Organisatie | Leusden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening rioolheffing 2014 |
Citeertitel | Verordening rioolheffing 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.
Deze verordening vervangt per 1 januari 2014 de Verordening rioolheffing 2013.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 12-12-2013 Leusder Krant, 18-12-2013 | 215796 |
De raad van de gemeente Leusden;
gelezen het voorstel van het college d.d. 5 november 2013, nummer 215885;
gelet op artikel 228a van de Gemeentewet;
Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2014
Artikel 2 Aard van de belasting
Onder de naam ‘rioolheffing’ wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
Artikel 4 Zelfstandige gedeelten
Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
2. Indien de belastingplicht als bedoeld in het eerste lid in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel driehonderdvijfenzestigste gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle etmalen overblijven.
3. Indien de belastingplicht als bedoeld in het eerste lid in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel driehonderdvijfenzestigste gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle etmalen overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.
Artikel 10 Termijn van betaling
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moet de belastingaanslag worden betaald in één termijn die vervalt twee maanden na dagtekening van de aanslag.
2. Belastingaanslagen waarvan de dagtekening in het desbetreffende belastingjaar ligt en waarvoor de belastingplichtige een machtiging heeft afgegeven om deze af te schrijven door middel van automatische incasso, dienen te worden betaald in zoveel gelijke maandelijkse termijnen als er na de dagtekening van de aanslag nog in het desbetreffende heffingsjaar volle danwel gedeeltelijke kalendermaanden resteren, met dien verstande dat het aantal maandelijkse termijnen niet minder dan twee bedraagt. Voor de overige aanslagen geldt onverkort de in lid 1 neergelegde hoofdregel.
4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rioolheffing.
Artikel 12 Overgangsbepaling, inwerkingtreding en citeertitel
1. De Verordening rioolheffing 2013, vastgesteld bij raadsbesluit van