel bij het aanpassen van bestaande paden ten hoogste voor financiële
tegemoetkoming in aanmerking komt bedraagt 20 m².
Het aantal m² verharding ten behoeve van de aanleg van een terras dan wel de aanpassing van
een bestaand terras, direct bij de woonruimte, dat ten hoogste voor vergoeding in aanmerking