Organisatie | Enschede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Hondenbelasting 2014 |
Citeertitel | Verordening Hondenbelasting 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | fiscaal |
Deze regeling is vervangen door de Verordening Hondenbelasting 2015
gelet op artikel 226 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2015 | Intrekking | 08-12-2014 Digitaal Gemeenteblad, 24 december 2014 | Onbekend. | |
01-01-2014 | 01-01-2015 | . | 16-12-2013 huis aan huis d.d. 18 december 2013 | gemeentebladnr. 270 |
Onder de naam ‘hondenbelasting’ wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.
1 Belastingplichtig is de houder van een hond.
2 Als houder van een hond wordt aangemerkt degene die, onder welke titel ook, een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.
3 Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 232, vierde lid, onderdeel a, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van het huishouden.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld heffing naar tijdsgelang
1 De belasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar of, als dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt of het aantal honden dat wordt gehouden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting, verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
3 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, of het aantal honden dat door de belastingplichtige wordt gehouden in de loop van het belastingjaar vermindert, wordt ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na het tijdstip van beëindiging van de belastingplicht of de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,-.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid kunnen op verzoek van de belastingplichtige de aanslagen worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste twee bedraagt en maximaal 10, indien aan het navolgende wordt voldaan:
a het totaal bedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen hondenbelasting of andere belastingen moet minder zijn dan € 6.200,--;
b de verschuldigde bedragen moeten door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven.
De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
3 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 11 Nadere regels door het dagelijks bestuur van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente
Het dagelijks bestuur van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.