Organisatie | Enschede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Haven-, kade- en opslaggeld 2014 |
Citeertitel | Verordening Haven-, kade- en opslaggeld 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | fiscaal |
Deze regeling is vervangen door de Verordening op de heffing en invordering van haven-, kade- en opslaggelden 2015
gelet op artikel 229, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2015 | intrekking | 21-10-2014 Digitaal Gemeenteblad, 15 januari 2015 | Onbekend. | |
01-01-2014 | 01-01-2015 | . | 16-12-2013 huis aan huis d.d. 18 december 2013 | gemeentebladnr. 267 |
Onder de naam van ‘havengeld’ wordt een recht geheven ter zake van het gebruik van het voor de openbare dienst bestemde gemeentelijk vaarwater door vaartuigen die worden gebezigd dan wel bestemd of geschikt zijn voor het vervoer van goederen of van andere voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen en voor het genot van de diensten die in verband daarmee worden verleend.
Het havengeld wordt niet geheven voor:
a vaartuigen welke middellijk of onmiddellijk in gebruik zijn bij het Rijk voor de naleving of handhaving van de scheepvaartreglementen en het beheer en onderhoud van de Twentekanalen;
b vaartuigen toebehorende aan de gemeente Enschede;
c roeiboten behorende bij vaartuigen waarvoor havengeld wordt geheven;
d vaartuigen voor de beroepsscheepvaart die, zonder in gemeentelijk vaarwater te laden en /of te lossen, dit binnen vier uur na aankomst, de zondag niet meegerekend, wederom verlaten hebben;
e vaartuigen die uitsluitend voor het uitvoeren van reparaties in gemeentelijk vaarwater verblijven;
f sleepboten die niet langer dan vierentwintig uur in gemeentelijk vaarwater verblijven;
Voor de toepassing van de tarieven:
wordt bij gebreke van een meetbrief of enig ander document of bij weigering om één van genoemde stukken te vertonen, wordt de waterverplaatsing door de gemeenteambtenaar belast met de heffing van gemeentelijke belastingen als bedoeld in artikel 232, vierde lid, onderdeel a, van de Gemeentewet vastgesteld en wordt het havengeld naar de uitkomst daarvan geheven;
2 De heffing van havengeld voor een reis geeft recht op een onafgebroken gebruik van het gemeentelijk vaarwater gedurende veertien achtereenvolgende dagen, doch niet op een vaste ligplaats.
3 Indien de in het tweede lid genoemde termijn van veertien dagen eindigt op een zondag of een algemeen erkende christelijke feestdag, wordt deze termijn verlengd met zoveel dagen als er zon- en feestdagen na het einde van de voornoemde termijn, direct daarop aansluitend, volgen, vermeerderd met één.
4 Bij een voortgezet verblijf wordt voor vaartuigen waarvoor het havengeld is geheven na afloop van het in het tweede lid van dit artikel genoemde tijdvak en voorts telkens na verloop van een tijdvak van veertien achtereenvolgende dagen het havengeld opnieuw geheven; dit havengeld wordt uitsluitend berekend naar de waterverplaatsing.
Artikel 10 Navordering, restitutie en overschrijving van bewijs van betaling
Indien een vaartuig waarvoor het havengeld bij wijze van abonnement is geheven, in de loop van de abonnementsduur wordt vervangen door een vaartuig met een grotere waterverplaatsing, dan wordt over het verschil alsnog havengeld geheven. Het nog te heffen havengeld bedraagt alsdan het verschil tussen het havengeld berekend naar de waterverplaatsing van het vervangende vaartuig en het oorspronkelijk geheven havengeld, een en ander berekend over de periode dat er nog volle maanden in het abonnement overblijven.
Indien een vaartuig, waarvoor het havengeld bij wijze van abonnement is geheven, in de loop van de abonnementsduur wordt vervangen door een vaartuig met een kleinere waterverplaatsing, dan vindt op verzoek teruggaaf van havengeld plaats voor het verschil. Het terug te geven havengeld bedraagt alsdan het verschil tussen het oorspronkelijk geheven havengeld en het havengeld berekend naar de waterverplaatsing van het vervangende vaartuig, een en ander berekend over de periode dat er nog volle maanden in het abonnement overblijven.
Indien de belasting bij wijze van abonnement is geheven, wordt voor een vaartuig dat in de loop van de abonnementsperiode het gemeentelijke vaarwater heeft verlaten en daarin door overmacht niet heeft kunnen terugkeren, op aanvraag ontheffing van belasting verleend over het aantal volle maanden dat de overmachtssituatie heeft bestaan. Het bestaan van overmachtssituatie en de duur daarvan moeten schriftelijk worden aangetoond.
Hoofdstuk 3 Van het Kade- en Opslaggeld
Onder de naam ‘kade- en opslaggeld’ wordt een recht geheven voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde werken en inrichtingen door de gemeente ten behoeve van de scheepvaart gemaakt, die in beheer of onderhoud zijn bij de gemeente.
Belastingplichtig is degene, die gebruik maakt van de gemeentelijke kade of het gemeentelijk opslagterrein, voor het daarop plaatsen van goederen of voor het laden of lossen van voor de kade liggende vaartuigen.
Artikel 15 Ontstaan van de belastingschuld
De belastingschuld ontstaat bij aanvang van het gebruik van de gemeentelijke kade en/of het opslagterrein.
Indien voor het verstrijken van de termijn het gebruik, waarvoor het onder Hoofdstuk 3, lid 1, onder b genoemde opslaggeld is betaald, niet meer plaatsvindt, wordt teruggaaf verleend van het gedeelte der betaalde gelden het welk overblijft na aftrek van de opslaggelden, welke voor het plaatsgevonden gebruik worden geheven.
Onder de naam “liggeld” wordt een recht geheven voor het innemen van een ligplaats met een pleziervaartuig, kano, roeiboot en/of woonboot op de aangewezen ligplaatsen binnen de gemeente.
Belastingplichtig is degene, die met een pleziervaartuig, kano, roeiboot of woonboot gebruik maakt van een ligplaats in de gemeentelijke jachthaven.
Artikel 21. Ontstaan van de belastingschuld
De rechten worden geheven bij wege van aanslag of bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder wordt begrepen een nota of andere schriftuur.
Artikel 25. Nadere regels door het dagelijks bestuur van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente
Het dagelijks bestuur van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de in deze verordening geregelde rechten.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 27, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.
Deze verordening wordt aangehaald als de ‘Verordening Haven-, kade- en opslaggeld 2014’.
Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 december 2013.
TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE VERORDENING HAVEN-, KADE- EN OPSLAGGELDEN 201 4
..............................................per dag of .................bij wege van abonne- ..............................................gedeelte.....................ment per jaar
..............................................daarvan
..............................................exclusief BTW ............exclusief BTW
doeleinden, per meter ...........€ 0,54
1 een roeiboot of kano ...........€ 0,43..........................€ 25,45
niet meer dan 4 meter............€ 0,74...........................€ 55,90
minder dan 7 meter................€ 1,19...........................€ 78,80
7 meter of meer.................... € 1,77...........................€ 121,30
per meter ............................ € 0,48............................. € 10,45
1 per reis............................ € 0,12
2 voor een reis per 14 dagen € 2,26
3 voor twee reizen per 14 dagen € 3,01
4 voor drie reizen per 14 dagen€ 3,91
5 in alle andere gevallen€ 5,14
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid onder d 1 wordt, wanneer per vaartuig en per reis het gewicht van de geloste en/of geladen goederen in totaal niet meer dan de helft van het laadvermogen van het vaartuig bedraagt, het havengeld geheven naar de helft van de waterverplaatsing met een minimum van € 16,24 -exclusief BTW- per vaartuig. Het gewicht van de geloste en/of geladen goederen wordt bepaald aan de hand van de over te leggen documenten en/of uit de ten gevolge van de lossing en/of lading optredende wijzigingen in de diepgang van het vaartuig, vast te stellen met behulp van de geldige meetbrief.
a Het kadegeld bedraagt per keer € 1,15 -exclusief BTW- per meter, gemeten naar de lengte van het te laden of te lossen vaartuig.
b Het opslaggeld bedraagt per m2:
€ 0,0 8 exclusief BTW- per dag
€ 0,3 2 exclusief BTW- per week
€ 0, 90 exclusief BTW- per maand
€ 9, 20 exclusief BTW- per jaar .