Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Tubbergen

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTubbergen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2014
CiteertitelVerordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2014
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 33

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-03-2014Nieuwe regeling

17-02-2014

Gemeenteblad 2014, 12

11

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2014

De raad van de gemeente Tubbergen,

gelezen het voorstel van het presidium van 7 februari 2014, nr. 11A;

gelet op het advies van de commissie Samenleving en Bestuur van 3 februari 2014;

gelet op het bepaalde in artikel 33, derde lid van de gemeentewet

B E S L U I T:

Vast te stellen de navolgende:

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2014

Paragraaf 1: Ambtelijke bijstand

Artikel 1 – Verzoek om informatie

  • 1.

    Een raadslid wendt zich tot de griffier met een verzoek om:

    • a.

      feitelijke informatie van geringe omvang;

    • b.

      inzage in of afschrift van documenten die openbaar zijn en zich onder het beheer van de gemeente bevinden;

    • c.

      bijstand bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere bijstand.

  • 2.

    De informatie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a of b, wordt door de griffier, of op verzoek van de griffier door een ambtenaar van openbaar lichaam Noaberkracht Dinkelland Tubbergen, hierna te noemen ambtenaar, gegeven.

  • 3.

    Indien een ambtenaar twijfelt of het verzoek betrekking heeft op informatie bedoeld in het eerste lid, onderdeel a of b, stelt hij de algemene directie van openbaar lichaam Noaberkracht Dinkelland Tubbergen, hierna te noemen algemene directie, daarvan in kennis. De algemene directie neemt een besluit na overleg met de griffier.

  • 4.

    De bijstand, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, wordt verleend door de griffier. Indien de gevraagde bijstand niet door de griffier kan worden verleend, kan de griffier de algemene directie verzoeken, één of meer ambtenaren aan te wijzen, die de gevraagde bijstand zo spoedig mogelijk verlenen. Deze ambtenaar (ambtenaren) stelt (stellen) de griffier in kennis van de inhoud van de door hem (hen) verleende bijstand.

  • 5.

    Indien het verzoek om bijstand een omvangrijke inzet van één of meer ambtenaren vraagt en dat niet tijdig kan worden ingepast in de planning van het betrokken organisatieonderdeel, deelt de algemene directie dit mee aan de griffier onder opgave van redenen. De griffier treedt hierover in overleg met het raadslid dat het verzoek heeft ingediend.

Artikel 2 – Verlenen van ambtelijke bijstand

  • 1.

    Een ambtenaar verleent op verzoek van de griffier of de algemene directie ambtelijke bijstand aan een raadslid, tenzij:

    • a.

      het door het raadslid aangegeven doel van de te verlenen ambtelijke bijstand niet in een reële verhouding staat tot de hiervoor noodzakelijke ambtelijke inspanning;

    • b.

      het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad;

    • c

      dit het belang van de gemeente kan schaden.

  • 2.

    De algemene directie beoordeelt of ambtelijke bijstand op grond van het eerste lid geweigerd wordt.

  • 3.

    Indien de bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd, deelt de algemene directie dit met redenen omkleed mee aan de griffier. De griffier informeert het raadslid dat het verzoek heeft ingediend.

Artikel 3 – Weigering verzoek ambtelijke bijstand

  • 1.

    Indien het verzoek om bijstand van een ambtenaar door de algemene d

    irectie wordt geweigerd, kan de griffier of het betrokken raadslid het verzoek voorleggen aan de burgemeester.

  • 2.

    De burgemeester legt het verzoek ter beslissing voor aan het dagelijks bestuur van openbaar lichaam Noaberkracht Dinkelland Tubbergen, hierna te noemen het dagelijks bestuur.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur deelt zijn beslissing zo spoedig mogelijk mee aan de burgemeester. Deze licht daarop zo spoedig mogelijk de griffier of het betrokken raadslid in.

Artikel 4 – Geschil over ambtelijke bijstand

  • 1.

    Indien een raadslid niet tevreden is over door een ambtenaar verleende bijstand, doet hij hiervan mededeling aan de griffier. De griffier voert zo nodig overleg met de algemene directie.

  • 2.

    Indien overleg tussen het betrokken raadslid en de griffier, al dan niet na het overleg als bedoeld in het eerste lid, niet leidt tot een voor het raadslid, de griffier en, indien van toepassing, de algemene directie bevredigende oplossing, leggen zij de zaak ter beslissing voor aan het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur beslist zo spoedig mogelijk.

Artikel 5 – Hoeveelheid ambtelijke bijstand

Elk raadslid heeft per jaar recht op 10 uren ambtelijke bijstand als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c. Indien een raadslid de functie vervult van fractievoorzitter bedraagt dit aantal uren 25.

Artikel 6 – Informatie en verantwoording college

  • 1.

    Indien het college of leden van het college informatie wensen over een verzoek om ambtelijke bijstand of de verstrekte informatie, wenden zij zich daartoe rechtstreeks tot het betrokken raadslid.

  • 2.

    Een ambtenaar is aan het college geen verantwoording verschuldigd met betrekking tot de inhoud van de door hem verleende bijstand of het door hem gegeven advies, tenzij hij daarbij heeft gehandeld in strijd met een wettelijke regeling.

Artikel 7 – Afhandeling ambtelijke bijstand

Indien een verzoek om ambtelijke bijstand is afgehandeld, stelt de ambtenaar die de ambtelijke bijstand heeft verleend, de griffier hiervan op de hoogte.

Artikel 8 – Bewaking correcte toepassing

Het dagelijks bestuur, de burgemeester, de griffier en de algemene directie waken in gezamenlijkheid over de correcte toepassing van paragraaf 1 van deze verordening en in het bijzonder over het gegeven dat de bij de ambtelijke bijstand, als bedoeld in artikel 1, betrokken ambtenaren onafhankelijk hun werkzaamheden kunnen verrichten.

Paragraaf 2 – Fractieondersteuning

Artikel 9 – Recht op financiële vergoeding

  • 1.

    De fracties ontvangen jaarlijks een door de raad vast te stellen financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie.

  • 2.

    Deze bijdrage bestaat uit een vast deel voor elke fractie. Daarnaast ontvangt elke fractie een bedrag per raadszetel.

Artikel 10 – Besteding financiële vergoeding

  • 1.

    Fracties besteden de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken.

  • 2.

    De bijdrage mag niet gebruikt worden ter bekostiging van:

    • a.

      uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

    • b.

      betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

    • c.

      giften;

    • d.

      uitgaven welke dienen bestreden te worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden toekomen.

Artikel 11 – Voorschot bijdrage fractieondersteuning

  • 1.

    De bijdrage voor fractieondersteuning wordt, vóór 31 januari van een kalenderjaar, als voorschot op dat kalenderjaar verstrekt.

  • 2.

    In een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden wordt het voorschot verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt wordt het voorschot verstrekt voor de overige maanden van dat jaar.

  • 3.

    Het voorschot wordt verrekend met teveel ontvangen voorschotten in jaren waarvoor de raad de bedragen heeft vastgesteld bedoeld in artikel 13, tweede lid.

Artikel 12 - Fractieomvang

  • 1.

    Indien het zeteltal van een fractie ten gevolge van verkiezingen verandert, wijzigt de bijdrage

    • a.

      bij vermindering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt;

    • b.

      bij vermeerdering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt.

  • 2.

    Bij splitsing van een fractie wordt de op grond van artikel 9, tweede lid, vastgestelde bijdrage voor de oorspronkelijke fractie verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden.

  • 3.

    Bij splitsing van een fractie wordt het aan de oorspronkelijke fractie verstrekte voorschot verrekend overeenkomstig de verdeling die volgt uit het tweede lid.

Artikel 13 - Reservering

  • 1.

    De raad reserveert het in enig jaar niet gebruikte gedeelte van de bijdrage toekomend aan een fractie ter besteding door die fractie in volgende jaren.

  • 2.

    De reserve is niet groter dan 30% van de bijdrage die de fractie in het voorgaande kalenderjaar toekwam ingevolge artikel 8.

  • 3.

    Het beroep in enig jaar op de opgebouwde reserve, komt tot uitdrukking in de afrekening als bedoeld in artikel 13 over dat jaar. Bevoorschotting vindt desgevraagd plaats.

  • 4.

    De reserve blijft na verkiezingen beschikbaar voor de fractie die onder dezelfde naam terugkeert, dan wel voor de fractie die naar het oordeel van de raad als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd.

  • 5.

    Als bij zetelverlies de reserve voor een fractie hoger zou worden dan aangegeven in het tweede lid, vervalt het recht op dat meerdere.

  • 6.

    Bij splitsing van een fractie, wordt de reserve verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden, voor zover deze reserve niet meer bedraagt dan 30% van de bijdrage die de oorspronkelijke fractie in het voorgaande kalenderjaar ontving.

Artikel 14 - Verantwoording en verrekening

  • 1.

    Elke fractie legt, binnen drie maanden na het einde van een kalenderjaar, aan de raad verantwoording af over de besteding van de bijdrage voor fractieondersteuning onder overlegging van een verslag.

  • 2.

    De raad stelt de bedragen vast van:

    • a.

      de uitgaven van een fractie die in het vorige kalenderjaar uit de bijdrage bekostigd zijn;

    • b.

      de wijziging van de reserve;

    • c.

      de resterende reserve;

    • d.

      de verrekening tussen de in onderdeel a. genoemde uitgaven en het ontvangen voorschot en, voor zover nodig, de hoogte van de terugvordering van ontvangen voorschotten.

Paragraaf 3 Slotbepaling

Artikel 15
  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening ambtelijke bijstand en fractie-ondersteuning 2014.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 27 maart 2014.

  • 3.

    Bij inwerkingtreding van deze verordening vervalt de Verordening op de ambtelijke bijstand 2003.

Aldus besloten in de openbare

vergadering van 17 februari 2014

de griffier, de voorzitter,

H.J.M.J. van Limbeek-ter Haar, mr. M.K.M. Stegers