Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Peel en Maas

Beleidsregel bijdrage sociaal-culturele en educatieve activiteiten minima 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatiePeel en Maas
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel bijdrage sociaal-culturele en educatieve activiteiten minima 2012
CiteertitelBeleidsregel bijdrage sociaal-culturele en educatieve activiteiten minima 2012
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Onbekend
  2. Algemene wet bestuursrecht, art. 4:81
  3. Wet werk en bijstand, art. 35
  4. Verordening maatschappelijke participatie WWB Peel en Maas, art. 5

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-07-201201-01-2015nieuwe regeling

26-06-2012

elektronisch gemeenteblad 04-07-2012

1894/2012/094237

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel bijdrage sociaal-culturele en educatieve activiteiten minima 2012

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN PEEL EN MAAS

Gelet op:

artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

artikel 35 van de Wet werk en bijstand;

artikel 5 van de Verordening maatschappelijke participatie WWB Peel en Maas

 

Overwegende dat:

het wenselijk is een bijdrageregeling voor de deelname aan sociaal-culturele en educatieve activiteiten vast te stellen voor de minima;

 

BESLUITEN:

 

Vast te stellen de volgende beleidsregel:  

 

Beleidsregel bijdrage sociaal-culturele en educatieve activiteiten minima 2012

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Rechthebbende

    • a.

      de alleenstaande van 18 jaar of ouder zonder of met geringe draagkracht uit inkomen en zonder in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 5 en 7;

    • b.

      de alleenstaande ouder van 18 jaar en ouder zonder of met geringe draagkracht uit inkomen en zonder in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 5 en 7;

    • c.

      gehuwden, dan wel daarmee volgens de Wet werk en bijstand gelijkgestelden, zonder of met geringe draagkracht uit inkomen en zonder in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 5 en 7.  

  • 2.

    Kosten sociaal-cultureleactiviteiten

    Dit betreft activiteiten die een positieve bijdrage leveren aan de sociale, culturele en/of sportieve ontwikkeling van belanghebbende en een bijdrage kunnen leveren aan de voorkoming of opheffing van een sociaal-maatschappelijk isolement, zoals:

    • a.

      lidmaatschap/contributie verenigingen, clubs, organisaties en instellingen en direct daarmee samenhangende kosten;

    • b.

      zwem- en muzieklessen voor het behalen van diploma A en B;

    • c.

      kosten vrij zwemmen;

    • d.

      abonnement krant en TV gids;

    • e.

      lidmaatschap kerkradio;

    • f.

      vormingscursussen en –activiteiten;

    • g.

      alle soorten van sportbeoefening;

    • h.

      abonnement op telefoonaansluitingen;

    • i.

      EHBO lessen, enz.

  • 3.

    Kosten educatieve activiteiten

    Bedoeld worden onvermijdelijke kosten die ouders hebben als hun kinderen naar school gaan en waarvoor zij als gevolg van hun inkomen onvoldoende middelen hebben om deze te bekostigen, zoals:

    • a.

      kosten van schoolreizen en kampweken

    • b.

      overblijfkosten;

    • c.

      gym- en regenkleding;

    • d.

      fiets;

    • e.

      boekentas en bureau;

    • f.

      internetaansluiting;

    • g.

      ouderbijdragen.  

  • 4.

    Bijdrage

    Geldelijke bijdrage in de kosten van deelname aan onder 2 en 3 genoemde activiteiten.  

  • 5.

    Netto inkomen

    Een inkomen als bedoeld in artikel 32 van de Wet werk en bijstand. Zie artikel 4 lid 2.  

  • 6.

    Van toepassing zijnde bijstandsnorm

    De in de artikelen 20, 21 en 22 van de Wet werk en bijstand en in de “Toeslagenverordening WWB Peel en Maas” genormeerde bedragen.

  • 7.

    Minderjarig kind

    Het tot het gezin behorend kind ouder dan 4 en jonger dan 18 jaar, waarvoor de ouder(s) en/of verzorger(s) in overwegende mate in de kosten van levensonderhoud voorzien. Voor het kind jonger dan 4 jaar dienen de kosten aantoonbaar te zijn.  

  • 8.

    Peildatum

    1 juli

Artikel 2 Kring van rechthebbenden

  • 1.

    Voor een bijdrage komen in aanmerking:

    • a.

      rechthebbenden als bedoeld in artikel 1 lid 1 van deze beleidsregel;

    • b.

      die Nederlander zijn dan wel met Nederlanders gelijkgesteld kunnen worden in overeenstemming met artikel 11 lid 2 en 3 van de Wet werk en bijstand;

    • c.

      die ingeschreven staan in het bevolkingsregister van de gemeente en daar hun hoofdverblijf hebben.

  • 2.

    Voor een bijdrage komen tevens in aanmerking personen bedoeld in het eerste lid die zelfstandig wonen in een begeleid wonen project. 

  • 3.

    Geen recht op een bijdrage hebben:

    • a.

      personen verblijvend in een inrichting als bedoeld in artikel 1 onder f van de Wet werk en bijstand;

    • b.

      personen van 18 jaar en ouder die in aanmerking komen voor WTOS (Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten) of voor WSF 2000 (Wet studiefinanciering 2000).

Artikel 3 Hoogte van de bijdrage

  • 1.

    De bijdrage in de kosten van deelname aan sociaal-culturele activiteiten bedraagt voor iedere rechthebbende van 18 jaar en ouder € 100,00 per jaar.

  • 2.

    De bijdrage in de kosten van deelname aan sociaal- culturele activiteiten bedraagt voor elk minderjarig kind € 155,00 per jaar.

  • 3.

    De bijdrage in de kosten van educatieve activiteiten bedraagt:

    • a.

      € 75,00 per jaar per kind op de basisschool;

    • b.

      € 150,00 per jaar per kind op de middelbare school;

    • c.

      € 300,00 eenmalig per kind bij de overgang van basisschool naar middelbare school.

  • 4.

    De bijdrage kan jaarlijks worden aangepast met het wettelijke indexeringspercentage voor alimentatie. Het bedrag wordt afgerond op hele euro’s. De geldende bedragen staan vermeld in de bij deze beleidsregel behorende bijlage.

Artikel 4 Bepalen van het inkomen

  • 1.

    Het inkomen wordt vastgesteld op het moment van de peildatum.

  • 2.

    Het inkomen wordt vastgesteld op het netto inkomen over de laatste betalingsperiode voorafgaand aan de peildatum, omgerekend naar een maandbedrag.

  • 3.

    Als ten tijde van de aanvraag sprake is van een inkomensachteruitgang ten opzichte van de peildatum van 15% of meer, geldt onder lid 1 en 2 de aanvraagdatum in plaats van de peildatum.

Artikel 5 Inkomensgrens

  • 1.

    Bij een netto inkomen tot 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm heeft men recht op de volledige vergoeding;

  • 2.

    Bij een netto inkomen van meer dan 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm heeft men geen recht op een bijdrage.  

Artikel 6 Bepalen van het vermogen

  • 1.

    Het vermogen wordt vastgesteld op het moment van de peildatum.

  • 2.

    Het vermogen wordt vastgesteld op de som van de actuele saldi van alle bank-, giro-, spaar- en/of effectenrekeningen van de alleenstaande dan wel het gezin. Er geldt een extra vermogensvrijlating voor 65 plussers die geen begrafenisverzekering hebben afgesloten (zie bijlage 1)

  • 3.

    Als ten tijde van de aanvraag sprake is van een verantwoorde intering van het vermogen ten opzichte van de peildatum, geldt onder lid 1 en 2 de aanvraagdatum in plaats van de peildatum.  

Artikel 7 Draagkracht uit vermogen

De draagkracht uit vermogen bedraagt 100% bij een vermogen boven de vermogensgrens als bedoeld in artikel 34 van de Wet werk en bijstand.  

Artikel 8 Recht op een tegemoetkoming

  • 1.

    Voor de vaststelling van het recht op een bijdrage is vereist dat de rechthebbende als bedoeld in artikel 1 lid 1 van deze beleidsregel ten behoeve van zichzelf, zijn partner en/of minderjarig(e) kind(eren), kosten heeft (gehad) in verband met het deelnemen aan het maatschappelijke verkeer in de vorm van sociaal-culturele en/of educatieve activiteiten.

  • 2.

    Het recht op een bijdrage wordt jaarlijks beoordeeld en vangt aan op de peildatum.

  • 3.

    Wanneer er tijdens het jaar recht op een bijdrage ontstaat of verloren gaat bestaat maximaal voor een half jaar recht op de bijdrage. De halfjaarlijkse periodes lopen van 1 juli tot en met 31 december en van 1 januari tot en met 30 juni.

Artikel 9 Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag voor vergoeding van de kosten van of in verband met deelname aan activiteiten wordt gedaan door middel van een daarvoor bestemd aanvraag formulier. In bijlage 2 is een kopie van het aanvraagformulier sociaal-culturele en educatieve activiteiten 2012 opgenomen.

  • 2.

    De aanvrager is gehouden de gevraagde gegevens te overleggen.

  • 3.

    Indien de gegevens van rechthebbende(n) bij de gemeente bekend zijn, kan de bijdrage ambtshalve worden toegekend.

Artikel 10 Controle

Controle op de besteding van de bijdrage kan achteraf plaatsvinden door middel van een steekproef.

Artikel 11 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel bijdrage sociaal-culturele en educatieve activiteiten minima 2012.

  • 2.

    Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag, volgende op die van haar bekendmaking.

  • 3.

    De beleidsregel bijdrage sociaal-culturele en educatieve activiteiten, zoals vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Peel en Maas op 15 maart 2011, wordt ingetrokken met ingang van de datum waarop deze beleidsregel in werking treedt.  

Aldus vastgesteld op 26 juni 2012 door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Peel en Maas,

  

de gemeentesecretaris, de burgemeester,

drs. H. Mensink, W.J.G. Delissen-van Tongerlo

Bijlage 1.

Voor 2012 en 2013 worden de bedragen vastgesteld volgens het hieronder aangegeven overzicht.

 

Artikel 3 . Hoogte van de bijdrage

3.1

bedrag genoemd; deelname aan sociaal culturele activiteiten 18jeo    

€ 100,-

3.2

bedrag genoemd; deelname aan sociaal culturele activiteiten kinderen 

€ 155,-

3.3

onder a; educatieve activiteiten basisschool              

onder b; middelbare school                                                        

onder c; eenmalig overgang van basis  naar middelbare school            

€ 75,- per kind

€ 150,- per kind € 300,- per kind

Artikel 6 onder 2: Draagkracht uit vermogen

6.2

Extra vermogensvrijlating indien geen uitvaartverzekering is afgesloten.

€ 2.300,- per persoon van 65 jaar e.o.

Bijlage 2

AanvraagformulierSociaal Culturele en Educatieve activiteiten 2012

Peildatum 01 juli 2012

1.Persoonsgegevens

Naam aanvrager

 

Naam partner

 

Adres

 

Postcode en woonplaats

 

Telefoonnummer:

Geboortedatum

Aanvrager:

Partner:

BSN

Aanvrager:

Partner:

Rekeningnummer

 

bank giro

(kopie geldig legitimatiebewijs, paspoort, identiteitskaart of verblijfsdocument bijvoegen. Let op : geen rijbewijs!)

2. Sociaal culturele en educatieve activiteiten voor schoolgaande kinderen van 4 tot 18 jaar

Naam kind

Geboortedatum

Naam school

Soort onderwijs

Leerjaar

1.

 

 

 

 

2.

 

 

 

 

3.

 

 

 

 

4.

 

 

 

 

(bij meer kinderen kunt u ze bijschrijven op het formulier)

3. Sociaal culturele activiteiten voor volwassenen

Deelnemende persoon

Naam

1.Aanvrager

 

2.Partner

 

4. Verblijven er in uw woning nog andere personen? Ja Nee

Zo ja, vul dan hieronder de gegevens in.

Naam

Geboortedatum

Familierelatie

1.

 

 

2.

 

 

5. Wat voor inkomen ontvangt u, en/of uw partner en/of uw inwonende kinderen?

Naam

Soort inkomen

Werkgever/instantie

Netto bedrag per maand

1.

 

 

 

2.

 

 

 

3.

 

 

 

4.

 

 

 

Voorbeelden van inkomen zijn: loon, heffingskorting, alimentatie, kostgeld, uitkering ZW, WAO, WW, AOW, studiefinanciering, pensioen, belastingteruggave, inkomsten als zelfstandige, (onder)verhuur etc. Zo ja, vul dan hieronder de gegevens in.Voeg van elk inkomen bewijsstukken over de maanden mei enjuni2012 bij.

 

6.Hoeveel geld bezit u op dit moment?

Het vermogen van uw eventuele partner en minderjarige kinderen moet u ook vermelden. U moet hier alle bank-, giro-, spaar- en effectenrekeningen/-portefeuilles opgeven.

Voeg van elke rekening kopieën bij van het afschrift over de maand juni 2012!

Soort rekening

Nummer

Saldo

1.

 

2.

 

3.

 

4.

 

Totaal

Ik verklaar dit formulier naar waarheid te hebben ingevuld. Ik ben mij er van bewust dat het geven van onjuiste informatie kan leiden tot terugvordering van de ten onrechte verstrekte vergoeding.

Ik verklaar dat ik het bedrag besteedt aan de activiteiten waarvoor ze bedoeld zijn en gaan ermee akkoord dat achteraf gevraagd kan worden aannemelijk te maken dat het geld besteed is voor de betreffende voorziening.

Plaats en datum:___________________________________________________________

Handtekening aanvrager: Handtekening partner:

__________________________ __________________________

In te vullen door de gemeente

 

 

Paraaf voor akkoord

Datum aanvraag

 

 

Bewijsstukken compleet

Ja / Nee

 

Gezinssamenstelling

 

 

Hoogte inkomen

 

 

Draagkracht uit vermogen

Ja / Nee

 

Toekenning 100 %:

Belanghebbende heeft een inkomen onder 110% van de van toepassing zijnde norm en een vermogen beneden de vermogensgrens (artikel 34 WWB)

Kind basisschool

X € 230,00 =

 

Kind middelbare school

X € 305,00 =

 

Overgang van basis naar middelbare school

X € 300,00 =

 

Sociaal cultureel volwassenen

X € 100,00 =

 

 

Totaal toe te kennen

 

Toelichting:

Datum: Naam en paraaf consulent:

______________________ ______________________________